Belgische premier Bart De Wever had Dick Schoof er graag bij willen hebben

eppink
Bart De Wever tijdens zijn HJ Schoo-lezing. Beeld: YouTube

De Belgische premier Bart De Wever hield op 4 september jl. de 17de HJ Schoo-lezing van Elseviers Weekblad (EW) en presenteerde een dikke boterham. De media toonden weinig aandacht voor de rede van de eerste Vlaams-nationale premier van België. Het was zelfs de vraag of het Amsterdamse publiek in de Rode Hoed het allemaal wel begreep.

De Belgische premier grossierde in Franse citaten, zonder ze te vertalen, wel wetende dat de taal van Molière in Nederland, helaas, een dode taal is. Alleen EW-columnist Martin Sommer, voormalig correspondent in Frankrijk, kon er zich aan laven. De media kwamen niet verder dan te melden dat De Wever ‘méér Benelux’ bepleitte, een organisatie waarvan ‘Hollanders’ denken dat die in de vorige eeuw werd opgeheven.

‘Historische vergissing’

De Wever leidde zijn publiek naar ‘onbekend terrein’ met zijn welgemeende dagdromerij en weemoed over de ‘scheiding der Nederlanden’. De ‘Nederlanden van de Zeventien Provinciën’ met als wegbereider Filips de Goede; niet Willem van Oranje. Nogal verwarrend want bij Nederlanders begint Nederland bij Willem van Oranje. Wat ervoor geschiedde zit niet (meer) in het collectief geheugen. De figuur van Willem van Oranje loopt zelfs gevaar in het multiculturele onderwijs. Zijn standbeeld staat nog trots op het Plein, mede als standplaats voor dankbare meeuwen.

De Wever behoort tot de Vlaamse politici die de Omwenteling van 1830 (de afscheiding van de Belgen van het Koninkrijk der Nederlanden) betreuren omdat Noord en Zuid tezamen een politieke machtsfactor in Europa konden zijn geweest. Hij zit op dezelfde lijn als Louis Tobback, de voormalige leider van de Vlaamse socialisten en langstzittend burgemeester van Leuven. Volgens hem zouden de zuidelijke Nederlanden de Eerste Wereldoorlog beter zijn doorgekomen indien Noord en Zuid bij elkaar waren gebleven. Hij noemde 1830 ‘een historische vergissing’. De Wever citeerde voormalig Antwerps burgemeester Camille Huysmans, socialist, die de Omwenteling van 1830 omschreef als ‘een fout die een magnifieke staat heeft vernietigd’.

De Wever omschrijft de Tachtigjarige Oorlog die in 1585 leidde tot de val van Antwerpen, en bijgevolg tot de scheiding der Nederlanden als ‘grootste ramp’ ooit. Antwerpse burgemeesters, een functie die De Wever tot voor kort bekleedde, zijn – nog altijd – getraumatiseerd door het uiteenvallen van ‘De Nederlanden’ dat Antwerpen in een armoedeval gooide, mede bevorderd door een ‘de facto Hollandse’ blokkade van de Westerschelde. Antwerpen verpieterde.

In 1803 kwam Napoleon op bezoek in Antwerpen en zag de ligging als een prachtige uitvalsbasis voor aanvallen op Engeland. De Wever schakelde pardoes over op het Frans want Napoleon omschreef het verpauperde Antwerpen als ‘une ville d’Afrique’; ‘elle ressemble à peine à une ville européenne’. Hij voegde eraan toe: ‘aangezien jullie hier graag “judorange” drinken, ga ik ervan uit dat jullie allemaal voldoende Frans begrijpen’. Dat was duidelijk niet het geval.

Een leuke vondst natuurlijk, maar het is niet enkel Napoleon die Antwerpen vergeleek met ‘une ville d’Afrique’. Er zijn Antwerpenaren die beweren dat de Scheldestad een ‘Afrikaanse stad in wording’ is en er ‘weinig Europees overblijft’. Die groepering – waarvan de naam niet mag worden genoemd – heeft een grote deputatie in de Antwerpse gemeenteraad.

‘Ik had hem er graag bij gehad’

Vervolgens schakelde De Wever over op Europese thema’s, onder andere migratie. Met een actueel tintje omdat hij als Belgisch premier een brief had getekend met 7 andere EU-regeringsleiders om een strenger migratiebeleid te eisen, vooral het tegengaan van illegale immigratie. Premier Schoof liet na om deze brief te tekenen (De Wever: ‘ik had hem er graag bij gehad’) wat het einde van Schoof-I betekende. Als het om Europese coalitiepolitiek gaat, heeft het Hollandse establishment vaak twee linkerhanden. Zeker een premier zonder enige politieke ervaring.

