Allochtonen komen veel vaker in de gevangenis. Komt dat omdat justitie discrimineert?

Na jaren onderzoek kwam het WODC, de afdeling van het ministerie van Justitie die over de cijfers gaat, deze week met het rapport Van verdenking tot vrijheidsstraf. Dat rapport gaat, simpel gezegd, over de vraag of justitie Nederlanders met een migratie-achtergrond discrimineert. Onder ‘migranten’ verstaan we hier: Nederlanders die zelf zijn geboren in het buitenland, of minstens een van hun ouders.
De uitkomst kwam aldus in de koppen op de nieuwswebsites terecht: minderjarige migranten hebben ongeveer 25 procent meer kans om gevangenisstraf te krijgen, en meerderjarige migranten ongeveer 20 procent.
Over wat dat wel en niet zegt over discriminatie zometeen.
WODC onderzoekt niet de hogere criminaliteit van migranten
Met de aanleiding voor dat onderzoek is iets interessants aan de hand; volgens het rapport zelf is dat een (aangenomen) motie van Tweede Kamerlid Van der Staaij (SGP) uit 2020 die luidde:
- Constaterende dat de criminaliteitscijfers nog steeds een zorgelijke oververtegenwoordiging laten zien van mensen met een niet-westerse migratieachtergrond;
- Verzoekt de regering dit probleem te onderkennen, te onderzoeken en een gerichte aanpak te ontwikkelen om zowel de criminaliteit bij deze groepen als in zijn totaliteit terug te dringen.
De motie vraagt dus om onderzoek te doen naar de oververtegenwoordiging van migranten in de criminaliteitscijfers. Die oververtegenwoordiging blijkt ook duidelijk uit de data in het rapport: 45 procent van alle verdachten die door de politie werden geregistreerd (in de peiljaren 2014 en 2018) was migrant, terwijl in die jaren slechts 22 procent van de bevolking een migratie-achtergrond had. In die zin zijn migranten dus twee keer zo crimineel als autochtonen.
Het WODC echter, onderzoekt in dit rapport dat verschijnsel niet, sterker nog, het maakt er geen woord aan vuil, en negeert dus eigenlijk de motie van Van der Staaij. Wat het WODC wel onderzoekt, is of in het traject na de registratie als verdachte, migranten strenger behandeld worden dan autochtonen.
Dat traject werkt als een afvalrace: niet iedereen die wordt geregistreerd, wordt door de politie aangemeld bij het Openbaar Ministerie; het OM dagvaardt slechts een deel van de verdachten en seponeert de rest van de zaken; tenslotte legt de rechter slechts in een deel van de zaken gevangenisstraf op. Zo eindigen van in totaal 339.000 geregistreerde verdachten er slechts 42.700 in de cel (het WODC keek niet hoeveel verdachten werden vrijgesproken of een taakstraf kregen, wat toch voor de hand lag om een compleet beeld te krijgen).
Op elk van die beslismomenten in de afvalrace zou bewuste of onbewuste discriminatie kunnen toeslaan: stuurt de politie de zaak van een migrant makkelijker door naar het OM? Seponeert het OM bij voorkeur zaken met een autochtone verdachte? Moeten migranten vaker de cel in als ze eenmaal voor de rechter staan?
Stapeling
Oppervlakkig kijkend naar de data, lijkt dit bij al die beslismomenten inderdaad het geval te zijn, zodat die effecten ook stapelen. De onderzoekers spreken van ‘cumulatieve oververtegenwoordiging’ van migranten in de strafrechtketen. Het percentage volwassen migranten loopt in de justitiële afvalrace op van de aanvankelijke 45 procent naar 46 en 50 procent, en tenslotte is 55 procent van alle verdachten die gevangenisstraf krijgen migrant. Bij minderjarige migranten is het effect nog sterker, daar loopt het op van 46 procent naar 49, 56 en tenslotte 67 procent. Dus tweederde van alle minderjarigen die gevangenisstraf krijgen, is migrant, en slechts eenderde autochtoon.

