Corona heeft veel verliezers. Plus een enkele winnaar.

In oorlog en crisis worden de kaarten opnieuw geschud en dat
is in deze crisis niet anders. Na afloop zijn er nieuwe machthebbers, nieuwe
technieken, nieuwe gewoonten. We lopen dertien kansrijke winnaars en mogelijke
verliezers langs. Van de AOW-leeftijd tot de winkelstraat. Van videovergaderen
tot de democratie.
‘Never waste a good
crisis’ zei Winston Churchill, en dus zijn er ook altijd bedrijven en belangen
die in een crisis een kans zien. Zoals op de ochtend van donderdag 26 maart
2020, toen enkele tientallen Nederlandse multinationals en exporterende
branches samen met ondernemerslobby VNO-NCW de koppen bij elkaar staken met de
bewindslieden Sigrid Kaag (D66, export) en Hans Vijlbrief (D66, belastingen).
De inzet: als de ontwikkeling rond de Corona-pandemie er ook
maar enigszins de mogelijkheid voor biedt, moet Nederland qua export als eerste
uit de startblokken schieten, om de concurrentie een slag voor te zijn. Anders
gezegd: het gaat niet alleen om bestaande exportmarkten. Nee, Corona is ook een
kans. Corona leidt niet alleen tot verliezers. Er zijn ook winnaars.
1. China verliest en wint
Het Corona-virus begon met het begin van de winter in China,
maar lijkt daar met het begin van de lente in belangrijke mate onder controle. Hoewel
de leiding van de Chinese Communistische Partij het virus eerst ontkende, lijkt
de partijleiding vervolgens met strikte maatregelen behoorlijk effectief te
zijn geweest. China laakt nu juist lakse westerse maatregelen, maar stelt zich
wel behulpzaam op.
China mag dan ‘de veroorzaker’ van het virus zijn en ook
zowel binnenslands als in de export serieuze economische schade oplopen, maar
die schade staat waarschijnlijk in geen verhouding tot de schade in het westen.
China’s positie in de wereld wordt door de Corona-pandemie versterkt. Dat geldt
ook in ideologisch opzicht. Als een totalitair land als China het minst geraakt
wordt, is dat een opsteker voor totalitaire ideologieën.
2. De Europese Unie verliest, maar wint ook
De reactie van de landen van de Europese Unie op de
Corona-uitbraak was chaotisch en ontoereikend. De neiging tot samenwerking in
Europees verband was verbazingwekkend klein. Het was ieder voor zich en op
eigen houtje. De geloofwaardigheid van hoogdravend eurofiel gedachtengoed liep
een ernstige knauw op.
In Nederland waren de meest eurofiele partijen (GroenLinks,
D66) het meest gecharmeerd van de opvallende Alleingang van het kabinet-Rutte,
waarin geen enkele samenwerking met buurlanden te herkennen was en ook
aanwijzingen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) werden genegeerd.
Italië en Spanje – de in een vroeg stadium meest getroffen
landen – eisten met steun van Frankrijk al snel massieve financiële steun van
de Europese Unie. Niet alleen de monetaire ‘bazooka’ van de Europese Centrale
Bank en geld uit de Europese begroting, maar ook onbegrensd geld uit het
noodfonds ESM dat is opgericht om nieuwe eurocrises in te dammen. Plus de
introductie van Europese staatsleningen (‘eurobonds’) om zo geld op te halen
voor Italië en Spanje. Op de avond van 26 maart moest tegenstander Mark Rutte
door de pomp. Het ESM-geld komt er, zij het onder voorwaarden. Maar Angela
Merkel en Rutte hielden de eurobonds voorlopig nog tegen.
Ook op wereldschaal staat de Europese Unie er slecht voor
door de Corona-pandemie. Dat Rusland en China beiden hulp sturen naar Italië
wrijft dat feit nog eens in. De economische klap zal giga zijn en wordt dieper,
vooral als de plaag tot eind 2020 of zelfs langer duurt.
