Een nieuw kabinet moet knellende klimaat- en stikstofregels afschaffen en ruimte geven aan het bedrijfsleven

vervloed
Henri Bontenbal (CDA), Rob Jetten (D66) en informateur Sybrand van Haersma Buma spreken met (vlnr) Dick Koerselman, interim-voorzitter FNV, Ingrid Thijssen, voorzitter VNO-NCW en Kim Putters, voorzitter SER. Foto ANP / Jeroen Jumelet

Een regeerakkoord wordt momenteel in elkaar getimmerd door D66 en CDA, onder leiding van informateur Buma, voormalig leider van het CDA. De twee partijen laten zich adviseren door een rij van planbureaus, adviesorganen, NGO’s en werkgevers- en werknemersorganisaties.

Een belangrijke stem lijkt de SER (Sociaal Economische Raad, waarin werkgevers en werknemers vertegenwoordigd zijn) bij monde van haar voorzitter Kim Putters te hebben. Zijn advies lijdt echter aan innerlijke tegenstrijdigheden. Hij wil Nederland van het slot halen, opdat het bedrijfsleven weer gaat investeren, de economie daardoor weer gaat groeien en Nederland een welvarend land blijft. Op zichzelf een prima recept, dat z’n heilzame werking heeft bewezen. Laatstelijk in Argentinië waar president Milei in korte tijd zijn land van het slot haalde door alle beletselen voor economische groei weg te nemen.

Putters wil duidelijkheid

Maar dat is niet wat Putters voor ogen staat. Hij wil niet minder overheid en niet minder regels, maar juist meer overheid die zich actief bemoeit met de economie en de samenleving. Het begrotingstekort mag van hem ook best nog wat toenemen. Een actieve overheid kost nu eenmaal geld. Zeker als de overheid industriebeleid gaat voeren, zoals hij voorstelt, in Nederland en ook op Europees niveau, mét eurobonds. Ook dat taboe mag van Putters van tafel.

Een overheid die het klimaatakkoord uitvoert, regels stelt voor stikstofdepositie en sociale woningen door woningbouwcorporaties laat bouwen. Duidelijke regels waar burger en bedrijf zich aan te houden hebben. In de veronderstelling dat met die duidelijkheid het bedrijfsleven weer gaat investeren. Want aan duidelijkheid zou het ontbreken volgens de voorzitter van de SER.

Maar dat is niet de reden dat er niet geïnvesteerd wordt, dat er niet gebouwd wordt en dat firma’s Nederland verlaten. Dat gebeurt, omdat het klimaatakkoord, de stikstofregels en de knellende bouwvoorschriften het ondernemers onmogelijk maken om winst te maken en met die winst nieuwe investeringen te bekostigen. De regelgeving is niet onduidelijk, die is knellend, die verhoogt de kosten voor een bedrijf. Zodanig dat er niet meer geïnvesteerd wordt en dat sommige firma’s het zelfs voor gezien houden in Nederland.

Regeldruk

Wat daarom wel zou moeten gebeuren, is al die knellende regels van klimaat- en stikstofbeleid en in de woningbouw afschaffen en de energiekosten terugbrengen tot een internationaal competitief niveau. Het investeringsklimaat in Nederland kortom weer terugbrengen naar wat het was. Een klimaat dat multinationals in Nederland liet neerstrijken, dat legio incentives kende voor economische groei. Alleen op die wijze wordt Nederland van het slot gehaald.

Het advies van de SER is innerlijk tegenstrijdig. Men wil Nederland van het slot halen, maar verzuimt maatregelen voor te stellen om dat voor elkaar te krijgen. Sterker nog, Putters stelt voor om Nederland nog sneller te verduurzamen. Met derhalve een nog strakker klimaatbeleid. In de veronderstelling dat versnelde verduurzaming economische groei oplevert. Zoals onze vorige minister-president Mark Rutte al beweerde: Nederland zou internationaal koploper worden in de verduurzamingsrace. Met ‘groene groei’, die het verlies aan economische activiteit door sluiting van op basis van fossiele energie opererende bedrijven zou compenseren en meer dan dat.

