De nieuwe Frans premier Attal moet de ‘homostem’ veroveren op Le Pen

WW Ter Steege 13 januari 2024 DEF
De nieuwe Franse premier Gabriel Attal. Foto: Wikipedia

Met Gabriel Attal kreeg Frankrijk zijn jongste en eerste openlijke ‘gay’ premier. In de strijd om de ‘homostem’ zijn partijgenoten van Marine Le Pen  gevaarlijke concurrenten. De homohaat onder moslims heeft daar veel mee te maken, schrijft René ter Steege.

Zo zuur als linkse parlementariërs keken toen Martin Bosma, de huisintellectueel van de PVV, aantrad als Kamervoorzitter, zo zuur waren eerder de druiven voor links Frankrijk. Dat was toen een vertrouweling van Marine Le Pen vicevoorzitter werd van de Assemblée Nationale, de Tweede Kamer van het parlement. Deze Sébastien Chénu had in de beweging Gay Lib al een reputatie opgebouwd als strijder voor homorechten.

Chénu is sinds de verkiezingen van 2022 een van de 88 parlementariërs van het Rassemblement National (RN), de grootste rechtse oppositiepartij. Hij behoort tot de talrijke gays in de omgeving van Marine Le Pen; volgens het persbureau AP zijn zij er talrijker dan in welke andere Franse partij ook. Iets wat men misschien niet zou verwachten in een partij die sommigen zien als ‘extreemrechts’ of erger. De bescherming van homorechten geldt/gold immers als behorend bij het linkse erfgoed.

Gay Frankrijk en links hebben een scheiding achter de rug

Maar Franse lhbti’s hebben vooral veel slechts te verwachten van de grootste linkse partij, La France Insoumise (LFI) van Jean-Luc Mélenchon. Deze vroegere socialist heeft zich opgeworpen als belangenbehartiger van de grote moslimminderheid van zo’n zes miljoen mensen en liep temidden van gesluierde vrouwen mee in een mars tegen ‘anti-islamitisch racisme’. Zijn kritiek op Israëls ‘oorlog’ in Gaza zit vol antisemitische hondenfluitjes. Waarmee hij doet denken aan Marine Le Pens vader Jean-Marie in de jaren tachtig en negentig.

Voeg daarbij de kwalijke reputatie van Mélenchons levenspartner Sophia Chirikou, die haar parlementaire assistent zou hebben uitgemaakt voor ‘smerige flikker’, en het moge duidelijk zijn dat ‘gay’ Frankrijk en links een pijnlijke scheiding achter de rug hebben. Bij ons doet zich iets vergelijkbaars voor. In Het Parool schreef de voormalige hoofdredacteur van de Gay Krant onlangs dat de lhbti-gemeenschap  inmiddels in meerderheid stemt op Geert Wilders’ PVV.

Waar links Frankrijk de Arabische immigranten en hun nakomelingen beschouwde als het nieuwe proletariaat – het ‘oude’ begon over te lopen naar Jean-Marie Le Pens toenmalige Front National – doorbrak Marine het taboe op kritiek op ongewenste nevenverschijnselen. Ze zei in 2010 in Lyon: ‘Ik hoor steeds vaker dat het in bepaalde wijken niet goed is vrouw te zijn, noch homoseksueel, noch joods, of zelfs Fransman of blank.’ Codetaal voor: wie discrimineert in dat soort buurten, wie maakt zich er schuldig aan verbale of fysieke agressie? Immigranten en moslims. (Deze en andere gevallen staan vermeld in mijn boek Marine Le Pen, de weg naar de macht).

Rond die tijd begon, niet tot ieders genoegen, het stijgend aantal homo’s in Marine Le Pens omgeving op te vallen. Zoals Florian Philippot, destijds haar naaste vertrouweling alvorens in ongenade te vallen. Philippot en andere homo’s in Marines nabijheid, zoals het getrouwde homopaar dat sinds jaar en dag de noordelijke plaats Hénin-Beaumont bestuurt, ooit een socialistisch en communistisch bolwerk.

Het rechts-extremistische blad Minute sprak schande van Marines weigering mee te lopen in (vergeefse) demonstraties tegen het homohuwelijk. En dat leden en bestuurders van haar partij deelnemen aan de jaarlijkse manifestaties van de Gay Pride, al spreken Franse puristen liever van de Fierté Homo. Minute verweet in die dagen ‘Marine’  dat ze de macht in de partij had overgedragen aan een ‘gay lobby’.

