Als toch bijna alle asielzoekers mogen blijven, kun je de asielprocedure net zo goed afschaffen

HarrieVerbon 17-5-23
Mpanzu Bamenga, Amsterdams coördinator voor onderdak voor afgewezen asielzoekers, zoekt voor hen ook mogelijkheden voor nieuwe asielaanvragen. Bron foto: justiceandpeace.nl.

Een welvarend en beschaafd land hoort zich niet te onttrekken aan zijn plicht vluchtelingen te beschermen die gevaar lopen vervolgd te worden in hun eigen land. De asielprocedure moet er daarom voor zorgen dat mensen die aan dat criterium voldoen een verblijfsstatus krijgen.

Let echter op dat er staat ‘gevaar lopen vervolgd te worden’. Dit is het criterium van het Vluchtelingenverdrag van 1951. De EU heeft dat criterium opgerekt door de woorden ‘vervolgd te worden’ te schrappen. Met dat ruime criterium lijkt het nog meer noodzakelijk om asielzoekers zonder een geldig asielmotief uit te wijzen.

Wat zijn de rechten van (uitgeprocedeerde) asielzoekers?

Hoe zit het met asielzoekers, wier asielaanvraag nog in behandeling is, of met afgewezen asielzoekers? Moeten we het deze groep ook zo veel mogelijk naar de zin maken? Gaan we ervoor zorgen dat ze onderdak krijgen, dat ze aan het werk komen en blijven? Gaan we ze recht op werkloosheidsuitkeringen (WW) en bijstand geven, ook als we nog niet zeker weten of ze wel ‘echte vluchtelingen’ zijn?

Deze vragen zijn actueel nu de bed-bad-brood discussie weer is losgebarsten. De regering bij monde van staatssecretaris Van der Burg kondigde aan deze voorziening voor uitgeprocedeerde asielzoekers niet langer te financieren. Volgens de staatssecretaris was er al geen geld voor gereserveerd, met medeweten van minister Sigrid Kaag (D66) mag ik aannemen. Toen dat echter hardop werd gezegd en geschreven leidde dat tot politieke commotie. Hierbij lieten juist de partijgenoten van minister Kaag zich tot verbazing van de VVD horen.

Ook in de actualiteit is de uitspraak van een rechter dat het asielzoekers niet langer verboden kan worden langer dan 24 weken achtereen te werken. Deze beperking was in Nederland ingevoerd omdat bij langer werken het recht op WW ontstaat. De rechter heeft deze beperking nu opgeheven omdat die in strijd met Europese regelgeving zou zijn. Volgens de EU moeten asielzoekers binnen negen maanden na hun asielaanvraag toegang tot de arbeidsmarkt krijgen. Of daar ook beperkingen bij mogen gelden, zoals dat in Nederland het geval was, is mij niet duidelijk. De rechter denkt kennelijk van niet. Een asielzoeker mag een doorlopend contract hebben en dus werkloosheidsrechten opbouwen.

Kun je een werkende asielzoeker eigenlijk nog wel uitwijzen?

In Nederland kan een asielprocedure heel lang duren. Neem het geval van Mpanzu Bamenga, op wie wij zo dadelijk nog terugkomen. Hij migreerde naar Nederland met zijn moeder en broer toen hij acht jaar oud was. Het duurde drie jaar voor zij te horen kregen dat hun asielaanvraag was afgewezen. Daarna volgde een slepende procedure om de negatieve beslissing aan te vechten. Bamenga studeerde inmiddels rechten – dus meer dan tien jaar na zijn komst naar Nederland – toen hij te horen kreeg dat zijn familie moest vertrekken.

Ik weet niet wat zijn moeder al die tijd gedaan heeft, maar stel dat zij inmiddels een vaste baan had. Een betere manier om te integreren dan door deel te nemen aan het arbeidsproces in Nederland is er niet. Juridisch is het natuurlijk nog mogelijk de familie uit te wijzen, maar feitelijk zal dat nauwelijks nog mogelijk zijn. De werkgever zal in het geweer komen tegen uitzetting, niet uit humanitaire overwegingen overigens. De familie kan de publiciteit zoeken, waarna veel mensen zullen zeggen dat het onredelijk zou zijn als deze goed geïntegreerde familie het land alsnog moet verlaten. Tenslotte kun je als werkende asielzoeker altijd nog een brief aan de minister van Justitie sturen.  

Kortom, het zal lastig, zo niet onmogelijk, worden een asielzoeker die bewezen heeft te willen integreren in de Nederlandse samenleving na vele jaren van procederen, alsnog het land uit te zetten.            

Van bed-bad-brood naar weer een nieuwe asielprocedure

Het voorgaande geldt voor asielzoekers die nog in de asielprocedure zitten en dus nog een kans hebben op een verblijfsstatus. Uitgeprocedeerde asielzoekers mogen niet werken. Dit zijn dus mensen die via de asielprocedure te horen hebben gekregen dat zij niet in Nederland mogen blijven.

Sommige gemeenten boden uitgeprocedeerde asielzoekers noodhulp aan. Maar inmiddels is er een landelijke regeling. Dit is de hierboven genoemde bed-bad-broodregeling, oftewel de Landelijke Vreemdelingen Voorziening (LVV). Deze regeling biedt basisvoorzieningen aan. De regering probeert via deze voorziening uitgeprocedeerde asielzoekers tot terugkeer naar hun herkomstland aan te sporen. Volgens het coalitieakkoord van het huidige kabinet (blz. 42) moet de opvang door de LVV altijd gericht zijn op terugkeer.

