Hij wordt waarschijnlijk premier. Maar de regentenpartij van Rob Jetten staat haaks op het D66 van 1966
Ondanks de rel rond zijn in opspraak geraakte informateur Hans Wijers is Rob Jetten nog altijd de belangrijkste kandidaat voor het Torentje. Helaas is zijn partij de kwaal geworden waarvoor ze ooit het medicijn was.
De legendarische Hans van Mierlo (1931-2010) staat in menig naslagwerk vermeld als de oprichter van D66. Historische betweters zijn echter gewend te benadrukken dat die reputatie niet helemaal terecht is.
De échte oervaders van D66 waren namelijk de Amsterdamse schoolvrienden Peter Baehr en Erik Visser, die elkaar kenden van het Vossius Gymnasium. Tussen hun vele schaaktweekampen door bespraken ze allerlei plannen voor meer directe democratie en staatkundige vernieuwingen. Maar, zei Baehr jaren later in een terugblik, ‘we hadden het gevoel dat we ook een uithangbord nodig hadden, iemand met politieke ervaring die onze ideeën naar buiten zou kunnen brengen’.
Daarom benaderden ze in 1966 de hoofdstedelijke journalist Hans Gruijters, tevens kroegbaas en voormalig VVD-raadslid. Pas daarna kwam Van Mierlo in beeld, een collega van Gruijters bij het Algemeen Handelsblad.
Baehr en Visser zouden binnen D66 nooit belangrijke posities bekleden, maar Gruijters wel. Hij was lange tijd het brein van de partij en tussen 1973 en 1977 ook de allereerste D66-minister. In 2018 en 2020 publiceerden zowel Rogier Verkroost als Klaas Tammes een biografie van Gruijters. Sindsdien weten we beter dan ooit wie hij was en waar hij voor stond. En: waar ‘zijn’ D66 volgens Gruijters voor moest staan. Nu de partij waarschijnlijk voor het eerst de premier gaat leveren, is het extra interessant om daar nog eens kennis van te nemen.
Rationaliteit en doelmatigheid
Gruijters was eerst en vooral gehecht aan rationaliteit. In de politiek diende het te draaien om doelmatigheid, en dus was het zaak zo ver mogelijk uit de buurt te blijven van ideologieën, levensbeschouwelijke leidraden en andere ‘gefixeerde maatschappijbeelden’.
In de woorden van zijn biograaf Tammes: ‘Gruijters was een man van feiten en niet van principes. Principes verduisterden volgens hem de rationale discussie.’ Dat D66 haar anti-ideologische geboortepapieren eind jaren negentig overboord kieperde en zich – ook tot ongenoegen van Van Mierlo – ging presenteren als een (sociaal-)liberale partij, stond daar uiteraard haaks op.
Zou Gruijters sympathie kunnen opbrengen voor het D66 van nu? Die vraag kunnen we gerust beantwoorden met een volmondig ‘nee’. De rationele Gruijters, die weloverwogen had gebroken met het katholieke geloof, zou er bijvoorbeeld weinig van hebben begrepen dat D66 in de persoon van Sigrid Kaag een partijleider had die – toen ze in 2018 de opgestapte Halbe Zijlstra verving als minister van Buitenlandse Zaken – gesluierd op bezoek ging bij de president van Iran. En die tezelfdertijd aan de EO vertelde dat ze vaak (‘Ik heb het gevoel: de mens wikt, maar God beschikt’) een rozenkrans bij zich draagt om te bidden.
Ook Rob Jetten, die een roomse jeugd genoot in het Brabantse Uden, onthulde eerder dit jaar voor de EO-microfoon dat hij ondanks zijn gecancelde kerklidmaatschap ‘rust’ vindt bij katholieke rituelen en gebruiken. ‘Ik betrap mezelf erop dat als ik op vakantie ben in Zuid-Europa en een mooie kerk binnenstap, dat ik vaak de eerste ben die een kaarsje aansteekt en zich even tot overleden familieleden richt.’
Lak aan politieke correctheid
Hoe is dat te rijmen met het seculiere en rationele karakter van D66? In 1990 – hij was toen burgemeester van Lelystad – weigerde Gruijters een groep moslims te ontvangen die hem een Koran wilde overhandigen. ‘Hij ziet het nut er niet van in,’ legde zijn woordvoerder uit. En als Gruijters over het christendom sprak, zwijmelde hij niet over rozenkransen of kaarsjes, maar had hij het over ‘twee millennia van onbetrouwbaarheid’. Andere koek.
Behalve een rationeel politicus die graag werd betrapt op het debiteren van rationele meningen, was Gruijters ook een eigenheimer met lak aan politieke correctheid. Zo was hij een uitgesproken voorstander van kernenergie en verklaarde hij in 1991 dat het volle Nederland geen immigratieland kon zijn. Bovendien: ‘Veel immigranten zijn afkomstig uit landen waar weinig of geen cultuur bestaat. Als ze al wat meenemen, zijn het slechte gewoonten.’ De bevolkingsgroei, zo viel reeds in 1967 te lezen in het allereerste politiek program van D66, ‘is een zeer verontrustend verschijnsel, dat zowel de economische welstand als het algemeen gevoel van welbevinden zeer nadelig beïnvloedt’. Een werkgroep van D66 speelde in 1970 – Nederland telde 13 miljoen inwoners – zelfs met de gedachte van verplichte sterilisatie.
Geïncorporeerd in het oude bestel
In navolging van de pioniers Baehr en Visser beëindigde Gruijters in 2004 het lidmaatschap van de partij die zonder hem niet had bestaan, maar ‘waar ze niet meer zo op mij gesteld zijn’. Hoe diep de breuk was, bleek een jaar later bij zijn uitvaart: zelfs Hans van Mierlo stond niet op de lijst van genodigden.
Gruijters, schreef Tammes, was teleurgesteld in wat er terecht was gekomen van de idealen uit het begin. ‘De doorbraak in de Nederlandse politiek was uitgebleven. De staatkundige vernieuwingen waren niet gerealiseerd. De nieuwkomer van toen was inmiddels geïncorporeerd in het oude bestel waar hij een consequente tegenstander van bleef.’
En inderdaad: de partij die 59 jaar geleden vond dat de regenten beter naar de bevolking moesten gaan luisteren en die ons ‘zieke’ politieke bestel daarom wilde ‘opblazen’, is zelf een typische regentenpartij geworden. Minstens zo saillant: de partijen die oorspronkelijke D66-standpunten aanhangen en pleiten voor bijvoorbeeld meer directe democratie en minder bevolkingsgroei – zoals de PVV, JA21, FvD en BBB – worden nu door D66 voor ‘populistisch’ uitgemaakt.
De partij van Rob Jetten is de kwaal geworden waarvoor ze ooit het medicijn was. Laat niemand beweren dat de politiek geen wonderlijk bedrijf is.
Wynia’s Week verschijnt 156 keer per jaar en wordt volledig mogelijk gemaakt door de donateurs. Doet u mee, ook straks in het nieuwe jaar? Doneren kan zo. Hartelijk dank!
Donateurs kunnen ook reageren op recente artikelen, video’s en podcasts en ter publicatie in Wynia’s Week aanbieden. Stuur uw reacties aan reacties@wyniasweek.nl. Vergeet niet uw naam en woonplaats te vermelden (en, alleen voor de redactie: telefoonnummer en adres). Niet korter dan 50 woorden, niet langer dan 150 woorden. Welkom!




















