Dilan Yeşilgöz verspreidt economische crisisangst. Ze zou beter de hoofdpijnthema’s van de burger kunnen fiksen

‘Een mens lijdt dikwijls ’t meest
Door ’t lijden dat hij vreest
Doch dat nooit op komt dagen.’
De woorden schoten me te binnen toen ik de tekst teruglas van het debat in de Tweede Kamer over de val van het kabinet-Schoof. VVD-leider Dilan Yeşilgöz predikte daar de onverantwoordelijkheid van PVV-fractievoorzitter Geert Wilders. Hij had zijn steun aan het kabinet ingetrokken. Reden van de breuk: tekortschietend asielbeleid.
Yeşilgöz deed in het debat een greep in de grabbelton van angsten en onzekerheden. Kennelijk had de inhoud van deze grabbelton Wilders ervan moeten weerhouden het kabinet te laten vallen. Van oorlog op ons continent tot te hoge asielinstroom en mensen die thuis wakker liggen van hoge rekeningen. En in dat rijtje profeteerde zij bijna achteloos ook dat er ‘misschien wel een economische crisis op ons af komt’.
Beleggers haalden hun schouders op
Wat weet zij, wat weet partijgenoot minister Eelco Heinen van Financiën, wat weet de VVD wat wij niet weten? Kiezers zien de VVD als de partij die staat voor competent en profijtelijk economisch beleid.
Het opvallende is: binnen- en buitenlandse beleggers haalden hun schouders op. Zij namen de val van het kabinet voor kennisgeving aan. De rente op Nederlandse staatsobligaties, belangrijk omdat Nederland permanent behoefte heeft aan geleend geld, vertrok geen spier.
Dat was in de VS in april wel anders. Als beleggers op de obligatiemarkt schrikken van overheidspolitiek dan nemen ze ogenblikkelijk actie door effecten te verkopen. Daardoor steeg de rente in april. De regering Trump bevroor nieuwe importheffingen. Rust keerde terug.
We leven in ongewisse tijden, ook economisch. Vandaar de vraag: hoe staat de economie ervoor? Na de Israëlische aanvallen op Iran spoot de olieprijs vrijdag 13 procent omhoog, voordat een daling inzette.
Sinds de verkiezing van Trump vorig jaar maken economen en hun computermodellen overuren. De stortvloed aan decreten, proefballonnetjes en (gewijzigde) importheffingen overweldigt hen. Dat geldt voor commerciële banken, centrale banken en voor internationale instituten als de OESO (club van grootste industrielanden) en het IMF (internationale monetaire brandweerman)
De enige zekerheid van de economische voorspellers lijkt wel de heersende onzekerheid over de hoogte en de duur van Amerikaanse importtarieven en de reacties daarop van de rest van de wereld.
Angst
Kenmerkend voor de onzekerheid is de angst om te kiezen. Het IMF en De Nederlandsche Bank presenteerden bijvoorbeeld meerdere economische scenario’s. De Nederlandsche Bank had er altijd twee, nu is er ook een derde. Kies uw eigen scenario en kleur de plaatjes, zeg maar.
De rode draad in hun ramingen is eenduidig. De economische groei zet een paar stappen achteruit. Afgelopen zondag hield minister Heinen zich in Buitenhof aan de feiten. Hogere prijzen aan de pomp. Prijsstijging en onzekerheid zetten de economische groei verder onder druk. Hij zaaide geen crisisangst.
Op wereldschaal verlaagden de OESO en het IMF na Trumps handelsheffingen hun groeiramingen. Toch zijn ze nog steeds positief én de VS groeien nog steeds harder dan Europa. Het IMF verlaagde eind april zijn raming voor de eurolanden van 1 procent naar 0,8 procent, maar de OESO is optimistischer: 1 procent dit jaar, 1,2 procent in 2026. Het IMF zet de VS op 1,8 procent groei, de OESO op 1,6 procent.
Voor exportland Nederland is de economische groei om ons heen en in de VS uitermate relevant.
Altijd wat
Maar alom klagen over onzekerheid heeft ook iets gemakzuchtigs. Directeur Olaf Sleijpen van de Nederlandsche Bank, de opvolger van Klaas Knot, deed bij zijn recente prognose een nuchtere ontboezeming over onzekerheid. Hij zei: ‘In de vijf jaar dat ik deze ramingen presenteer, is er elke keer weer wat. De pandemie. De inval in Oekraïne.’
Verder heerst naast onzekerheid ook uitzonderlijke zékerheid. Het enthousiasme waarmee Amerikaanse en andere techbedrijven én hun regeringen misschien wel duizenden miljarden dollar willen besteden aan de ontwikkeling van AI lijkt wel grenzeloos.
Dichter bij huis. De laatste raming (uit februari) van het Centraal Planbureau is 1,9 procent groei in Nederland. Twee weken geleden was de Nederlandsche Bank al weer een stuk pessimistischer. De prognose van een gemiddelde groei van 1,5 procent de komende jaren is afgewaardeerd naar 1 procent.
En hoe is de economie van alledag, de economie thuis aan de keukentafel, waar de rekeningen betaald moeten worden?
Eerste het goede nieuws. Hogere besteedbare inkomens. Licht stijgende, maar toch lage werkloosheid. Stijgende huizenprijzen. Geen faillissementsgolf. Voor het eerst vorige maand een dalende inflatie en koersen van aandelen en bitcoins niet eens zo ver van recordhoogte.
Opvallend is de uitkomst van onderzoek (17.978 deelnemers) van bureau Citisens na de val van het kabinet naar de hoofdpijnthema’s van de kiezers. Veiligheid in de wereld wordt het meest (52 procent) genoemd bij de meerkeuzevraag. Woningnood is twee (46 procent), op acht staat het kunnen betalen van rekeningen (14 procent).
Politici aan zet
Deze cijfers suggereren enig economisch optimisme, maar ook duidelijke prioriteiten voor de grote binnenlandse thema’s die de economische groei hinderen. Zonder doorbraak in de stikstofmalaise blijft het behelpen met de woningbouw. Zonder oplossing voor het overbelaste stroomnet blijft de economie onder zijn niveau presteren. En op de arbeidsmarkt blijven tekorten overheersen.
Maar weet u wat de positieve kant van deze obstakels is? Het zijn Nederlandse struikelblokken, die Nederlandse politici moeten oplossen. Daarover moet het debat gaan, niet over het lijden dat men vreest, maar dat nu niet op komt dagen.
Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!