In die ultranationalistische kringen betichtte men de dochter met enig recht van ‘verraad’ aan de vader, die homoseksualiteit ‘een biologische en sociale anomalie’ had genoemd. In de jaren tachtig had hij gepleit voor gesloten inrichtingen voor lijders aan aids, sidatoriums (sida is aids in het Frans). Ook deed hij absurde uitspraken over het besmettingsgevaar. Zelfs door tranen kon het aidsvirus worden overgebracht, beweerde hij. En voorspelde: ‘Homoseksualiteit kan ons, als ze zich nog verder ontwikkelt, leiden naar het einde der tijden.’

Marine Le Pen werd een gay icoon

Marine Le Pen gruwde van de opvattingen van haar vader, van wie ze in 2011 de leiding van het FN had overgenomen. Zelf groeide ze steeds meer uit tot een gay icoon, stelde de onderzoekster Caroline Fourest vast, hoewel zeker geen bewonderaar. Ze citeert een fan: ‘Marine is een echte vrouw, maar ze heeft ook iets mannelijks. Ze kan een grote mond opzetten, maar ook tederheid uitstralen.’

Enkele gruwelijke gevallen van agressie in Parijs door Arabieren bevestigden dat homo’s met recht de gebruikelijke verdachten vrezen. In 2002 werd de toenmalige socialistische burgemeester van de hoofdstad Bertrand Delanoë tijdens de museumnacht neergestoken en levensgevaarlijk verwond door een man die zich had geërgerd aan diens homoseksualiteit. In 2013 trok het lot van de Nederlandse Parijzenaar Wilfred de Bruijn de aandacht, die ’s avonds laat met zijn vriend in Parijs ernstig werd mishandeld na te zijn uitgescholden. Hij zette foto’s van zijn verminkte gezicht op Facebook en werd even wereldberoemd. ‘The true face of homophobia in France,’ kopte de Britse krant Daily Mail. De Bruijns belagers werden gepakt en veroordeeld tot celstraffen.

De homoseksuele intellectueel Renaud Camus,  bedenker van de theorie van ‘le grand remplacement’, de moedwillige vervanging van autochtone  bevolkingen door Afrikaanse en Arabische immigranten, bewondert Marine Le Pen. Omgekeerd is dat minder het geval, want zij gelooft niet in een anti-blank complot. Camus behoorde ooit tot het linkse kamp en was columnist voor het homoblad Gai Pied, waar niet alle lezers gediend waren van zijn scabreus geachte ontboezemingen, voordat hij radicaal van politieke opvattingen veranderde.

Gabriel Attal is al uitgemaakt voor ‘islamofoob’

De pas 34-jarige premier Gabriel Attal, een voormalig socialistisch militant die overliep naar Macrons partij, is afkomstig uit de kosmopolitische Parijse elite. Wijlen zijn joodse vader had wortels in de Elzas en Tunesië, zijn Russisch-Griekse moeder in Odessa. De homo’s in de omgeving van Marine Le Pen zijn in de regel ‘volkser’ dan de hoogst intellectuele Attal. Deze verbood vorig jaar als minister van Onderwijs de abaya, een ‘islamitisch’ gewaad voor meisjes, op openbare scholen. Volgens het blad Le Nouvel Observateur gaat er sindsdien geen dag voorbij zonder dat hij op sociale media homofobe beledigingen naar het hoofd krijgt geslingerd. En dat in een land waar om de andere dag een daad van homofobe agressie plaatsvindt.

Bij de vorige presidentsverkiezingen stemde volgens peilingen ongeveer een derde van de Franse lhbti’s op Marine Le Pen en zeer rechtse kandidaten als Eric Zemmour. Een niet te versmaden electoraat. Gabriel Attal is al uitgemaakt voor ‘islamofoob’ wegens zijn verbod op de abaya. In radicaal-rechtse kringen geldt zo’n beschuldiging als een bewijs van goed gedrag, dat prima van pas komt om de partij van Marine Le Pen de voorspelde zege te ontnemen bij de Europese verkiezingen in juni.

Wynia’s Week is er diverse keren per week, als video, als podcast en als internetkrant. Doet u mee, als donateur? Hartelijk dank!

René ter Steege is journalist, schrijver en vertaler. Hij vertaalde het beklemmende boek ‘De laatste dagen van Samuel Paty’, over de Franse leraar die in 2020 door een terrorist werd onthoofd. Hier het interview met Ter Steege. Het boek is overal te koop, zoals HIER.