LVV doet asielprocedure nog eens over

En bij de LVV komen we Mpanzu Bamenga weer tegen, nu als coördinator van de LVV in Amsterdam. Uit een interview met De Volkskrant van 10 mei jl. blijkt dat de LVV in Amsterdam de asielprocedure nog eens dunnetjes over gaat doen. Mpanzu Bamenga zegt:

‘We doen een juridische screening en vragen het dossier van de cliënt op bij de IND. We kijken of er aanknopingspunten zijn voor een nieuwe asielaanvraag (…). In Amsterdam heeft 90 procent van de mensen die een herhaalde asielaanvraag indiende, alsnog een verblijfsstatus gekregen.’

De asielprocedure van Bamenga zelf duurde al meer dan 10 jaar. Hij vindt het kennelijk geen bezwaar als hij die asielprocedure voor anderen nog eens verlengt. Kennelijk is de suggestie dat als je maar lang genoeg procedeert er op een gegeven ogenblik alsnog een verblijfsstatus uitrolt.

De LVV werkt in strijd met het coalitieakkoord

Even later vraagt Volkskrant-interviewer Loes Reijmer of de LVV misschien ook te succesvol kan zijn ‘in de ogen van rechtse partijen’. Hier volgt het antwoord van Bamenga:

‘Dat zou erg cynisch zijn. Het beginsel is dat mensen niet teruggestuurd mogen worden naar plekken waar ze vervolgd kunnen worden, of in een onmenselijke situatie terecht kunnen komen. Er zijn in de LVV dus veel ongelukken voorkomen. Daar zou de overheid blij mee moeten zijn. Iedere keer dat we elkaar niet als mensen behandelen, raken we een stukje van onze menselijkheid kwijt. Een overheid die daaraan bijdraagt, verliest wat mij betreft haar legitimiteit.’

Laten we eerst vaststellen dat Loes Reijmer de verkeerde vraag stelde. Het doel van de LVV moet volgens dit kabinet altijd – dus: altijd, niet soms – gericht zijn op terugkeer. Het LVV is dus niet succesvol als mensen in deze opvang alsnog een verblijfsstatus krijgen.

Ten tweede stellen we vast dat Bamenga kennelijk de betrouwbaarheid van de asielprocedure in twijfel trekt. Volgens hem ontzegt de asielprocedure een verblijfsstatus aan mensen die naar gevaarlijke plekken zouden moeten terugkeren. Dat zegt hij terwijl Nederland een van de hoogste toekenningspercentages voor asiel in de EU heeft, zoals we hier en hier al zagen.

Ten derde zal de overheid zeker niet blij zijn als Bamenga voor zijn gasten de asielprocedure nog eens en met succes overdoet. Het hele asielsysteem is al overbelast en het aantal mensen dat asiel krijgt is in Nederland al hoog. De steun voor het hele asielsysteem zal in Nederland op zijn minst niet toenemen als uitgeprocedeerde asielzoekers alsnog via een achterdeur in Nederland kunnen blijven.

Is Bamenga wel de juiste persoon om de LVV in Amsterdam te coördineren? De regering zou hem op zijn minst kunnen meedelen dat hij zich moet houden aan de doelstellingen van zijn sponsor, i.c. de regering.

Volgens de rechter is de 24-wekenregeling in strijd met EU-recht. Zij moeten dus binnen negen maanden na de asielaanvraag onbeperkt kunnen gaan werken. Dat betekent in feite dat nog niet uitgeprocedeerde asielzoekers alvast een kans krijgen te integreren. Zoals wij hierboven betoogd hebben kunnen zij dan de facto niet meer uitgezet worden, mocht de asielprocedure negatief uitvallen. Voor diegenen die alsnog in de LVV terechtkomen, is er ook nog volop kans op een verblijfsstatus, onder meer dankzij de inspanningen van Bamenga.

Kortom, alle asielzoekers die ons land binnenkomen, hebben een goede kans dat ze kunnen blijven of ze nu ‘echte vluchtelingen’ zijn of niet. Mensensmokkelaars kunnen hun ‘klanten’ met nog meer reden zeggen dat immigratie naar Nederland met 100 procent zekerheid zal lukken. Het aantal van 70 duizend asielzoekers dat Nederland dit jaar kan verwachten, zou in de komende jaren best wel eens naar 100 duizend per jaar of nog meer kunnen gaan stijgen.

Ook illegale migranten mogen op den duur blijven

Momenteel heeft 50 procent van de vluchtelingen geen geldig asielmotief, zoals blijkt uit statistieken die de Europese Commissie geregeld publiceert. De grenzen voor migranten zijn dus tamelijk open, of die migranten nu ‘echte’ vluchtelingen zijn, of niet. Nederland is al tamelijk genereus bij het toekennen van asiel. Maar de paar illegale migranten die er overblijven, hoeven in Nederland zeker niet bang te zijn dat ze weer terug moeten. De kans is zelfs aanzienlijk dat ze op een gegeven moment alsnog een verblijfsstatus krijgen. Als je dit tot je laat doordringen, begin je je af te vragen waarom er een jarenlange asielprocedure nodig is. Asielzoekers blijven hier, of ze ongewenste vreemdeling blijken te zijn, of niet.

O ja, Bamenga vermeldde nog in het aangehaalde interview dat er in februari drie afgewezen asielzoekers vanuit Amsterdam naar hun herkomstland zijn vertrokken. Drie (3)!!! Er komen momenteel gemiddeld 5833 asielzoekers per maand het land binnen. Minus drie maakt 5830 in plaats van 5833. Een hele opluchting.  

Harrie Verbon (1951)is emeritus-hoogleraar Openbare Financiën aan de Universiteit van Tilburg. Zie hier zijn blog. 

De donateurs vormen het fundament van Wynia’s Week. U maakt het als donateur mogelijk dat ons online magazine 104 keer per jaar verschijnt. Doneren kan op verschillende manieren, kijk HIER. Alvast hartelijk dank!