De Europese economie raakt steeds verder achterop bij de VS. En dus is niet meer, maar mínder Brusselse bemoeizucht nodig

WW Vervloed 27 april 2024
Bij de invoering van de euro was de Amerikaanse economie 11 procent groter dan de Europese. Dat verschil is nu 30 procent. Beeld: Europees Parlement.

Op de Europese Raad van 17 en 18 april werd het rapport van de Italiaanse oud-premier Enrico Letta besproken. Het ‘independent High-Level Report on the future of the Single Market’ werd opgesteld op verzoek van de raad om iets te doen aan het probleem dat de economische groei van de EU achterloopt bij die van de Verenigde Staten. Een rapport van Mario Draghi, een andere Italiaanse oud-premier, opgesteld op verzoek van commissievoorzitter Ursula von der Leyen, over de vraag ’hoe de concurrentiekracht van de EU te versterken in een gewijzigde geopolitieke context’, wordt verwacht in juni.

De kloof tussen de VS en de EU is de afgelopen 25 jaar verdrievoudigd. Bij de invoering van de euro was de Amerikaanse economie 11 procent groter. Dat verschil is uitgegroeid tot 30 procent. Op een breed front raakt de EU steeds verder achterop.

Het verschil is nog schrijnender als wordt gekeken naar het nominale bruto binnenlands product (bbp). Waar de eurozone rond de 15 biljoen dollar blijft hangen, zit de VS nu al op 27 biljoen dollar (plus 80 procent), al komt een deel hiervan door de waardevermeerdering van de dollar.

Voltooiing van de interne markt

Letta pleit in zijn rapport voor de voltooiing van de interne markt, meer specifiek voor verdere integratie van kapitaal-, telecom- en energiemarkten en voor het verminderen van bureaucratie en regeldruk. De belangrijkste aanbeveling is de vorming van een kapitaalmarktunie. Het bankwezen in de EU blijkt onvoldoende in staat om bedrijfsinvesteringen te financieren en met een kapitaalmarkt komt privaat (durf)kapitaal beschikbaar. Dat is vooral van belang voor het mkb.

De aanbevelingen van Letta landden op vruchtbare bodem. De Europese Raad nam ze grotendeels over, behalve op het gebied van financiering en fiscaliteit. Diverse lidstaten zien niets in meer geld naar ‘Brussel’ en lidstaten als Luxemburg en Ierland zien hun verdienmodel als belastingparadijs niet graag verdwijnen.

Maar meer financiering is ook niet nodig. De voltooiing van de interne markt hoeft helemaal geen geld te kosten. Om de interne markt optimaal te laten functioneren dienen eerst en vooral alle obstakels voor economische groei te worden opgeruimd. Begrotingsruimte kan zelfs worden vrijgespeeld door geen onnodig geld aan klimaatbeleid te besteden. De industrie hoeft niet ondersteund. Verlos het liever van knellende regelgeving. Financiering kan via de kapitaalmarkt.

Belastingharmonisatie is evenmin nodig. In de VS concurreren de ‘states’ zonder probleem levendig met elkaar op belastinggebied. Kortom, maak eindelijk eens werk van de ambities die de EU in 2000 heeft vastgelegd in de zogenoemde Lissabon-agenda, ‘to become the most competitive and dynamic knowledge-based economy in the world’.

Daar is tot dusverre niet veel van terecht gekomen. In plaats van naar innovatie gaat er relatief veel EU-geld naar de oude economie. Bij de allocatie van de gemeenschapsgelden domineren de gevestigde belangen en liggen nepotisme en corruptie op de loer. We zagen dit al bij de cohesiefondsen en zien dit momenteel bij de besteding van de coronaherstelgelden (in Italië en Griekenland).

De vervolmaking van de interne markt liep voorts averij op omdat lidstaten via allerlei beschermingsconstructies hun eigen bedrijfsleven bevoordeelden en de Europese Commissie niet of nauwelijks ingreep om dit gedrag te corrigeren. Markten bleven daardoor gefragmenteerd en schaalvergroting bleef uit, een voorwaarde voor de creatie van succesvolle internationale spelers. In tegenstelling tot de VS waar firma’s vanwege de ene grote markt wél de gelegenheid kregen om te groeien.