De Wever bepleit een immigratie die de arbeidsmarkt versterkt, maar het omgekeerde is het geval. ‘Eén op de drie niet-EU’ers met een verblijfsvergunning is hier gekomen in het kader van gezinshereniging. Slechts één op de vijf is hier in het kader van arbeidsmigratie.’ Bij het aandeel ‘werkende vrouwen uit niet-EU landen gaapt een wijde kloof’, stelt hij. ‘Minder dan 6 op de 10 van hen is aan het werk. In België is dat zelfs minder dan de helft’. Daarom bepleit hij een nieuw ‘migratiemodel’: ‘als meer nieuwkomers bijdragen aan de welvaart, groeit er een positiever beeld van migratie bij de burgers’. Dan ontstaat er volgens hem ‘inclusief nationalisme’.

Gesloten enclaves

Het klinkt vervelend, maar er is nóg een woord dat kennelijk niet mag worden genoemd: islam! Misschien dat De Wever in het superlinkse Amsterdam met zijn zelfbenoemde Gaza-strijders deze term liever meed. Antwerpen heeft een grote joodse gemeenschap en De Wever is hun bondgenoot, maar qua Israël-beleid is hij als premier ingeklemd. Bovendien, Vlamingen identificeren zich meer met de Palestijnen dan de gemiddelde Nederlander. Vanuit hun historisch gemoed als ‘onderdrukten’ (door Franstaligen) zien zij Palestijnen als lotgenoten. En Israël als dader. De termen ‘Gaza, Israël, islam’ werden geparkeerd.

Toch kan men geen houdbare analyse maken zonder te wijzen op niet-Westerse culturen die vaak verschillen in levenswijze, wat overbrugbaar is, maar die soms ook fundamenteel verschillen in waarden en levensbeschouwing. Wie dat aspect miskent, integreert niet, maar separeert – met gesloten enclaves tot gevolg.

De Wever hoeft maar enkele honderden meters buiten zijn Wetstraat 16 te gaan, en de werkelijkheid dringt zich op. Brussel is formeel hoofdstad van Vlaanderen (!), België en Europa. Brussel heeft al een jaar geen regering, en verschillende gemeenten zijn islamitische enclaves, waar de Moslimbroederschap regeert.

Ik geef toe; dat ligt in Amsterdam allemaal erg gevoelig, maar weinigen durven nog onverschrokken te analyseren, zoals Frits Bolkestein ooit deed.

Gedurende de toespraak ging De Wever in sneltreinvaart door de onderwerpen ‘Europa’ en de band met de VS waarin hij een realistische analyse als vertrekpunt neemt. België kent zijn plaats in het concert der mogendheden en De Wever steekt niet op zijn Hollands tirades af tegen Donald Trump; maatje te groot. Hij heeft kritiek op het klimaatbeleid en verdedigde in België altijd kernenergie, ook al besliste de regering-Verhofstadt in 2003 deze te sluiten vóór 2015. De Antwerpse economie kan niet zonder atoomstroom; de centrales bleven open.

‘Union Intime’

Voor oplossingen haakt De Wever aan bij het ‘Koninkrijk der Nederlanden’ waartoe de grote mogendheden beslisten op het Congres van Wenen in 1815. In 1830 vertrokken de Belgen; later ook Luxemburg dat een personele unie had met het Nederlands koningshuis.

De Wever bepleit een ‘Union intime’ (nauwe unie) tussen de Benelux-landen; samen de vierde EU-economie. De Benelux bleef lange tijd een ondergeschoven kindje. Ik zat een tijdje in het Benelux-parlement; het gros van de aanwezigen bestaat uit Belgen. Voor Tweede Kamerleden die geen voorname portefeuille krijgen, is het Benelux parlement een troostprijs; de vele kleine fracties kunnen vaak niemand leveren.

Eerst moet Nederland politiek weer op de been

Voor Nederland geen slecht idee om resultaten te boeken in de ‘eigen historische ruimte’ in plaats van te getuigen ver van huis. Gezamenlijk dagelijkse problemen aanpakken: criminaliteit, mensensmokkel en drugshandel.

Is dat een zaadje voor een confederatie der Lage Landen, vroeg De Wever zich af. Dat is misschien (nog) een brug te ver. Met Vlaanderen mogelijk, maar Brussel zinkt weg in het moeras waaruit het is ontstaan, terwijl Wallonië zich spiegelt aan Frankrijk en het rijke Luxemburg, in de oksel van Duitsland en Frankrijk, welvarend leeft.

Eerst moet Nederland weer politiek op de been; niettemin veel dank voor de welgemeende raadgevingen van de ‘Eerste Minister onzer  Zuiderburen’.  

Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!