Denktank Desinformatie bevestigt: Voorkom dat de overheid het vrije debat verdacht maakt

bb
Bron beeld: ptam.com.au.

Op 25 april 2023 publiceerde NRC een onderzoeksartikel over de activiteiten van de Denktank Desinformatie die staatssecretaris Paul Blokhuis van VWS al in 2018 (vóór de coronacrisis) liet oprichten om misinformatie over vaccinaties te bestrijden. Leden van de Denktank – naast ambtenaren ook communicatie-experts en wetenschappers – deden tijdens de coronacrisis onder andere verzoeken bij sociale media als Twitter om berichten én gebruikers te blokkeren. In reactie op het NRC-artikel uiten deskundigen hun zorgen: gaat de overheid nu bepalen wat ‘waar’ en ‘onwaar’ is? De zorgen zijn terecht maar komen helaas rijkelijk laat.

In 2017 en 2018  kreeg ik de gelegenheid in opinieartikelen in de Volkskrant te waarschuwen tegen precies deze ontwikkeling: steeds verder gaande bemoeienis door onder de radar opererende overheidsorganen die zich – samen met Facebook, Google en zelfbenoemde factcheckers – uitroepen tot arbiters van De Waarheid. De gevaren van deze glijdende schaal staan uitgebreider beschreven in het medio 2021 bij uitgeverij Blauwburgwal verschenen boek ‘Dwingeland. Orwell in de Polder’.

Driehoek politiek, journalistiek en digitale ondernemers

De term desinformatie is politiek zwaar beladen: volgens NRC definieert de overheid het als ‘misleidende informatie, vaak met een kwade bedoeling, om schade toe te brengen aan de samenleving, democratie of volksgezondheid’. Eerst was deze verdenking gereserveerd voor buitenlandse ‘statelijke actoren’, inmiddels krijgen ook Nederlandse burgers deze achteloos om de oren.

Tegelijk stelt onderzoeker Michael Klos in NRC dat desinformatie ‘juridisch gezien’ een relatief nieuw begrip is. Kortom, een forsebeschuldiging zonder deugdelijke juridische basis die de autoriteiten almaar makkelijker rondstrooien. In feite creëren overheden hiermee gedachtenmisdrijven (‘thought crimes’).

Is zo’n semiofficieel orgaan dat debatten, meningen en nieuws monitort dan niet nuttig om te informeren, voor te lichten en misverstanden weg te nemen over vaccinaties – om zo de volksgezondheid te bevorderen? Welnu, er is altijd een geld gevende instantie, een politicus, een minister die de zaak aanstuurt en een agenda heeft – al naar gelang de politieke wind waait. En toen in 2020 de Coronacrisis uitbrak waren vaccinaties opeens politiek thema nummer één voor de coalitie en voor minister van VWS Hugo de Jonge. Alle betrokkenen in zo’n Denktank weten dan al snel – en voelen vanzelf aan – welke oordelen de autoriteiten van hen verwachten en op wie ze hun pijlen moeten richten.

Enthousiast knoopt zo’n Denktank banden aan met (medische) deskundigen, hoogleraren ethiek (!) en mogelijk zelfs columnisten en journalisten om (blijkbaar onkundig van hoe corrumperend dit is) informeel mee te gaan sparren over welke informatie in het publieke debat wel en niet wenselijk is. De aanwezigheid van Tech-bedrijven completeert de driehoek: Facebook en Google – samen eigenaar van vrijwel alle grote social media-platforms – overlegden regelmatig met medewerkers van Nederlandse ministers, al vóór de coronacrisis.

Geen exclusief Nederlands verschijnsel, want al zeker sinds 2018 bestaan in EU-verband convenanten tussen EU-lidstaten en Big Tech, dat zich gretig conformeert met het oog op commerciële belangen. Zo ontstaat vanzelf een ‘verdwijndriehoek’ voor politiek ongewenste informatie.

Het Eigen Gelijk

Onvermijdelijk ontspoort zo’n initiatief richting het controleren van de oppositie. De geldgever of politicus wil sowieso geen kritiek of suggesties horen die tegen zijn eigen opvattingen of politiek belang ingaan. Nog meer invloed gaat uit van wetenschappers en deskundigen die op ‘gevoelige’ terreinen als corona plotsklaps transformeerden tot mediapersoonlijkheden.

