De kritiek van Trump op ambtenaren en de media is ook van toepassing in Nederland

De hulp inroepen van Elon Musk was een meesterzet van de net herkozen president Donald Trump. Bij X annex Twitter had Musk zo’n 80 procent van de managers ontslagen, met als uitleg: ‘Middenniveau-managers willen laten zien hoe belangrijk ze zijn, maar tegelijk ook geen risico lopen. Dus breiden ze hun imperium uit met extra ondergeschikten, maar bewegen verder zo min mogelijk.’
Zo ging Musk aan het werk bij de overheid, en hield in het voorbijgaan ook een grote opruiming in de DEI (Diversity, Equity and Inclusiveness) bureaucratie. Net als bij ons was er in de VS hevige discriminatie van blanke mannen (maar wel minder discriminatie van ouderen dan in Nederland, met een president van 78, senatoren in de 80 en topbelegger Warren Buffett van 94). Sommige medische faculteiten, bijvoorbeeld die van de Universiteit van Californië in Los Angeles (UCLA), hadden zo’n scheef – en trouwens onwettig – voorkeursbeleid voor selectie van hun studenten dat zelfs de vakbekwaamheid van de afstuderende artsen in gevaar kwam.
Ambtenaren aan de macht
Trump heeft als voordeel dat hij de hele uitvoerende macht aanstuurt; in Nederland heeft een minister-president die bevoegdheid niet, en individuele ministers zullen bang zijn dat – als ze energiek starten – het met hen net zo zal aflopen als in 2023 met de onfortuinlijke VVD-onderwijsminister Dennis Wiersma. Die vond dat de Inspectie van het Onderwijs wel wat vaker en grondiger kon inspecteren, maar werd vervolgens door ambtelijke sabotage weggepest. Hoor en wederhoor bleken daarbij niet nodig. Zo blijven in Nederland de ambtenaren aan de macht.
Niet zo in Amerika. Noem Trump wild, ‘over the top’ en een olifant in de porseleinkast, maar hij moet iets doen aan de veel te hoge staatsschuld, de onmacht om de eigen marineschepen nog te onderhouden (terwijl China steeds meer dreigt bij Taiwan), en aan een door bureaucratie en woke verlamde overheid. Het is niet waarschijnlijk dat Republikeinse presidentskandidaten als John McCain (2008) en Mitt Romney (2012), als ze waren gekozen, de daadkracht van Trump hadden getoond.
Naast zijn werk met Musk in de ambtenarij gaat Trump luidruchtig door met kritiek op de media, met name The New York Times en de nieuwszenders op tv. Is dat chique? Nee. Is dat nuttig en nodig? Trump vindt kennelijk van wel, en wie kan het hem kwalijk nemen na alles wat hij heeft meegemaakt? Eerst in 2016 de campagne van Hillary Clinton, die stiekem betaalde voor het foute Steele-dossier waarin Trump van allerlei verzonnen wandaden werd beschuldigd. Daarna het langdurige onderzoek van oud-FBI directeur Muller die zijn eigen criminele mensen uit de wind probeerde te houden, maar bleef insinueren dat Trump de wet had overtreden. Toen Trumps ervaren minister van justitie William Barr dat rechtzette, kreeg ook die weer de media over zich heen.
En dan waren er in 2020 en 2024 natuurlijk de pogingen van bijna alle media en van de hele Democratische partij om Bidens dementie te ontkennen. Steeds had het bestrijden van Trump prioriteit boven eerlijkheid. Zo raakten burgers steeds meer hun vertrouwen in de media kwijt. En dan werd Trump in juli 2024 ook nog het slachtoffer van een bijna fatale moordaanslag door incompetentie bij de FBI…
Tijd voor een ommezwaai
Trump wijst de ambtenaren en de ‘failing media’ aan als belangrijkste oppositie. Maar wie zijn bij ons de tegenstanders van Geert Wilders en Caroline van der Plas en van de 4,2 miljoen Nederlanders die bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2023 hebben gestemd op PVV, BBB of NSC en die nu zijn gefrustreerd door het weinige wat het kabinet-Schoof tot nog toe heeft bereikt? Is het de krachtige en welsprekende kritiek van GroenLinks-PvdA en van D66 die verklaart dat nu alweer wordt gesproken over een volgend kabinet zonder PVV en BBB? Ik denk het niet.