Voorspelling

Wel, we hebben gezien wat van die voorspelling van Rutte is uitgekomen. Bedrijven die omschakelden naar niet-fossiele energie, lijden verlies. Investeringen in de niet-fossiele energie-infrastructuur bleken niet rendabel. Pensioenfondsen die in de zogenaamde duurzame economie investeerden dienden die investeringen grotendeels af te schrijven. Groene groei bleek een sprookje, een geloof, gespeend van elk werkelijkheidsbesef.

De harde werkelijkheid is dat Nederland geen eiland is. Nederlandse firma’s moeten concurreren met buitenlandse bedrijven, bedrijven die nog wel fossiele energie gebruiken. Of kernenergie, zoals in Frankrijk. Landen waar de energieprijs substantieel lager is dan in Nederland. Dat houdt geen firma vol, dat is vechten tegen de bierkaai.

Energietransitie

Dat de mens invloed heeft op het klimaat en, zo ja, in welke mate staat allerminst vast. Maar zelfs als dat het geval zou zijn, dan is het nog steeds onrealistisch, beter gezegd: dom en gevaarlijk, om op een dergelijke rigoreuze wijze een energietransitie door te drukken. Het resultaat daarvan zien we voor onze ogen. De industrie gaat failliet of verdwijnt uit ons land. De belastinginkomsten voor de Staat nemen navenant af, waardoor er minder geld is voor onze verzorgingsstaat.

En de burger kan de energierekening niet meer betalen. Het klimaat wordt niet gered en Nederland verarmt.

Realistischer is een geleidelijke energietransitie, met inzet van kernenergie en gas als overgangsbrandstof. Stoppen met subsidies voor windparken op zee en andere zogenaamde duurzame energie, die onbetrouwbaar is en netcongestie veroorzaakt. Als alternatieve energie zover gevorderd is dat het kan concurreren met fossiele energie, kan het zelfstandig bestaan.

Op die wijze blijft het Nederlandse bedrijfsleven concurrerend en kunnen wij de door onze voorouders moeizaam bevochten welvaart behouden.

De conclusie moet zijn dat de formerende partijen het advies van de SER beter in de wind kunnen slaan. Het lost de problemen waar Nederland mee worstelt niet op, maar versterkt ze alleen maar. Van nog meer overheidsbemoeienis wordt Nederland niet beter. Integendeel. Industriebeleid kost goud geld (oplopend begrotingstekort en eurobonds) en levert niets op. Het heeft nog nooit gewerkt.

Kijk over de grens. Kijk hoe Argentinië van het slot wordt gehaald. Met een kleinere overheid, afschaffing van overbodige en knellende regels en weer ruimte gevend aan het bedrijfsleven, de enige motor van economische groei.

Doe dit niet, VVD

Of de formerende partijen die boodschap oppakken valt echter te betwijfelen. In de langstrekkende rij van adviseurs heb ik die boodschap niet gehoord of gelezen. Waarschijnlijker is dat D66 en CDA het advies van de SER overnemen en vervolgens de VVD uitnodigen om samen een regering te vormen.

Het zal dan aan de VVD zijn om al dan niet in die boot te stappen, een boot met drie bemanningsleden, waarbij de stemverhouding twee tegen één is. Een gelijke stemverhouding, met JA21 (en de BBB) in een coalitie, wil D66 niet.

Mijn advies: doe dit niet, VVD. De welvaart in Nederland staat op het spel.

Bovendien zou een kabinet van D66, CDA en VVD geen recht doen aan de verkiezingsuitslag. Nederland stemde overwegend centrum-rechts en niet centrum-links. Zonder deelname van partijen uit het rechterspectrum van de politiek kan een regering niet centrum-rechts worden genoemd.

Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!

Donateurs kunnen ook reageren op recente artikelen, video’s en podcasts en ter publicatie in Wynia’s Week aanbieden. Stuur uw publicabele reacties aan reacties@wyniasweek.nl. Vergeet niet uw naam en woonplaats te vermelden (en, alleen voor de redactie: telefoonnummer en adres). Niet korter dan 50 woorden, niet langer dan 150 woorden. Welkom!