Maar de Europese Unie is ook een potentiële winnaar. De
Europese integratie is zelf het product van een crisis (de Koude Oorlog). De
Europese Gemeenschap nam een sprong in reactie op de economische crisis van de
jaren tachtig. De EU nam een volgende sprong – de euro – in reactie op het
einde van de Koude Oorlog. Ook de eurocrisis leidde tot meer ‘Brusselse’
bevoegdheden.
Met de Corona-crisis zal dat niet anders zijn. De eurobonds
– decennia lang tegengehouden door Duitsland en Nederland – zullen op enig
moment een feit zijn, evenals een bankenunie waarin alles met iedereen
‘solidair’ moeten zijn. De transferunie – van noord naar zuid, doorgaans – is
dan bijna compleet.
3. Het klimaat is uit
Voor zo lang het duurt. De alarmklokken over het klimaat
luiden steevast luid als het economisch goed gaat, maar vallen weg als het
slecht gaat. Klimaatbeleid is in zoverre een luxe fenomeen, dat het vooral in
goede tijden de kop opsteekt. Het is ook in hoge mate een morele zaak en
daarmee altijd meer iets Europees (Noord-Europees, vooral) en in ruimere zin
iets westers. Andere landen bekommeren zich zo mogelijk nog wel om hun milieu,
maar niet zozeer over het wereldweer.
Typerend is dat Al Gore in de jaren 2006-2007 veel succes
had met zijn klimaatcampagne, maar dat die in de jaren 2008-2011 vrijwel werd
weggewaaid door de financiële crisis. Pas in 2015, toen ook de eurocrisis
goeddeels was beteugeld, was er weer ruimte voor een klimaatcampagne: het
Akkoord van Parijs.
In Nederland gaan Haagse ministeries vooralsnog gewoon door
met omstreden en vaak kostbare klimaatmaatregelen, zoals het doorvoeren van het
gasverbod voor woningen. Maar het begrip daarvoor – zoals weer 200 miljoen euro
voor huurwoningen die van het gas af moeten – wordt begrijpelijkerwijs kleiner.
Ook de animo om snel extra klimaatmaatregelen te nemen omdat de Stichting
Urgenda kort voor kerst van de rechter gelijk kreeg neemt niet bepaald toe.
Tegelijk zijn het klimaat, de natuur en het milieu
natuurlijk ook – hoe cynisch het ook klinkt – winnaars van deze pandemie. Als
de mens zich gedwongen gedeisd moet houden, thuis moet blijven en niet mag werken
is dat voor zo lang het duurt goed voor de terugdringing van CO2-uitstoot en de
vervuiling van bodem, lucht en water. Maar of dat beklijft?
4. Open grenzen zijn voorlopig even uit
Nederland heeft alleen het vliegverkeer naar allerlei landen
geheel of gedeeltelijk gesloten, maar in de rest van Europa (en de wereld) zijn
er veel striktere beperkingen aan het grensverkeer. Het heeft er alle schijn
van dat het kabinet-Rutte daarbij meer dan elders economische overwegingen laat
prevaleren.
Maar in het algemeen is het eerder zo omarmde idee van de
open grenzen ook binnen de Europese Unie frappant snel ingestort. Dat gebeurde
al op een beperkt aantal plaatsen in reactie op de migratiecrisis (2015 en
verder) en daar komt ‘Corona’ nu overheen. Zelfs de Nederlands-Belgische grens
is van Belgische zijde gesloten. De wereld zonder grenzen blijkt onder deze
omstandigheden een illusie. Grenzen blijken weer bescherming te kunnen bieden,
althans een idee van bescherming.
5. ‘Digitaal’ maakt een nieuwe reuzensprong
Gaan winkelstraten ooit herstellen van de reuzensprong van
digitaal bestellen en thuisbezorging? Waar horeca, toerisme, transport, cultuur
en recreatie geheel of gedeeltelijk stil liggen, zijn er immers nieuwe kansen
voor online bestellen en thuis laten bezorgen. Het thuiszitten maakt digitaal
creatief. Alle kans dat een deel van het nieuwe digitale consumentengedrag
beklijft.
