Chico, ‘een zwakke spotvogel’

chico
Chico grossiert in boetes, maar hij betaalde ze nooit. ‘Ik dacht, ik ga niet betalen, ik ga toch dood.’

Dat het afkicken van harddrugs een zeer moeizaam proces is, blijkt wel uit het levensverhaal van Chico (1968). Frans, de jongerenwerker, noemde hem eens een ‘zwakke spotvogel’. Chico is een nerveus type, emotioneel en nooit zeker van zijn zaak. Hij schaamt zich voor zijn verslaving. Maar als iemand zich met hem wil bemoeien, is steevast zijn reactie: ‘Iedereen zijn eigen leven.’

Hans Werdmölder volgde jonge (Marokkaanse) misdadigers vanaf de jaren tachtig. Eerdere afleveringen van deze serie in Wynia’s Week gingen over Najib, Ilias, Abdel en Rinus.

Opname in een kliniek

Chico was dertien jaar toen hij voor het eerst werd aangehouden vanwege een winkeldiefstal. Hij laat zich snel door anderen beïnvloeden, zo is hij ook verslaafd geraakt. Het chinezen, het inhaleren van de verhitte en vloeibare heroïne op aluminiumfolie via een buisje, gebeurt ook zo nu en dan in het clubhuis.

Een keer heb ik avonddienst. Het is merkwaardig rustig in het bargedeelte van het clubhuis, zodat ik een kijkje neem in het zaaltje. Af en toe hangen de jongens daar rond om niet te veel in het oog te vallen. Ik zie niemand en voor de zekerheid open ik de keukendeur. Ik schrik, want onder het licht van een aanstekervlam zie ik Appie, Chico en Abdel heroïne snuiven.

De jongens voelen zich op heterdaad betrapt en Appie pakt gauw zijn mes. Ik stamel: ‘Hier wordt niet… hier wordt niet…’ ‘Wat wordt hier niet, zegt Appie. ‘Je weet precies wat ik bedoel,’ antwoord ik. De jongens verlaten gauw het clubhuis. Ik keer terug naar mijn plek achter de bar en vraag mijzelf af of ik kordaat genoeg ben opgetreden.       

Chico, een bijnaam, is ook even actief geweest als handelaar in cocaïne en LSD-strips op de Zeedijk. In 1986 wordt zijn verzoek tot naturalisatie geweigerd, vanwege de vele antecedenten en verslaving aan verdovende middelen.

In 1988, hij was toen al vier jaar onder de dope, heb ik hem geïnterviewd in een afkickkliniek voor verslaafden, Parkweg Binnen. Chico wilde dolgraag stoppen met de dope, maar de motivatie om af te kicken ontbrak. Op een weekeinde is hij met vrienden gaan stappen. Straalbezopen meldt hij zich weer in de kliniek, maar hij hoefde niet meer terug te komen.

‘Laaghangend fruit’

In 2010 ben ik weer op zoek naar Chico. Via via heb ik gehoord dat hij nog steeds verslaafd is aan drugs. Dat zou betekenen dat hij bij politie en justitie bekend moet zijn. Ik meld mij bij het politiebureau op de Beursstraat. Daar krijg ik een kleurenfoto van Chico onder ogen, waarvan ik schrik. Met moeite herken ik hem. Ik zie een mager ingevallen gezicht, een getekend gelaat. Bij de politie staat Chico geregistreerd als een harddrugsgebruiker, code twee.

In totaal staan 26 antecedenten op zijn naam, op grond van 30 delicten. Ik ga verder op zoek. Misschien staat Chico op de lijst van potentiële ISD’ers, de lijst met potentiële veelplegers. Dat blijkt niet het geval, daarvoor zijn z’n criminele activiteiten kennelijk nog niet heftig genoeg.

Chico valt in de categorie ‘laaghangend fruit’, meldt de dienstdoende agent. Toch is er wel iets over hem bekend. Ik lees: ‘Aanhouding in de tram. Persoon maakt een verwarde, overspannen indruk. Schuim staat op de bek. Gestoord, te vies om aan te pakken.’‘We kennen hem vanaf 1996’, meldt een diender in zijn rapport.

Chico staat ingeschreven op het adres Valckeniersstraat, de methadonpost van de GGD. Als postadres heeft hij IJsbaanpad opgegeven, het adres voor klanten met een uitkering die niet over een vast woonadres beschikken.

Ik zet mijn zoektocht voort. Het spoor leidt naar het inloophuis voor verslaafde dak- en thuislozen, de Princehof op de Amsterdamse wallen. Er is daar ook een balie met spuitenomruil. Chico komt er regelmatig. De directrice laat mij weten geen mededelingen te kunnen doen op grond van de wet op privacy.’ Ik laat nog een keer mijn mobiel nummer achter.

