Gasunie: staatsbedrijf wordt energie-ondernemer, mét alle kans op stroppen

gaskraan
Toen er nog niets aan de hand leek: op 8 november 2011 openden Russische, Duitse en Franse autoriteiten èn de Nederlandse premier Mark Rutte symbolisch de gaspijplijn Nordstream I. (Beeld: ANP)

BOEM! Daar ging 508 miljoen euro de lucht in. De aanslag op 26 september 2022 op de onderzeese gaspijpleiding Nord Stream, tussen Rusland en Duitsland, was een onverwachte finale. Het Russische staatsbedrijf Gazprom had de leveranties al afgeknepen na de westerse sancties vanwege Poetins inval in de Oekraïne. Nu lag alles stil. Wat rest is een strop voor de Nederlandse Gasunie, dat 9 procent van de aandelen bezit van Nord Stream I. In één klap waardeloos. Dat kost de Gasunie, en indirect de overheid, want Gasunie is een staatsbedrijf, die 508 miljoen euro.

Nord Stream was vijftien jaar het symbool van knusse politieke verhoudingen tussen Nederland, Duitsland en Rusland voor de gashandel. Gas was politiek. Goedkoop gas was de brandstof voor de industrie in Duitsland en Nederland. Poetins gas was onze economische groei.

Op de foto met Poetin en Medvedev

Iedereen kent de foto van de Kremlin-chef die met koning Willem-Alexander en koningin Máxima een glas Heineken drinkt bij de Olympische Spelen in Sotsji. Maar kent u ook de foto van minister-president Mark Rutte (VVD) met toenmalig bondskanselier Angela Merkel en de Russische president Dmitry Medvedev bij de ingebruikname van Nord Stream? Dat was in 2011.

Nu is Medvedev als vicevoorzitter van de Nationale Veiligheidsraad (Poetin is voorzitter) een van de oorlogsbazen. Of de foto van de ondertekening van de contracten van de participatie van Gasunie in Nord Stream. Aan tafel zitten de ondertekenaars, de topmanagers van Gasunie en Nord Stream. Achter hen staan de politieke machthebbers: toenmalig minister-president Jan Peter Balkenende voor Nederland, Poetin voor Rusland. Dat was in 2007.

Gasunie is een staatsbedrijf, maar niet zo bekend als bijvoorbeeld de NS of Schiphol. Het bedrijf is eigenaar van de gaspijpleidingen in Nederland en een deel van Noord-Duitsland. Met de winning van het Groningse gas heeft men niks van doen, al is het wel zo dat zonder dat gas Gasunie 60 jaar geleden niet was opgericht om de pijpleidingen te leggen.

Gas in de ban

De Nord Stream-pijpleiding moest een cruciale schakel worden in de energiepolitiek van Nederland. Als het Groningse gas ooit op raakte, zag het ministerie van Economische Zaken een regierol voor Nederland in (West)Europa. Nederland als de gasrotonde, de draaischijf voor gasleveranties van noord naar zuid en van oost naar west. Vandaar de politieke rugdekking bij Nord Stream. Gasunie hád de infrastructuur al, dus het was een kwestie van zoveel mogelijk landen aansluiten op onze rotonde.   

Maar nu is Nord Stream kapot. Gas heeft het kabinet Rutte3 al eerder in de ban gedaan. Van de gasrotonde hoor je ook niet meer. Maar van de Gasunie des te meer, ook al besteden de meeste media er weinig aandacht aan en is de Tweede Kamer maar matig geïnteresseerd. Terwijl bijna alles wat Gasunie onderneemt een politieke aanleiding én politieke betekenis heeft. Gasunie is namelijk de investeringsafdeling van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) aan het worden. De formele eigenaar van de aandelen van de Gasunie is het ministerie van Financiën, maar de inhoudelijke leidsman zit op EZK.

Gasunie als reddende engel

Ga maar na wat er is gebeurd. 

Staalbedrijf Tata en andere energieslurpers redden? Het ministerie van EZK zet hoog in op waterstof als de nieuwe, duurzame energiedrager. Hoe moet dat? De gaspijpleidingen liggen er al. Nu alleen nog ‘maar’ omkatten voor waterstofgebruik. Een klus van 750 miljoen euro. Uitvoerder: Gasunie.

120.000 huishoudens uit de kou redden? Het ministerie legt geld op tafel voor Gasunie om de zogeheten WarmtelinQ te ontwikkelen. Dat is een warmtetransportnet voor 120.000 huizen in Zuid-Holland die van het gas af moeten. De restwarmte van bedrijven in de Rotterdamse haven gaat straks naar die woningen. Dit prestigeproject in de energietransitie dreigde in 2019 een debâcle te worden. Gemeenten, provincie én de rijksoverheid konden zich geen bankroet veroorloven. Gasunie moet de klus nu klaren. En passant kan Gasunie zijn kernactiviteit uitbreiden met warmtetransport.

Nederland redden? Gasunie had vorig jaar in geen tijd twee drijvende installaties voor aanlanding van vloeibaar gas (LNG) in de Eemshaven liggen. In Brunsbüttel investeert Gasunie in drijvende én vaste LNG-terminals ten behoeve van de Duitse leveringszekerheid.

Risico, risico, risico

Hollands Glorie, wat u zegt. Maar tegen welke prijs? Als basis voor zijn investeringen heeft Gasunie extra kapitaal nodig. Wie betaalt dat? Een van de oplossingen is minder dividend uitkeren aan de Nederlandse overheid. Een voorstel daarvoor staat op de volgende aandeelhoudersagenda.

Maar Gasunie heeft dat extra kapitaal óók nodig vanwege de stilletjes gestegen risico’s. De raad van commissarissen van Gasunie, die wordt geleid door oud-VVD-Kamerlid Pieter Duisenberg, waarschuwt in het vorige week verschenen jaarverslag voor ‘grotere financiële risico’s’ omdat anders maatschappelijk relevante projecten zoals de LNG-terminals niet tijdig of helemaal niet zouden doorgaan.

Liever geen politieke benoeming

Anders gezegd: van een infrastructuurbeheerder zonder fratsen wordt Gasunie een energie-ondernemer, met alle risico’s en verlieskansen. De Algemene Rekenkamer klaagde medio 2021 al dat het ministerie van EZK de Tweede Kamer te weinig informatie gaf over de kosten die gemoeid zijn met de investeringen van bijvoorbeeld Gasunie in de energietransitie. Deze tekortkoming wordt schrijnender nu Gasunie een steeds grotere en risicovolle rol krijgt.

Daar komt bij dat de D66-ministers Rob Jetten (EZK) en Sigrid Kaag (Financiën) op korte termijn een cruciale benoeming moeten doen. Directievoorzitter Han Fennema van Gasunie vertrekt in september nadat hij vorig jaar voor 4 jaar bijtekende. Het moet gezien de rol van Gasunie als investeringsafdeling voor het ministerie van Economische Zaken een aantrekkelijke gedacht zijn om een politieke vertrouweling als zijn opvolger te benoemen. Beter van niet. Kies voor kennis en ervaring. Nederland moet geen Frankrijk worden waar topmanagers van staatsbedrijven wisselden met de politieke kleur van de president.

Menno Tamminga is sinds de zomer van 2022 economisch columnist van Wynia’s Week. Eerder was hij redacteur en columnist van het Financieele Dagblad en NRC Handelsblad.

Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de vrijwillig betaalde abonnementen van de lezers. Doet u al mee? Doneren aan Wynia’s Week kan HIER. Hartelijk dank!