De wetenschap is zo politiek geworden dat er bijna geen onafhankelijke expert meer te vinden is

ArnoutJaspers 17-2-24 DEF
In Groot-Brittannië ontstond een relletje, opgestookt door de krant The Telegraph, omdat Jonathan Bamber, directeur van het Bristol Glaciology Centre, zei dat het onderzoek naar de AMOC-crash op drijfijs berustte. Beeld: linkedin.com.

Je zou willen dat je het er niet elke week over hoeft te hebben. Maar het klimaatalarmisme is inmiddels een bedrijfstak met duizenden werknemers: onderzoekers, bestuurders en voorlichters van universiteiten en wetenschappelijke instituten, en de journalisten die bij hen op schoot zitten.

Die bedrijfstak brengt een gestage stroom van nieuwe alarmeringen op de markt, en net zoals het werk van de consumentenbond nooit klaar is, moeten we iedere keer weer die producten testen en kritisch bespreken.

Als de AMOC crasht…

Vorige week had ik het over een nieuwe modelstudie van drie Nederlandse onderzoekers, die erin geslaagd waren de AMOC te laten crashen, althans in een computermodel op de Snellius supercomputer die in Amsterdam staat. Het oceaan-atmosfeersysteem van de aarde bereikte dit kantelpunt door het steeds sneller laten smelten van de Groenlandse ijskap, waardoor er veel zoetwater in de Noord-Atlantische oceaan terechtkomt, dat daar aan de oppervlakte blijft drijven en de kringloop verstopt. Als de echte AMOC crasht (de kringloop in de Atlantische oceaan die warm water van de tropen naar de polen transporteert), schiet Europa binnen een paar jaar in een soort ijstijd.

Omdat ik – net als alle erkende wetenschapsjournalisten – zulke artikelen onder embargo al eerder kan lezen, kon ik mijn column bijna gelijktijdig met het verschijnen van dat onderzoek publiceren. Het voordeel voor de lezer is, dat je al voordat dit gaat rondzingen in de algemene media, context en duiding hebt bij het nieuwste rampscenario. Het nadeel is, dat ik moet gokken of zo’n publicatie echt groot nieuws wordt, en of alle reguliere media het sombere nieuws inderdaad weer voor zoete koek gaan slikken.

In dat verband is het nuttig om nog even terug te komen op die AMOC-crash. Het werd afgelopen week inderdaad gretig opgepikt door de media, in Nederland en daarbuiten, en weer met dezelfde schandalige gemakzucht, onwetendheid en kritiekloze volgzaamheid waarmee doemnieuws over het klimaat altijd door de media wordt rondgetoeterd. Just follow the science!

Maar dit keer was er ook een tegengeluid. In Groot-Brittannië ontstond een relletje, opgestookt door de krant The Telegraph, omdat Jonathan Bamber, directeur van het Bristol Glaciology Centre over dat crashen van de AMOC het volgende zei: ‘Ze deden dit door een enorme hoeveelheid zoetwater in de Noord-Atlantische oceaan te stoppen (forcing), die volkomen onrealistisch is, zelfs bij het meest extreme scenario voor opwarming in de komende eeuw. Hun zoetwater forcing toegepast op de Noord-Atlantische oceaan is equivalent met zes centimeter zeespiegelstijging per jaar tegen het eind van hun experiment, wat meer is dan we zagen tijdens het ineenstorten van de ijskap die Noord-Amerika bedekte tijdens de laatste ijstijd.’

Braaf

Bamber zei dus eigenlijk dat het hele onderzoek op drijfijs berustte, op de nuttige website Sciencemediacentre.org, die systematisch commentaar van wetenschappers op dergelijk nieuws verzamelt. Zij vroegen nog zes andere klimaatwetenschappers om commentaar, en geen van hen benoemt deze olifant in de kamer. Slechts een van die zes, Andrew Watson van de universiteit van Exeter, is nog tamelijk kritisch, en wijst op het merkwaardige feit, dat er 1700 jaar lang forcing met smeltwater nodig was om de AMOC te laten crashen. Niettemin noemt hij de studie ‘zeer nuttig’.

De kritiek van Bamber en Watson zit dus op één lijn met wat ik er vorige week over schreef. 

De overige vijf onafhankelijke deskundigen gaan braaf mee in het narratief van de drie onderzoekers, als zou deze modelrun bewijzen dat de AMOC nog deze eeuw dit kantelpunt kan bereiken. ‘Een zorgvuldige studie’, zegt de een; ‘nog meer zorgelijk bewijs voor potentieel abrupte en vernietigende veranderingen in de Noord-Atlantische regio’, zegt een ander. ‘De studie laat zien dat de AMOC nu al dichtbij een kantelpunt kan zijn’, meldt de derde.

