Als rechters zich blijven gedragen als politici is de roep om politieke benoemingen onvermijdelijk

JohnTKnieriem 17-5-25
Henk Naves, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak. Beeld: de rechtspraak

Door John T. Knieriem*

Het optreden van Henk Naves, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, afgelopen zondag in Buitenhof had een krachtig signaal moeten zijn. Een helder, overtuigend betoog ter verdediging van de democratische rechtsorde. Wat we kregen, was het tegenovergestelde: een omzichtige toon, institutioneel jargon, en vooral veel wegkijken.

De hoogste vertegenwoordiger van onze rechterlijke macht durfde niet te benoemen wat inmiddels pijnlijk zichtbaar is: dat de rechter zichzelf steeds vaker een politieke rol aanmeet. Naves waarschuwde voor de invloed van de politiek op de rechtspraak, maar sprak niet over de invloed van de rechtspraak op de politiek. En dat is geen onoplettendheid – dat is ontwijking.

Van scheidsrechter naar medespeler

De rechter hoort te toetsen, niet te sturen. Maar inmiddels opereert hij steeds vaker als een actor op het veld. Denk aan het Urgenda-vonnis, waarin het kabinet verplicht werd tot klimaatmaatregelen. Denk aan de box 3-uitspraak, waarin de Hoge Raad zelf het belastingstelsel herinterpreteerde. Denk aan uitspraken in het asiel- en stikstofdossier, waarin de rechter zich beroept op internationale verdragen om nationale beleidsruimte op te rekken – of in te perken.

Wat ooit bedoeld was als juridische vangrail, is een bypass geworden langs het parlement. Verdragen worden niet meer gebruikt als bescherming van fundamentele rechten, maar als hefboom om beleid te corrigeren. De rechter gebruikt zijn toga niet meer als schild, maar als zwaard. En dat alles zonder mandaat, zonder verkiezing, zonder controle. De balans is zoek. Dat is geen rechtsbescherming meer – dat is stille machtsvorming.

Als burgers het gevoel krijgen dat de rechter zich met politiek bemoeit, ontstaat er frictie. En als die frictie toeneemt, volgt vroeg of laat de roep om politieke benoemingen. Dat zie je in landen als Polen en Hongarije, maar ook dichter bij huis. In Nederland is de verleiding om het recht te ‘normaliseren’ via benoemingen inmiddels voelbaar. En begrijpelijk – als de rechter zich gedraagt als politicus, zal hij als politicus worden behandeld.

Naves heeft gelijk dat politieke benoemingen een gevaar zijn. Maar hij erkent niet de oorzaak van dat gevaar: een rechterlijke macht die haar grenzen niet bewaakt. Onafhankelijkheid is geen excuus voor grenzeloosheid. Integendeel – het vereist juist terughoudendheid, zelfcorrectie en een diep besef van je plek in het constitutioneel bestel. Het werd tijd dat Naves dat had uitgesproken. Maar dat deed hij niet.

Beperk de interpretatiemacht

We moeten de interpretatieruimte van rechters inperken, niet om hen te knechten, maar om het evenwicht tussen de machten te herstellen. Het is niet aan rechters om vage verdragsartikelen ruimhartig te interpreteren tot ze lijken op beleidsvoorschriften. De wetgever moet hier optreden. Richtlijnen zijn nodig: verdragen mogen alleen rechtstreeks worden toegepast als ze concreet, ondubbelzinnig en democratisch gelegitimeerd zijn.

Daarnaast moeten we als land kritischer kijken naar onze verdragsverplichtingen. Facultatieve protocollen kunnen worden geweigerd. Bij toetreding moeten voorbehouden worden gemaakt. En als verdragen structureel in de weg staan van nationaal beleid, moet opzegging bespreekbaar zijn. Dat is geen isolatie, dat is zelfrespect. Een rechtsstaat kan pas functioneren als zij geworteld is in een werkende democratie.

De afwezige rechter

En dan is er de andere kant van het spectrum. Niet de te activistische rechter, maar de afwezige. De rechter die zich afzijdig hield in het toeslagenschandaal. Die knikte waar hij had moeten waarschuwen. Die zweeg waar hij had moeten toetsen. De schade is bekend. De gevolgen ook. Jarenlang lieten rechters de wet hun menselijkheid overstemmen – en daarmee hun geloofwaardigheid verdampen.

Ook daar bleef het bij Naves pijnlijk stil. Geen erkenning, geen reflectie. Terwijl juist hij als voorzitter de plicht heeft de spiegel voor te houden, niet alleen aan de politiek, maar ook aan zijn eigen beroepsgroep.

De rechterlijke macht is geen vijand van de democratie – maar ze kan dat wél worden als ze haar eigen positie niet durft te herzien. We hebben onafhankelijke rechters nodig, maar ook duidelijke grenzen. We moeten ze beschermen tegen politieke druk, maar evenzeer tegen hun eigen expansiedrift. Want een rechter die zich als wetgever gedraagt, maakt zichzelf overbodig. En een rechtsstaat die haar rechters niet begrenst, holt haar eigen fundament uit.

Het is tijd voor herijking. De rechter terug in zijn hok. Niet uit wrok, maar uit realiteitszin. Niet om hem tekort te doen, maar om de rechtsstaat te beschermen tegen zichzelf. En dat begint bij het durven zeggen van wat waar is – ook als het schuurt. Juist dan toont gezag zijn ware gezicht.

*John T. Knieriem (1965) is oud-ICT-ondernemer, investeerder en  documentaire- en podcastmaker. Hij is actief binnen de klassiek-liberale stroming van de VVD.

Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u weer mee? Kijk HIER. Hartelijk dank!