De route naar nieuwe welvaart? Oud-ASML-topman Peter Wennink adviseert staatskapitalisme, op kosten van de burger

WW Tamminga 16 december 2025
De lobby van Peter Wennink illustreert dat je geen zakenkabinet van ondernemers nodig hebt om een zakenagenda door te voeren. Beeld: YouTube.

Van ‘sterke’ mannen moet Nederland doorgaans weinig hebben, maar ‘wijze’ mannen (m/v)… daar is Nederland dol op.

Daarom is er een eindeloos aanbod van door de overheid gesponsorde adviesraden en denktanks met ‘wijze’ aanbevelingen, zoals de Onderwijsraad en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Van rekenmeesters, zoals het Centraal Planbureau (CPB), die begrotingen en regeerakkoorden toetsen op hun gevolgen voor economische groei en Europese regels.

Daarom wemelt het van de Autoriteiten die in alle wijsheid moeten toezien op de uitvoering van wet- en regelgeving.

Daarom bestaan er door de wol geverfde fixers die politieke impasses kunnen oplossen. Wijze mannen als Johan Remkes.

Blauwdruk van 159 pagina’s

En daarom vragen politici van tijd tot tijd advies aan mannen die hun wijsheid hebben bewezen in de arena van de internationale zakenwereld. Mannen die Nederland de weg moeten wijzen, zoals nu Peter Wennink. Route naar toekomstige welvaart heet zijn vorige week gepresenteerde blauwdruk van 159 pagina’s.

Wennink is de gelauwerde vroegere topman van chipmachinefabrikant ASML in Veldhoven, het paradepaardje van de Nederlandse technologische industrie. Beleggers geven ASML een beurswaarde (aantal aandelen vermenigvuldigd met de koers) van 357 miljard euro. Dat is het dubbele van Shell, een eerder vaderlands boegbeeld.

In opdracht van het kabinet analyseert Wennink wat er mis is (lage productiviteit, te weinig veelbelovende bedrijven, te veel mastodonten). Hij schetst de zorgen (kosten van vergrijzing, klimaatpolitiek, sociale zekerheid) én het perspectief (er gaat ook van alles goed). Zijn rapport bevat een uitgewerkt stappenplan voor de volgende minister-president om de economische groei te verhogen tot 1,5 procent per. Dan kan Nederland zijn welvaart behouden. De huidige ramingen zijn 1 procent groei.

De toekomst staat centraal, maar het voelt ook als nostalgie.

Toen was geluk…

Wennink is niet de eerste wijze man. Shell leverde zijn voorganger in de persoon van oud-topman Gerrit Wagner. Hij leidde 45 jaar geleden een commissie die Nederland een nieuw industrieel elan moest geven. Uit het feit dat Wennink zoveel maatregelen voorstelt die de positie van de industrie moeten opvijzelen, kun je concluderen dat Nederland zich de lessen van Wagner niet ter harte heeft genomen.

Maar de nostalgie zit dieper. Het is aan het eind van de jaren veertig van de vorige eeuw. De tijd van wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog en van industrialisatie. Werk in de industrie moest het verdwijnen van banen in de landbouw (mechanisatie) compenseren. De export moest geld in het laatje brengen. Dat was nodig voor nieuwe investeringen van bedrijven. Loonmatiging was het devies om met kostenvoordelen het exportsucces te bevorderen. Het succes was indrukwekkend: genoeg werk, voedselzekerheid en geld in de portemonnee. Toen was geluk heel gewoon.

Aan de basis van de wederopbouw stond strakke planning vanuit Den Haag, onder leiding van minister Jan van den Brink van Economische Zaken én diens topambtenaar voor de industrie Albert Winsemius. De planning kreeg in 1950 vorm in de Nota inzake de industrialisatie in Nederland. Er zouden nog vier van deze programma’s volgen. De wijze overheid wees Nederland de weg.

Winsemius herhaalde later zijn opgedane werkervaringen in Singapore. Vanaf 1960 was hij 23 jaar adviseur bij de ontwikkeling van de stadsstaat tot een welvarend voorbeeld van een geslaagd vestigingsklimaat.

Wat zegt Wennink 75 jaar na de Nederlandse wederopbouw? De overheid moet ‘een sturende rol nemen om onze economie richting hoogproductieve activiteiten te doen bewegen’. En deze sturende rol moet vorm krijgen met ‘grote publieke investeringen’ in de randvoorwaarden voor industriële groei. Denk aan uitgaven aan onderzoek aan ontwikkeling, de wachtlijsten op het elektriciteitsnet opheffen en energiekosten voor de industrie terugbrengen naar de niveaus van België en Duitsland.

‘Sterke’ mannen

Wat moet dat kosten? Wennink haalt onderzoeken aan van de Rabobank en van TNO die investeringen van respectievelijk 150 miljard en 187 miljard euro becijferen. Wennink wil dat de volgende minister-president zichzelf verantwoordelijk maakt voor het realiseren van de groeicijfers én hij vraagt om een aparte Commissaris voor Toekomstige Welvaart die de uitvoering leidt. ‘Sterke’ mannen, zeg maar.

Wenninks rapport borduurt voort op zijn gegroeide politieke invloed. Het kabinet-Rutte IV ging bij hem te rade over het vestigingsklimaat. Dat leidde tot een investeringsbijdrage van 1,73 miljard aan Eindhoven en tech-cluster Brainport. Hij pleitte voor een Nationale Investeringsbank met kapitaal voor snel groeiende bedrijven. Hij wilde dat ook pensioenfondsen daar geld in staken. Hij zit in de adviescommissie van het Nationaal Groeifonds, dat het kabinet-Schoof heeft stopgezet. Inmiddels is Wennink zelf al op bezoek geweest bij het D66/CDA-duo Rob Jetten/Henri Bontenbal. Werkgeverslobby VNO-NCW ook.

Het resultaat: Jetten & Bontenbal hebben tal van Wenninks aanbevelingen al verwerkt in hun agenda voor een nieuwe coalitie. Een Nationale Investeringsinstantie. Meer overheidsgeld voor onderzoek en ontwikkeling. Een organisatie die baanbrekend (defensie-)onderzoek stimuleert. Herstel van de fiscaal voordelige expatregeling voor kennismigranten.

Zakenagenda zonder zakenkabinet

Het bedrijfsleven wordt op z’n wenken bediend. De lobby van Wennink illustreert dat je geen zakenkabinet van ondernemers nodig hebt om een zakenagenda door te voeren. Politici doen het zelf.

Kennelijk verbaast het hen niet dat een voormalige topmanager uit de marktsector een sturende rol van de overheid in de economie adviseert en om kapitale bedragen vraagt. De belangen van bedrijven en politiek lopen hier in een soort staatskapitalisme gelijk op en de burger is de betalende derde.

Wynia’s Week verschijnt 156 keer per jaar en wordt volledig mogelijk gemaakt door de donateurs. Doet u mee, ook straks in het nieuwe jaar? Doneren kan zo. Hartelijk dank!

Donateurs kunnen ook reageren op recente artikelen, video’s en podcasts en ter publicatie in Wynia’s Week aanbieden. Stuur uw reacties aan reacties@wyniasweek.nl Vergeet niet uw naam en woonplaats te vermelden (en, alleen voor de redactie: telefoonnummer en adres). Niet korter dan 50 woorden, niet langer dan 150 woorden. Welkom!