Aan talkshowtafels luidden ze – schouder aan schouder met gelijkgestemde politici – de alarmbel over opstandige burgers en over de schaduwzijden van grondrechten als de vrijheid van meningsuiting; had die wellicht niet haar beste tijd gehad? Roland Pierik, naar eigen zeggen actief in de Denktank, ontkende in NRC samen met zijn collega-denktanker Marcel Verweij volledig de problematische aspecten. Diezelfde Roland Pierik toonde zich tijdens de coronacrisis in de media regelmatig voorstander van vaccinatieplicht – bepaald geen onomstreden beleidsadvies.

Parallel aan deze nieuwe hoeders van de waarheid en de moraal opereren factcheckers die (betaald en onbetaald) de taak op zich nemen feit en fictie te scheiden en ‘objectieve’ oordelen te geven. Een beroep op ‘de wetenschap’ is hierbij nooit ver weg. Terwijl een basisregel toch is dat wetenschappelijke kennis zelden eensluidend is en nooit stilstaat. De oorsprong van het coronavirus, de precieze effectiviteit van mondkapjes, avondklok en lockdowns: het zijn maar enkele punten waaraan menig factchecker zich zwaar kan vertillen.

In Nederland is onder luide aansporingen van minister Kajsa Ollongren (D66) een heuse factcheck-industrie opgetuigd in het gebied tussen politiek, publieke omroep (onder andere KRO-NCRV’s Pointer), wetenschap (onder andere de Universiteit Leiden), NGO’s en geldgevende instanties als de Stichting Democratie en Media. Qua bemensing en heersende opvattingen hangt deze zwerm factcheckers opvallend nauw tegen het Haags-Hilversumse mediacomplex aan. Al te vaak beweegt de hele factcheck-operatie weg van een redelijke afweging van feiten en meningen en overschrijdt ze de grens tussen voorlichting en propaganda: ‘wij’ zijn nobel, ‘zij’ zijn fout en de waarheid moet ‘onze’ zaak dienen.


Gezondheid en veiligheid klassieke censuurargumenten

De Nederlandse (politieke) bovenlaag denkt in de kern niet veel anders dan het Comité du Salut Publique vlak na de Franse Revolutie: uit naam van de veiligheid, de (mentale) volksgezondheid én de moraal wil – nee, moét – men ‘gevaarlijke’ en opruiende opvattingen en mensen uitbannen. Als altijd begint het bij de excommunicatie van dorpsgekken, in casu de omroep Ongehoord Nederland van Arnold Karskens, waar het bestuur van de NPO nu snel van af wil.

Is men die Rubicon eenmaal overgestoken dan is de mentale barrière tegen verboden op andere omroepen, publicaties en journalisten al een stuk lager. Gevaarlijk lager. Weet u nog hoeveel weerzin omroep Powned in zijn begintijd opriep en hoe diep de aversie tegen De Telegraaf is in sommige mediakringen? En hoe diep de afkeer op zowel ‘links’ als ‘rechts’ is tegen bepaalde journalisten? Hoe lang blijven die buiten schot, wanneer er eenmaal een precedent voor uitschakeling ligt?  

Ton van Dijk wijst er in HP/DeTijd op dat zelfs als er procedurele argumenten zijn om Karskens en zijn omroep uit de NPO te verwijderen er hogere principes van mediavrijheid op het spel staan. Alleen een rechter, en niet een passant als staatssecretaris Uslu van D66 (de partij die opvallend veel moeite heeft met andere opvattingen dan de hare), mag zich bemoeien met de inhoud van nieuwsberichten – en dan alleen in geval van specifieke uitingen die wellicht strafbaar zijn. Door de hele saga rond ON zal de politieke onafhankelijkheid van het bestuur van de NPO alleen maar méér ter discussie komen staan.

Digitale verboden zones

Over Ongehoord Nederland zeggen de voorstanders van verwijdering vaak: ‘Dan gaan ze toch commercieel? Op internet kunnen ze hun gang gaan!’. Ten eerste ontstaat zo concurrentievervalsing: ‘goede’ meningen krijgen overheidssubsidie, ‘foute’ meningen mogen alleen commercieel. Ten tweede: de hele mindset achter de Denktank Desinformatie en de samenwerking tussen overheid, Big Tech én geaccrediteerde factcheckers is juist gericht op actief ingrijpen in de commerciële mediasfeer. De Digital Services Act, een aanstaande Europese Richtlijn die in Nederland kracht van wet zal krijgen, geeft EU-lidstaten legio mogelijkheden om verspreiders van ongewenste informatie het leven zuur te maken en digitale Sperrgebiete in te richten.