Plegen migranten ernstiger misdaden?
De hamvraag is natuurlijk: hoe komt dat? Zijn rechters, officieren van justitie en politieagenten hier op heterdaad betrapt op racistisch vooroordeel? Dat zou een overhaaste conclusie zijn, en dat zegt het WODC dan ook niet.
Wat sociaal-wetenschappers in zo’n geval altijd doen, is corrigeren voor confounders, factoren die het beeld vertekenen. Plegen migranten wellicht gemiddeld ernstiger misdaden dan autochtonen, zodat ze vaker in de cel eindigen? Dan zouden autochtonen net zo vaak gevangenisstraf moeten krijgen als migranten als je ze per delictgroep (doodslag, diefstal, vernieling, etc.) vergelijkt.
De onderzoekers deelden de verdachten op in maar liefst 47 delicttypen, deden die vergelijking, en dan blijkt een flink deel van de oververtegenwoordiging te verdwijnen.
Sociaal-economische factoren
Vervolgens kun je ook nog gaan corrigeren voor een scala aan sociaal-economische factoren. Zo is bekend dat criminaliteit samenhangt met een lage sociaal-economische status (laag inkomen of uitkering, wonen in een ‘slechte’ wijk, etc.). Als je autochtonen en migranten binnen zo’n categorie vergelijkt, krijgen die dan wellicht even vaak gevangenisstraf? Of moet je ook de gezinssituatie (eenouder-gezin of niet) en de hoogst gevolgde opleiding meerekenen?
Op deze manier heranalyseerde het WODC de data twee keer: een keer alleen gecorrigeerd voor het type delict, en nog een keer gecorrigeerd voor type delict en een heel pakket aan sociaal-economische indicatoren (het ‘volledig model’).
Onderstaand plaatje toont het resultaat voor de volwassen verdachten:

De ruwe data (‘nul-model’, gele bolletjes) laten opnieuw zien, dat migranten vaker gevangenisstraf krijgen dan autochtonen (de verticale stippellijn). Het verschil is tussen de 1 en 15 procentpunten. Corrigeren voor type delict (oranje bolletjes) haalt ongeveer de helft van dit effect weg. Het volledige model (blauwe bolletjes) halveert nogmaals het effect. Tweede-generatie Marokkaanse Nederlanders krijgen zelfs iets minder gevangenisstraf dan vergelijkbare autochtonen. Het beeld bij de minderjarige verdachten is vergelijkbaar.
Wat zegt dit alles over misdaad onder migranten, en de vooroordelen van justitie?
- Migranten zijn crimineler dan autochtonen. (het rapport gaat hier niet op in)
- Migranten plegen ernstiger misdrijven dan autochtonen
- Rechters, OM en de politie oordelen ongunstiger over mensen met een lage sociaal-economische status.
Dat laatste komt waarschijnlijk door, zoals dat bij justitie heet, de ‘proceshouding’ van verdachten aan de onderkant van de maatschappij. Kort door de bocht: justitie oordeelt milder over verdachten die beleefd hun woordje kunnen doen, inzicht tonen (oprecht of voor de bühne) in wat ze fout gedaan hebben en die blijkbaar niet in een krot wonen.
Migranten bekennen minder vaak schuld
De onderzoekers noemen nog een interessant aspect dat oververtegenwoordiging kan veroorzaken, maar dat niet in rekening is gebracht: hun data vermelden niet of de verdachte schuld bekend heeft. Migranten doen dat veel minder vaak dan autochtonen. Rechters houden er helemaal niet van, als iemand die ze van plan zijn te veroordelen, blijft volhouden onschuldig te zijn. Dat geldt zelfs als strafverzwarende omstandigheid (of dat rechtsfilosofisch zuiver op de graat is betwijfel ik, maar dat terzijde). Maar bekennen staat voor veel migranten gelijk aan schande over je familie brengen, dus dat doe je niet, ook niet als je op heterdaad betrapt bent en er zijn twintig getuigen.
Kijk eens naar subtiele klassenjustitie
Uiteindelijk concludeert het rapport dat een klein deel van de cumulatieve oververtegenwoordiging niet te verklaren is door alle correcties, dus is volgens het WODC weer eens nader onderzoek naar discriminatie nodig.
Dit is een aanvechtbare conclusie. Correctie voor confounders werkt nooit perfect, simpelweg omdat je niet alle verborgen invloeden kunt identificeren.
Bovendien noemt het rapport zelf al een waarschijnlijk belangrijke confounder die niet verrrekend is: schuld bekennen. Als dan het in rekening brengen van bekende confounders al resulteert in het met driekwart reduceren van de oververtegenwoordiging van migranten, dan is er geen reden om aan te nemen dat discriminatie op basis van etnische herkomst een acuut probleem is binnen justitie. Daarentegen is er wel reden om eens kritisch te kijken of er geen sprake is van subtiele klassenjustitie binnen de hele keten.
Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u weer mee? Kijk HIER. Hartelijk dank!