Ditmaal belt Chico uit eigen beweging, nieuwsgierig naar ‘die Hans die naar hem op zoek is’. De mensen van het inloophuis hebben hem verteld dat ik misschien een deurwaarder zou kunnen zijn. Vandaar zijn aarzeling om zomaar contact met mij op te nemen.

We maken een afspraak op het Weteringscircuit. Daar tref ik Chico aan op een bankje. Hij zit in het zonnetje en herkent mij meteen. Hij weet zelfs nog dat hij een keer bij mij thuis is geweest, iets dat ik mij niet meer kan herinneren. Chico draagt een keurig, gestreken overhemd en een nette broek. Drie jaar geleden is hij afgekickt. Af en toe heeft hij een klusje, dan helpt hij een vriend die een huis verbouwt. Hij zoekt werk, maar het moet wel licht werk zijn.

Een leven getekend door drugs

Chico heeft een zwaar leven achter de rug, een leven getekend door drugs. Hij heeft ook een aantal keren vastgezeten. ‘Ja, natuurlijk,’ zegt hij. Je hebt geld nodig. Je probeert wat bij te verdienen door nepdrugs aan toeristen te verkopen, dat soort dingen.’ Chico grossiert in boetes, maar bekeuringen betaalde hij nooit. ‘Ik dacht, ik ga niet betalen, ik ga toch dood.’ Drie jaar geleden heeft hij stappen gezet om definitief af te kicken.   

Hij is naar de Jellinekkliniek gegaan en heeft een afspraak gemaakt, in begeleiding van een maatschappelijk werker van het inloophuis. ‘Ze moesten daar alles weten, over je familie, je broers en zussen, alles. Ik vroeg hen wat dat met mijn verslaving te maken heeft. Ik moest ook steeds weer terugkomen. De derde keer zeiden ze dat ik niet meer hoefde te komen. Ze vonden mij niet serieus genoeg. Ik was echt kwaad, woedend was ik.’

Toch is hij op eigen kracht afgekickt. Het keerpunt was een spontane ontmoeting in de tram met de broer van Abdelkader, een verlopen junk. Die zag er mager en vies uit. Chico vroeg zich af hoe hij zelf eruit zou zien. Het werd een harde confrontatie met zichzelf in de spiegel. Hij schrok.

‘Toen ben ik zelf gaan afkicken. Dat was helemaal niet gemakkelijk. ‘Ik heb veel nachtmerries gehad,’ vertelt hij me. ‘Het was echt heel moeilijk. Ik heb het een paar dagen volgehouden, daarna een week en daarna heb ik het steeds volgehouden. Mijn familie geloofde het eerst niet. Nu ben ik al drie jaar clean.’ Hij rookt wel af en toe een sigaret.

Schuldregeling  

Chico is een keer getrouwd geweest, dat was in de jaren negentig. Na vier jaar is hij van zijn Marokkaanse vrouw gescheiden, de oorzaak was zijn verslaving. Er zijn geen kinderen uit het huwelijk geboren. Nu heeft hij nu al weer een tijdje een nieuwe vriendin, maar daar laat hij weinig over los. Hij woont bij haar in.

Chico vertelt me dat hij twee keer geslachtsziekte heeft gehad. Hij had gevreeën zonder condoom, hij was doodsbang dat hij aids zou hebben. ‘Ik was echt bang dat het met mij zou zijn gedaan. Gelukkig heb ik het overleefd, maar daarna heb ik mijn lesje wel geleerd.’ In die tijd had hij nog wel contact met zijn oude maat uit het clubhuis, Abdel.

Volgens Chico is Abdel te goed voor deze wereld. De junkies waarmee hij optrok hebben misbruik van hem gemaakt. Een keer had een junk zelfs zijn huissleutels ingepikt.

Zijn jongere zus heeft heel veel voor hem gedaan. Door haar bemiddeling is hij in een huis voor Begeleid Kamerwonen terechtgekomen. Chico zit in een schuldregeling. Nog vier maanden te gaan, dan zijn alle schulden betaald.

Hoe het verder met hem zal gaan, blijft voor mij een vraag. Ook kan ik geen antwoord geven of hij nu wel of niet definitief gestopt is met drugs en een conventioneel bestaan leidt. Ik nodig hem uit om samen bij Abdel op bezoek te gaan. Abdel is schizofreen en zit in een huis voor begeleide kamerbewoning. Daar is het nog  niet van gekomen.

Antropoloog en criminoloog Hans Werdmölder publiceerde in 2021 ‘Den Hollander, dwars boegbeeld van de Nederlandse sociologie’, de monumentale biografie van de grote Nederlandse socioloog en Amerikanist Arie den Hollander. Meer informatie en bestellingen HIER.