Een ander wil ook nog wel iets van veel bredere strekking kwijt: ‘het klimaat van de aarde is volledig in de war, en overal zitten kantelpunten in het systeem ingebakken.’ Terwijl deze studie nu juist de eerste is, die in een geavanceerd, enigzins realistisch oceaan-atmosfeermodel een kantelpunt tevoorschijn weet te toveren, zij het onder zeer onrealistische randvoorwaarden.

Het was een eerbiedwaardige traditie in de wetenschapsjournalistiek, dat je het nieuwsbericht over zo’n onderzoek niet alleen maar baseert op het persbericht en twee quootjes van de hoofdonderzoeker –  je moest ook commentaar zien te krijgen van minstens één onafhankelijke deskundige.

Verplicht ophalen van een quootje

Die traditie is inmiddels door de meeste media overboord gezet.

In Nederland heb ik maar één online nieuwsbericht gezien waarin een andere deskundige commentaar leverde, namelijk oceanograaf Caroline Katsman van de TU Delft. Die vond het ‘een interessante en belangwekkende studie’, maar ook zij zweeg wijselijk over die olifant in de kamer, de zowel qua duur als volume volstrekt onrealistische forcing in het model.

Toegegeven, toen ik zelf nog op zulke wetenschapsredacties werkte, ben ik ook steeds minder waarde gaan hechten aan dat verplichte ophalen van een quootje bij een ‘onafhankelijke’ expert. Dan zat je een halve dag te bellen met voorlichters en onbereikbare wetenschappers terwijl de deadline steeds dichterbij kwam, en dan moest je op het laatst genoegen nemen met iemand die niet meer kwijt wil dan dat het ‘een interessante en belangwekkende studie’ is.

Zo’n onafhankelijke expert is namelijk meestal zeer afhankelijk – van al die collega’s die ze telkens weer tegenkomen bij de koffieautomaat en op conferenties, en van commissies die besluiten over hun volgende beurs of aanstelling. Ik heb de indruk dat die groepsdruk de laatste twintig jaar alleen maar erger geworden is, door de steeds verder gaande inmenging van de politiek aangestuurde bureaucratie in de wetenschap. Don’t rock the boat, is dan het devies. 

Liever besteedde ik die tijd aan het grondig doorlezen van het hele wetenschappelijke artikel (en soms ook de supplementary information, wat echt geen lolletje is), iets wat door eindredacteuren bepaald niet aangemoedigd wordt. Zo’n journalist die zelf gaat zitten studeren in plaats van het persbericht te larderen met een paar quootjes, dat is maar lastig.

Al het werk voor niets

Als ik dit onderwerp had moeten coveren voor de wetenschapsredactie van de Volkskrant of NRC, dan had ik niet op eigen gezag mogen opschrijven dat zowel de overvloed aan smeltwater als de run-time van 1700 jaar juist tegenspreken dat de AMOC elk moment kan instorten. Dan was er een conversatie met de eindredacteur ontstaan van dit type: ‘Van wie heb je dat?’ ‘Dat is mijn eigen conclusie, op basis van het wetenschappelijke artikel.’ ‘Dit heb je zelf bedacht?! Waarom heb je X niet gebeld? X levert altijd bruikbare quootjes op over klimaat.’ ‘X was vorig jaar de promotor van deze onderzoeker. Hij is trouwens zes weken op veldonderzoek in Antarctica.’ ‘Dan ga je maar verder bellen, want zonder onafhankelijke expert die dit bevestigt komt het er niet in.’

Als ik dan niet de mazzel had gehad om heel snel een witte raaf als Jonathan Bamber aan de lijn te krijgen, was al dat werk voor niets geweest.

Na een paar van zulke confrontaties denken ook verreweg de meeste journalisten: don’t rock the boat. Persbericht parafraseren, desbetreffende onderzoeker bellen voor een paar WC-eend quootjes en die erin zetten, en ruim voor de deadline klaar. Het is maar nieuws.  

Wetenschapsjournalist Arnout Jaspers schreef De Stikstoffuik, het boek dat ontleedt hoe Nederland in de handen van activistische ecologen raakte en zichzelf zo als enige land ter wereld een ‘stikstofcrisis’ bezorgde. Hij bereidt nu een boek voor over ‘de Nederlandse energietransitie’.

Wynia’s Week viert het vijfjarig bestaan. Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de vrijwillig betaalde abonnementen van de lezers, kijkers en luisteraars. Doet u al mee – ook in 2024?