Amerikaanse bedrijven hebben meer vrijheid

De vergelijking met de VS snijdt hout. Daar wordt het bedrijfsleven niet opgezadeld met knellende regelgeving (80 procent van de wetgeving in de EU komt inmiddels uit ‘Brussel’), dure energie en een ondernemersonvriendelijk overheidsbeleid. De basisregel in de VS is dat alles mag, tenzij het expliciet verboden is. In de EU is het andersom: niets mag, tenzij het is toegestaan.

Van die vrijheid maakt het Amerikaanse bedrijfsleven gebruik om te ‘ondernemen’, winst te maken door risico’s te nemen. Met behulp van risicodragend privaat (durf)kapitaal worden investeringen gefinancierd. Op een hoogontwikkelde kapitaalmarkt, die in de EU niet bestaat. De Europese financiële markten zijn versplinterd en risicokapitaal is nauwelijks voorhanden. Zeker niet voor het mkb, dat afhankelijk is van een bankwezen dat strikte eisen stelt aan financiering, met bovendien hoge kosten.

Dat Letta pleit voor een EU-kapitaalmark is derhalve een goede aanbeveling. Waar hij de fout ingaat, is door al een (gedeeltelijk) voorschot te nemen op het rapport van Mario Draghi. Veel is al uitgelekt. De belangrijkste aanbeveling van Draghi zal zijn om een omvangrijk industriefonds in het leven te roepen om zo de VS en China de loef af te steken. Eerlijke concurrentie is er volgens Draghi niet meer. Grootmachten als de VS en China gaan steeds meer over tot protectionistisch beleid.

De ideeën van Draghi zijn een antwoord op de Inflation Reduction Act van Joe Biden, die subsidies in de vorm van belastingfaciliteiten geeft aan bedrijven die in de VS investeren. Leegloop van de EU-industrie naar de VS is uiteraard niet de bedoeling.

Voor de financiering van zijn plannen wil Draghi eurobonds gebruiken. Dat is een verkeerde reactie. De VS kent geen industriepolitiek. Het stimuleren van investeringen via belastingfaciliteiten is iets anders, namelijk een protectionistische maatregel om de industrie die naar lage lonen landen was verhuisd, terug te halen. Meegaan in dergelijk protectionistisch beleid is onverstandig. Dat leidt tot een ‘race to the bottom’.

Zowel industriepolitiek als eurobonds zijn een slecht idee. Industriepolitiek heeft nog nooit gewerkt – de overheid moet niet op de stoel van de ondernemer gaan zitten – en eurobonds betekenen in de praktijk financiering van de zuidelijke lidstaten (inclusief Frankrijk) door de noordelijke.

Geen goed geld naar kwaad geld gooien

Over de voorstellen van Letta en de bespreking daarvan in de Europese Raad zei minister-president Mark Rutte dat ‘Nederland bereid is om soevereiniteit op te geven voor een sterkere interne markt’. Velen vielen over deze opmerking. Ten eerste is Rutte demissionair en ten tweede wil de meerderheid van de Nederlandse bevolking niet meer, maar juist mínder EU.

Ruttes gewraakte opmerking over het overhevelen van soevereiniteit ging echter specifiek over de creatie van een kapitaalmarktunie zoals in de VS. Waardoor meer privaat (durf)kapitaal ter beschikking komt voor het bedrijfsleven. Ik denk dat hij daarin gelijk heeft.

Letta adviseert de voltooiing van de interne markt om de opgelopen achterstand met de VS in te lopen. Prima, maar verwijder tevens de obstakels waar het bedrijfsleven in de VS geen last van heeft. En ga als overheid niet op de stoel van de ondernemer zitten. Industriepolitiek en eurobonds zijn niet nodig, dat is goed geld naar kwaad geld gooien. Beter is de huidige verstikkende regelgeving, ondernemingsonvriendelijk overheidsbeleid en structureel hoge energiekosten weg te nemen en de interne markt te voltooien met een kapitaalmarkt. Oftewel: ophouden met onszelf op achterstand te zetten.

Johannes Vervloed was gedurende bijna vier decennia verbonden aan het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken, met als standplaatsen onder meer Jakarta, Sint-Petersburg en Parijs. 

Wynia’s Week verschijnt twee keer per week, 104 keer per jaar. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank