Bomen planten en bomen kappen. Hoe het klimaatbeleid de biodiversiteit in gevaar brengt, en andersom.

schukkink
De Steendert in de West-Betuwe. Veel bewoners zijn geen fan van het plan om hier een bos aan te leggen. Volgens hen gaat dat ten koste van de natuur en het landschap. Beeld: YouTube.

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat er, in het kader van het klimaatbeleid en CO2-reductie, duizenden hectare nieuw bos moet worden aangeplant. Gemeenten en organisaties als Staatsbosbeheer zijn daarmee bezig. Tegelijkertijd worden er, om de biodiversiteit te bevorderen, juist bomen gekapt. Enerzijds moet boerengrond plaatsmaken voor bossen, anderzijds moeten bossen plaatsmaken voor woningbouw of voor andere natuur. Zelfs klimaatactivisten zien door de bomen het bos niet meer.

Tussen 2020 en 2030 moet er maar liefst 37.000 hectare aan nieuw bos worden aangeplant. Dat hebben het rijk en de provincies in 2020  afgesproken in de Nationale Bossenstrategie. Het plan is om in 2030 de hoeveelheid bos met tien procent te vergroten. Verschillende organisaties, waaronder Staatsbosbeheer, hebben deze opdracht onderling verdeeld en nemen de realisatie van nieuw bos voor hun rekening.

Stapje voor stapje steeds meer bos

Voor Staatsbosbeheer geldt dat zij van de 37.000 hectare nieuw bos 5.000 hectare zelf regelen. Rond deze tijd, precies op de helft van 2020 en 2030, zou Staatsbosbeheer zo’n 2.500 hectare nieuw bos geplant moeten hebben. In werkelijkheid heeft Staatsbosbeheer op dit moment slechts zo’n 1.200 hectare gerealiseerd. Dat betekent dat ze volgens hun eigen doelstelling nog vijf jaar de tijd hebben om ongeveer 3.800 hectare nieuw bos aan te leggen.

Staatsbosbeheer laat weten dat deze moeizame voortgang te maken heeft met het regelen van benodigde vergunningen van gemeenten, maar is toch positief: ‘Hoewel die vijfduizend hectare nog niet in zicht is, krijgt Nederland zo stapje voor stapje steeds meer bos.’ Inmiddels heeft Staatsbosbeheer besloten om de deadline van 2030 op de langere baan te schuiven.

In het tiende voortgangsrapport Natuur van het Interprovinciaal Overleg (IPO) en het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur werd eind 2023 teruggeblikt op de voortgang van de Nationale Bossenstrategie. In dat rapport is vermeld dat tot en met 2023 van de 37.000 beoogde hectare in totaal 1.436 hectare – inclusief de bijna 1.200 hectare nieuw bos van Staatsbosbeheer (de 1200 hectare zijn cijfers tot en met het plantseizoen van 2024/25, dus eind 2023 zal het enkele honderden hectare minder geweest zijn) – nieuw bos is gerealiseerd. Het tempo ligt, zo staat in het voortgangsrapport, ‘ver achter op de gestelde doelen’. Volgens de opstellers van dit rapport heeft het te maken met ‘aanhoudende onzekerheid over de financiering, onder meer door het wegvallen van het Transitiefonds’.

Bomen gaan ten koste van natuur en landschap

Om de doelstellingen te halen zijn gemeenten, provincies en organisaties zoals Staatsbosbeheer druk bezig met het vinden van ruimte – veelal graslanden, waar de biodiversiteit al zeer laag is, aldus Staatsbosbeheer – om er bomen te planten. Maar dat gaat ook wel eens ten koste van andere natuur. Zo zal Staatsbosbeheer naar alle waarschijnlijkheid 14 hectare aan bos en struiken planten in natuurgebied De Steendert, een stuk cultuurlandschap in West-Betuwe.

Het oorspronkelijke plan van Staatsbosbeheer was om er 37 hectare te realiseren. Daar was de voltallige gemeenteraad in 2023 fel tegen. Die zei tegen de wethouder dat er ‘geen boom’ bij zou komen in De Steendert, een historisch natuurgebied dat zich kenmerkt door smalle slootjes, oude hagen, open vlakten en weidevogels. Staatsbosbeheer kwam onlangs, op verzoek van het college van B&W van West-Betuwe, met een nieuw plan om geen 37, maar 14 hectare bos te realiseren in het natuurgebied. Daar ging de wethouder tóch mee akkoord, ondanks eerder protest van de gemeenteraad. Het college van B&W lijkt zowel de omwonenden als de gemeenteraad te hebben omzeild in de overeenkomst met Staatsbosbeheer om dit plan te realiseren. De vraag is of de plannen voor De Steendert nog kunnen worden teruggedraaid of stilgezet. Veel bewoners zijn nu juist geen fan van dit plan om een bos in De Steendert te planten. Volgens hen gaat dat ten koste van de natuur en het landschap.

Bomenkap voor biodiversiteit

Behalve dat we een CO2-probleem hebben waarvoor we duizenden hectare aan nieuwe bomen moeten planten, brengt het massaal planten van bomen op bepaalde plekken de biodiversiteit in gevaar. Terwijl het op de ene plek goed is om bomen te hebben, zijn bomen op andere plekken ongewenst omdat ze de natuur verstoren. Zo heeft op de Sallandse Heuvelrug Staatsbosbeheer, samen met Natuurmonumenten,  een ‘noodzakelijke ingreep’ gepleegd door duizenden bomen te kappen om zodoende ruimte te maken voor heide. Het zou namelijk slecht gaan met de planten en dieren in het heidelandschap, aldus de natuurbeheerders die de bomenkap verdedigen.

Andere natuurclubs, zoals Stichting Natuuralert, stellen dat het na de kap slecht gaat met de zandhagedis en roofvogels, die nu hun winterverblijven zijn kwijtgeraakt. De bomen verstoorden het  heidelandschap en moesten daarom wijken uit naam van de biodiversiteit. Volgens de Omgevingswet (voorheen Wet natuurbescherming) moet de oppervlakte bos die gekapt is, elders worden aangeplant. In het dichtgeregelde Nederland betekent het dat iemands stukje grond omgetoverd moet worden tot een nieuw bos.

In een interview met EenVandaag stelt hoogleraar natuurbeheer aan de Wageningen Universiteit David Kleijn dat hij de bomenkap wel begrijpt. ‘Als andere typen natuur het moeilijk hebben, en dat is op dit moment zo, dan is het begrijpelijk dat wat bos moet wijken om meer plek te maken voor die andere natuur.’ Ook stelt Kleijn dat het planten van bomen een ander doel dient dan het beschermen van de biodiversiteit. Het planten van bomen gebeurt omwille van de koolstofopslag. ‘Daarvoor is het nuttig dat je veel bomen hebt. Maar voor biodiversiteit is het een ander verhaal.’ Kortom: de ene biodiversiteit wordt ingeruild voor de andere.

Een artikel in het Parool met de kop ‘De boom rukt op in Amsterdam ten koste van biodiversiteit’ stelt dat in Amsterdam de biodiversiteit ‘kwetsbaar’ is. De gemeente is onlangs gekomen met een herstelplan, een plan om de biodiversiteit in de gemeente te herstellen. En de grote vijand van de biodiversiteit in het van oorsprong moerassige Amsterdam? Dat is de boom. ‘Als we niets doen wordt alles bos’, aldus stadsecoloog Florinda Nieuwenhuis. En aangezien Amsterdam nooit geteisterd wordt door een vloedgolf of een bosbrand, moet de gemeente ‘het doen met de maaimachine of de kettingzaag’. Of, om met wethouder Van der Horst te spreken, ‘voor de biodiversiteit moeten nu eenmaal kosten en keuzes worden gemaakt’.

Biodiversiteit belangrijker dan CO2-verhaal?

Met het oog op de waternatuur moeten in ieder geval bomen langs de oevers wijken. In het herstelplan erkent de gemeente dat, volgens de Bomenverordening, voor iedere gekapte boom een nieuwe boom moet worden geplant. Toch lijkt de gemeente zich daar niet aan te kunnen houden: ‘Gezien de grote opgave op gebied van aquatische biodiversiteit en waterkwaliteit kan overwogen worden de Bomenverordening aan te passen en voor biodiversiteit en waterkwaliteit een uitzonderingsclausule op te nemen.’ Heeft de gemeente dan nu al het CO2-verhaal vervangen door het biodiversiteitsverhaal?

1300 bomen weg?

Langs het kanaal Almelo-Nordhorn staan grote zomereiken. Daarvan zijn 1300 bomen gemarkeerd met een oranje stip. Deze maken onderdeel uit van een ‘inventarisatie’ van de provincie om te kijken welke bomen er kunnen worden omgezaagd om de ‘biodiversiteit te verbeteren’. JA21 Overijssel stelde na veel ophef vragen aan het college van Gedeputeerde Staten, die reageerde met de stelling dat er ‘geen 1300 bomen worden gekapt’. Wél kijkt de provincie welke bomen ze kunnen weghalen om de biodiversiteit te dienen.

De provincie zal beginnen met een pilot op één locatie, waar ze ‘slechts’ 30 bomen gaan kappen. Het resultaat van de pilot zal doorslaggevend zijn voor de provincie bij de beslissing of ze wel of niet alle bomen gaan kappen. Het heeft er alle schijn van dat door de felle reacties van omwonenden en Stichting Behoud Twents Landschap de massale bomenkap van tafel is, en nu eerst wordt gewerkt met een kleinschaliger ‘pilot’.

Door de bomen het bos niet meer zien

Voor en sinds het Klimaatakkoord van Parijs staren klimaat- en milieuorganisaties en (lokale) overheden zich blind op CO2-reductie. Bomen waren hét wondermiddel tegen de massale CO2-uitstoot van burgers en bedrijven. In rap tempo werden grootschalige plannen voor duizenden hectare nieuw bos gemaakt. Inmiddels lijken bomen op verschillende plekken juist een gevaar voor de biodiversiteit, en worden ze gekapt – weliswaar minder dan er worden geplant – om de andere natuur te redden. Nog altijd geldt de verplichting om meer dan 30 duizend hectare nieuw bos te realiseren. Elk stukje grond in Nederland heeft inmiddels een bestemming. Er moeten bossen bij, maar dat mag niet ten koste gaan van heide, en vice versa.

Tegelijkertijd pleit nota bene D66 voor het bouwen van tien nieuwe steden. Boeren willen nog blijven boeren. Boomknuffelaars vechten met biodiversiteitsstrijders, die vechten met boeren. Is er nog iemand die door de bomen het bos ziet?

Wynia’s Weekverschijnt drie keer per week,156 keer per jaar,met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, videos en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u weer mee? KijkHIER. Hartelijk dank!