Zo kunnen de boodschappendiensten van supermarkten en
digitale supermarkten de vraag niet of nauwelijks aan, nu er veel nieuwe
toetreders zijn. Een buitenkans is het ook voor een firma als ‘Thuisbezorgd’
die maaltijden bezorgt. Dan zorgt het ‘huisgebod’ ook voor nieuwe
consumentenvraag, van bordspellen tot diepvrieskisten en roeimachines. Een
groot deel van die bestellingen wordt ook digitaal besteld en vervolgens
thuisbezorgd.
Hoe treurig ook: voor veel ‘gewone’ middenstanders en
horecabedrijven wordt ‘Corona’ de doodklap. Ze hebben nu geen of weinig
klandizie en geen vet op de botten en zullen de crisis niet overleven of daarna
ook nog eens klandizieverlies moeten zien te overleven.
Voor veel winkelstraten en binnensteden was het al lastig
concurreren met de digitale concurrentie. De winkelstraat krijgt door Corona
een nieuwe klap. De concurrentie: digitale dozen die het landschap vervuilen.
6. Democratie, rechtsstaat en privacy zijn verliezers
Een pandemie als Corona kan, zo laat het zich aanzien, het
best bestrijden met duidelijke en harde maatregelen. Op die gedachte bestaat
ook een Nederlandse variant: steeds iets harder optreden naarmate de mensen
daar om vragen dan wel als ze zich er niet naar gedragen.
Opvallend is dan weer dat Nederlandse politieke partijen die zich graag en vaak keren tegen wat ze ‘populisten’ noemen (PVV en FvD, vooral) omdat die een autoritair leiderschap zouden nastreven deze ‘populisten’ kwalijk namen dat die zich niet achter het leiderschap van premier Mark Rutte schaarden. Zie ook het artikel van Coen de Jong in deze Wynia’s Week.
Hoe dan ook gaan ingrijpende maatregelen die die rechten en
vrijheden inperken in tegen de geest van de rechtsstaat – hoe nodig ze ook mogen
zijn. De manier waarop ze tot stand komen zijn ook eerder technocratisch en
autoritair dan democratisch.
De Hollandse variant luidt dan dat er wellicht meer overlegd
wordt met bedrijven en belangen dan met de volksvertegenwoordiging. Het
draagvlak wordt eerder gezocht in de lobbycratie dan in de democratie. Een van
de gevaren van bijzondere omstandigheden is, dat het leidt tot uitzonderingen
die geen uitzonderingen blijven. Bijzondere bevoegdheden worden niet makkelijk
opgegeven.
7. Migratie en overbevolking zijn even uit beeld
De Nederlandse bevolking groeide in 2019 met een
recordaantal van 132.000 personen, waarvan 114.000 doordat er meer binnenkwamen
dan vertrokken. Voor leiders van VVD en CDA was dat rond de jaarwisseling
aanleiding om aan de bel te trekken over immigratie en overbevolking.
Kandidaat-lijsttrekkers als Mark Rutte en Hugo de Jonge deden dat ook, zo werd
met rede verondersteld, in het zicht van de Kamerverkiezingen van maart 2021.
Inmiddels heeft ‘Corona’ alle andere verkiezingsthema’s weggevaagd. Wat ook
meespeelt is, dat Oost-Europeanen – immigranten! – in deze tijden hun
werkplaatsen in Nederland nu hebben verlaten, tot verdriet van bijvoorbeeld de
land- en tuinbouw.
8. De coalitie van RutteDrie zit weer stevig in het zadel
Vanaf eind 2019 rommelde het in de coalitie van VVD, CDA, D66
en ChristenUnie. Sterker: zelfs premier Mark Rutte maakte er nog eind februari
tijdens zij wekelijkse persconferentie zonder veel tegenzin melding van dat het
schuurde binnen de coalitie. Anders geformuleerd: de coalitiepartijen waren
zich aan het profileren, richting verkiezingen. Inmiddels is er een grote
bereidheid onder de bevolking om zich achter het leiderschap van de premier te
scharen. Die bereidheid is breekbaar als een vaasje, maar voorlopig hebben
kabinet en coalitie in politiek opzicht de wind mee.