Er zijn in de Europese geschiedenis veel voorbeelden van politici die eerst de elite en daarna de kiezers wisten te overtuigen dat het tijd was voor een ommezwaai. Denk aan Groot-Brittannië, waar het Harold Wilson in 1963 lukte met zijn ’thirteen wasted years’, en daarna Margaret Thatcher met haar ‘Labour isn’t working’ (1979) en Tony Blair met zijn ‘New Labour’ (1997). Bij ons in Nederland, met altijd coalitieregeringen, is dat moeilijker, maar het leek Pim Fortuyn – een vrij man, niet gebonden aan coalitie-calculaties – in 2002 te lukken met zijn kritiek op Paars. Twintig jaar later is het te veel eer voor Rob Jetten, Frans Timmermans of Jesse Klaver om erkend te worden als intellectuele hoofdaanvoerders van een breed verzet tegen het kabinet van Dick Schoof.
De echte weerstand tegen PVV, BBB en NSC komt, zo lijkt het, van de NPO die nog steeds iemand als Ed Nijpels een podium geeft over klimaat. Van de ambtenaren bij de Belastingdienst die beweren dat er de komende jaren niets kan worden veranderd aan belastingtarieven en toeslagen. Van het Planbureau voor de Leefomgeving dat onwetenschappelijk, onbetrouwbaar en onbehulpzaam oreert over stikstof, biomassa en kernenergie. Van de massa’s ‘bestuurskundigen’ die klimaatminister Sophie Hermans niet durven te vertellen dat snel doorzetten met kernenergie de juiste aanpak is. En van dagbladen als NRC en de Volkskrant met hun neiging tot antisemitisme en hun reflex om alles wat tegenvalt te wijten aan zwakke ministers en nooit aan obstructie door ambtenaren.
Twee voorbeelden, beide over PVV-asielminister Marjolein Faber. Die kreeg het vorige maand hard te verduren over de vijf lintjes bij Koningsdag waar zij niet voor wilde tekenen. Dat recht had zij natuurlijk. Ambtenaren mogen een minister niet dwingen om met hun keuzes in te stemmen.
Belangrijker dan die vijf lintjes: in het hele land groeien zorgen over grote aantallen werkloze, jonge asielzoekers, vooral uit Syrië. We hebben nog niet gehoord hoe Timmermans, Jetten en Klaver dat willen aanpakken. De ambtenaren van minister Faber hadden haar direct toen zij aantrad moeten informeren hoe landen waar asielzoekers sneller mogen (en moeten) werken dan in Nederland gemiddeld minder last hebben van criminaliteit en overlast.
Wachten op een ‘Wende’
Jonge Nederlanders mogen met 15 en 16 jaar bijverdienen na school en dat houdt ze van de straat; jonge asielvragers uit Syrië in diezelfde leeftijd moeten rekenen op minimaal twee jaar lijdzaam wachten in een asielcentrum. Onmogelijk voor jonge mannen die dromen van een fat bike, een vriendin en respect van hun leeftijdsgenoten. Maar Fabers ambtenaren kunnen (of willen) haar niet vertellen hoe andere landen het beter doen. Steeds beweren ze intern dat niks kan en mag vanwege nationale en Europese regels. Maar als andere landen dan opeens wél meer kunnen en mogen, zien we de ambtenaren daar nooit snel en doortastend op inspelen.
Over een jaar zijn we minister Faber misschien alweer vergeten, maar de tegenwerkende en lekkende ambtenaren die beleid laten verdrinken in zompige Kafka-bureaucratie zijn er dan nog steeds. Trump daarentegen zal blijven verbazen, ik hoop ten goede. Op de wat langere duur zal onze ambtenarij steeds meer verzet oproepen en misschien gaan we in Nederland dan wel een keer een echte ‘Wende’ meemaken, even onverwacht als in 1989 in Oost- en Midden-Europa.
Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!