De AIVD waarschuwde in zijn jaarverslag van 2022 tegen ‘anti-institutioneel extremisme’ als gevaar voor de nationale veiligheid. Onder andere op basis van afgeluisterde of gemonitorde Telegram-groepen schatte de AIVD in dat ruim 100.000 Nederlanders in een ‘democratie-ondermijnend narratief’ geloven. Na de Corona-periode kijken we nauwelijks meer op van zowel de problematisering van gedachten (bizarre theorieën daargelaten, wie is niet ooit wantrouwend geweest tegen een instituut of tegen een lokale overheid?) als van de gebruikte methoden (op grote schaal inbreken in privé-communicatie tussen burgers).

In de Volkskrant uitten deskundigen als criminologe Fiore Geelhoed twijfels: creëert de overheid hiermee geen verdachte groepen burgers (‘suspect groups’)? Labels als ‘desinformatie’ en ‘extremist’ krijgen almaar meer de lading van een stempel in een overheidsregister of een aantekening in een persoonsdossier van een veiligheidsdienst: ‘politiek onbetrouwbaar: in de gaten houden’.

Politici van regerende partijen krijgen een schot voor open doel aangereikt. Bevallen kritische vragen over maatschappelijke kwesties niet? Maak ze dan taboe via labels als desinformatie. Is dit gebruik eenmaal ingeburgerd dan komen ook anderszins verstandige mensen in de verleiding het van hogerhand goedgekeurde etiket in te zetten. Volkskrant-journalist Maarten Keulemans verweet Pieter Omtzigt – een zeer effectieve politicus van de oppositie – op Twitter ‘desinformatie’ te verspreiden over oversterfte. Zo’n denkmarkering (‘ho, ho, niet die kant op!’) bemoeilijkt een inhoudelijk debat. Keulemans nam de kwalificatie richting Omtzigt overigens vrijwel direct weer terug. Ook politici als Caroline van der Plas en columnisten als oud PvdA-minister Ronald Plasterk kregen al te maken met de aantijging ‘desinformatie’ over stikstof te verspreiden.

Toen de eerder genoemde Maarten Keulemans het bestond op sociale media positief te schrijven over het boek De Stikstoffuik van Arnout Jaspers werd hij doelwit van de opiniepolitie der factcheckers – die opereert zonder aanziens des persoons. Marieke Kuypers, tot voor kort verbonden aan Pointer, tweette richting Keulemans: ‘het boek is wetenschapsontkenning en complotdenken’ en ‘je raadt nu desinformatie aan’. 

De oplossing: tijdig op de rem, zonder angst

Het bestaan van formele persvrijheid is geen garantie voor snijdende journalistiek of daadwerkelijke controle van de macht, zoals George Orwell in 1945 waarnam: ‘The degree of freedom of the press existing in this country is often over-rated. Technically there is great freedom, but the fact that most of the press is owned by a few people operates in much the same way as State censorship.’

Anno 2023 zijn in Nederland veel media in handen van enkele grote ondernemers of zijn onderdeel van de gesubsidieerde NPO-biotoop. De neuzen staan vaak grotendeels dezelfde kant op in thema’s als klimaat, stikstof, Europa, Oekraïne, immigratie en asiel.

Waar waren journalisten, wetenschappers én de meeste Kamerleden een paar jaar geleden om ministers als Ollongren, Blokhuis en De Jonge en Facebook en Google – te kastijden en tijdig terug in hun hok te duwen? Waren ze (heimelijk) wellicht blij dat de overheid tenminste ‘iets deed’ tegen populisten en ‘ontkenners’?

De lakmoestest moet zijn of mensen met een positie om tegen te spreken direct op de rem durven te gaan staan (ondanks het gevaar van persoonlijke aanvallen, verdachtmakingen of ander afweergeschut) zodra de regering hint op plannen die dwars tegen de Grondwet en de burgerrechten in gaan.

In DWINGELAND, Orwell in de polder laat Coen de Jong zien dat veel voorspellingen van Orwell uit ‘1984’ sluipenderwijs uitkomen en hun intrede doen in de polder. Onze grondwettelijk vastgelegde vrijheden en burgerrechten komen daarbij steeds vaker in de knel.

DWINGELAND is verkrijgbaar als paperback (20 euro, gratis verzending), als luisterboek (16,95) en als e-book (12,50). Meer informatie en bestellingen voor de paperback HIER en voor het e-book HIER

Wynia’s Week zorgt twee keer in de week voor verrassend nieuws en verrijkende inzichten. De donateurs maken dat mogelijk. Van harte welkom! Doneren kan HIER.