9. De ene expert is de andere niet
Als het tot een parlementaire enquête mocht komen als de Corona-crisis eenmaal voorbij is, dan zal er niet alleen lof zijn. Een serieuze kandidaat voor ernstige kritiek is het RIVM, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. De Rijksoverheid heeft de bejegening van pandemieën als deze goeddeels in handen gegeven van instituten als RIVM. Maar het RIVM stapelde de ene misrekening op de andere. Zie ook het artikel van Eduard Bomhoff in deze Wynia’s Week.
10. De staatsgreep wordt groter
Anders dan vaak gedacht, was er het afgelopen decennium geen
sprake van een terugtredende overheid, ook in Nederland niet. De
kabinetten-Rutte hebben doorgaans ieder jaar weer een groter beslag gelegd op
de economie dan het voorgaande jaar. Met ‘Corona’ wordt er in dat opzicht een
nieuwe sprong gemaakt.
De greep van de staat op het leven is sinds de Tweede
Wereldoorlog en de politionele acties in Indonesië mogelijk niet zo groot
geweest. Dat geldt ook voor de overheidsbemoeienis met de economie. Dat de
overheid tot 90 procent van de loonbetalingen overneemt is daarvoor
illustratief.
11. De overheidsfinanciën doen er niet meer toe
Tot vijf jaar geleden had Nederland maar één doel: uit de
gevarenzone van het begrotingstekort raken, liefst een begrotingstekort krijgen
en houden en de staatsschuld reduceren, in ieder geval onder de 60 procent van
het nationaal inkomen dat Brussel wenselijk vindt. Inmiddels zijn alle panelen
verschoven, en wel in drie fasen.
Tijdens de kabinetsformatie van 2017 werd het
klimaatkoploperschap van Nederland het nieuwe doel. In de zomer van 2019
lanceerde minister Wopke Hoekstra (CDA, financiën) het idee om voor 10-tallen
miljarden (50, wellicht) een ‘investeringsfonds’ op te richten, gebaseerd op
bijgeleende staatsleningen. De overwegingen: geld kost (nu) toch niets.
In maart 2020 was het investeringsfonds van Hoekstra snel
buiten beeld, maar nu werden alle ‘diepe zakken’ van Hoekstra open gesteld voor
steunmaatregelen voor de economie. En dat is iets anders dan ‘investeren’, dat
is ‘op de been houden’. De staatsschuld mag à raison van 90 miljard boven de 60
procent uitstijgen, en meer ook. Zorgen voor de overheidsfinanciën – zo
dominant in de eerste vijf Rutte-jaren – zijn volledig buiten beeld geraakt.
12. Thuiswerken en videovergaderen kunnen wel eens blijvertjes blijken
Onder crisisomstandigheden verkruimelen gewoontes die eerder
al niet altijd rationeel waren. Fabrieken, bouw, havens en ziekenhuizen kunnen
moeilijk zonder fysieke aanwezigheid van het personeel. Maar voor kantoren en
zelfs voor scholen staat dat nog niet zo vast. Thuiswerken en desnoods
videovergaderen stonden bij de leiding van veel bedrijven vaak in een kwade
reuk. Maar nu het kan omdat het moet, zal het deels ook blijven als het ook
weer anders kan. Ook goed tegen de files. En dus voor klimaat en milieu.
13. De vergrijzing wordt afgetopt
Het Corona-virus slaat zijn slag vooral bij ouderen, hele
ouderen in het bijzonder. Naarmate die leeftijdsgroepen groter worden – ook in
verhouding tot relatief afnemende aantallen jongeren – wordt ‘de vergrijzing’
als een groter probleem gezien. Sinds de eeuwwisseling ging dat steeds vaker
gepaard met vijandig gedrag van jongeren (‘millennials’) omdat ouderen
(‘boomers’) hen in de weg zouden zitten, ook qua welvaart.
Feit is dat ouderen doorgaans niet (meer) productief zijn en
een relatief groot beroep doen op de collectieve financiën (inkomen, zorg).
Eerdere griepgolven hebben al laten zien, dat die er voor zorgen dat vooral
ouderen daar door worden getroffen. Een neveneffect is, dat de
levensverwachting niet meer stijgt. ‘Corona’ zal een soortgelijk effect hebben.
De stijging van de AOW-leeftijd zat al in de ijskast en kan daar nu mogelijk
voor langere tijd blijven.