Maarten van Andel: Miljarden euro’s Nederlands subsidiegeld voor de vervuilende Duitse energiereus RWE – waar is Sophie Hermans mee bezig?

van andel
VVD-minister van Klimaat en Groene Groei Sophie Hermans: meer subsidiegeld voor biomassa. Beeld: YouTube.

In Essen is het hoofdkwartier gevestigd van het Duitse energieconcern RWE, tot 1990 ‘Rheinisch-Westfälisches Elektrizitätswerk’. RWE, met het staatsinvesteringsfonds van Qatar als belangrijkste aandeelhouder, hoort met 30 miljard euro jaaromzet tot de grootste Europese energiereuzen en stootte vorig jaar 3,4 miljoen ton CO2 uit: door het verbranden van ruim 2 miljoen ton hout in zijn Amercentrale en Eemshavencentrale. Daarvoor is tenminste 10.000 hectare bos gekapt in Noord-Amerika en Zuidoost-Azië. Dat gekapte hout heeft vervolgens per schip zes- tot twaalfduizend kilometer afgelegd naar Nederland.

Bij de productie en het vervoer vanuit andere werelddelen is nog eens 600.000 ton CO2 uitgestoten. De totale uitstoot van elke kilo door RWE verbrand hout komt daarmee op ongeveer 2 kilo CO2. Toch beweert RWE tegen alle wetenschappelijke, politieke en maatschappelijke feiten in dat dit CO2-neutraal is en bijdraagt aan een beter klimaat.

Tot overmaat van ramp ondersteunt minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei deze flagrante onwaarheid impliciet door in de Voorjaarsnota meer subsidiegeld voor biomassa beschikbaar te stellen. RWE zou tot 2027 in totaal 2,5 miljard euro SDE+ subsidies ontvangen, maar de minister vindt dat kennelijk nog niet genoeg. Ze wil nog meer Nederlands belastinggeld aan een buitenlandse multinational geven, voor een energievorm die de komende dertig jaar onze CO2-uitstoot verhoogt in plaats van verlaagt. Bovendien veroorzaakt het verbranden van miljoenen bomen uit verre landen veel extra stikstofuitstoot, luchtvervuiling, ontbossing en verlies van biodiversiteit.

Geen verificatie

De SDE+ subsidieregeling bestaat sinds 2011 en is in 2020 overgegaan in de huidige SDE++ regeling. Daarbij is de nadruk (terecht) verschoven van het opwekken van duurzame energie naar CO2-besparing. RWE kan desondanks tot 2027 bomen blijven verbranden onder de oude SDE+ regeling, niet omdat het CO2 bespaart maar omdat het op papier duurzaam zou zijn. RWE was in 2024 het enige bedrijf dat houtpellets verbrandde in grote Nederlandse elektriciteitscentrales. Andere energiebedrijven zoals Onyx, Uniper en Vattenfall deden dat niet.

De maatschappelijke organisaties Comité Schone Lucht uit Nederland en Biofuelwatch uit het Verenigd Koninkrijk hebben RWE hier kritisch op bevraagd, tijdens de algemene jaarvergadering. RWE gaf daarbij geen openheid over de herkomst van hun verbrande hout en belemmerde zo de mogelijkheid om de door de Nederlandse overheid vereiste duurzame productie daarvan te verifiëren. Dat is onaanvaardbaar, temeer daar RWE al 2,5 miljard euro subsidie toegezegd heeft gekregen van diezelfde Nederlandse overheid.

Biomassa verbranden is geld verbranden

In spotprenten is het verbranden van biomassa vergeleken met het verbranden van geld. De handelwijze van RWE bevestigt dit beeld. Het energiebedrijf verwijst daarbij onterecht naar toekomstige afvang, utilisatie en opslag van CO2 uit hun eufemistisch betitelde ‘bio-energie’, kortweg BECCUS (Bio Energy with Carbon Capture, Utilisation and Storage). Dat is echter in elk geval niet vóór 2030 aan de orde, en tot nu heeft geen enkel bedrijf in de wereld dergelijke grootschalige CO2-afvang en -opslag uit biomassa succesvol kunnen aantonen.

RWE neemt hiermee een riskante hypotheek op de toekomst, net als minister Hermans die zelfs garant wil staan voor de risico’s van CO2-opslag. Voorlopig geldt het kappen en verbranden van bomen volkomen onterecht formeel nog als duurzaam en CO2-neutraal. Daarom gebeurt het ook nog, uit naam van de wet maar niet uit naam van de natuurwetenschap, het bosbeheer en de milieuzorg. Opportunistische politici, juristen en ondernemers kunnen echter niet tegen de klippen op blijven beweren dat biomassa verbranden goed is terwijl het zo zichtbaar slecht is. De biomassakeizer met zijn mooie gewaad loopt in werkelijkheid in zijn onderbroek, en het is een kwestie van tijd voordat iedereen dat zal moeten erkennen.

Het is in dit verband goed om wat uitgebreider stil te staan bij de ‘U’ van BECCUS. Die staat, als gezegd, voor utilisatie, het gebruik van CO2 door het om te zetten in kunststoffen en synthetische brandstoffen. Iedereen die dit propageert zou zich eens moeten verdiepen in de energiebalans van dergelijk gebruik van CO2.

CO2 staat helemaal onderaan onze energieladder. Het is het ultieme energetische afvalproduct van mens, dier en plant. Precies om die reden ‘produceren’ vrijwel alle levende organismes het. CO2 is als het rotsblok dat helemaal onderaan de berg ligt. Toen het naar beneden rolde, kwam er heel veel energie vrij die bomen neerhaalde en huizen vernielde. Als we dat rotsblok weer naar de top van de berg zouden willen rollen, kost dat nog veel meer energie.

De productie van CO2 door metabolisme van zetmeel en suikers of verbranding van planten, hout, plastic, gas, olie en steenkool genereert een ontzagwekkende hoeveelheid energie. Daardoor kunnen wij leven, groeien, verwarmen, bewegen, werken en bouwen. Die ontzagwekkende hoeveelheid energie komt meestal geleidelijk vrij, maar als het gewild of ongewild heel snel gebeurt, veroorzaakt dat direct dood en verderf. Dat weten we uit eigen ervaring – dankzij woningbranden, gasexplosies, bosbranden en bombardementen.

Onzinnig concept

De natuurkundige wet van behoud van energie dicteert dat het omgekeerde proces om van CO2 weer zetmeel, suikers, planten, hout, plastic en andere brandstoffen te maken tenminste zoveel energie kost als vrijkwam bij verbranding. In de praktijk kost het zelfs veel meer energie, omdat bij elk chemisch proces energie verloren gaat.

Die energie hebben we niet, en zeker niet uit hernieuwbare bronnen. Daarom verbranden we immers op zulke grote schaal fossiele brandstoffen. Als we genoeg hernieuwbare energie zouden hebben om CO2 in significante hoeveelheden om te zetten in plastics en synthetische brandstoffen, zouden we helemaal geen CO2 hoeven te ‘produceren’ door verbranding van fossiele brandstoffen.

Grootschalige utilisatie van CO2 is daarmee een onzinnig concept en zelfs een paradox. Als we het zouden kunnen, zou het niet nodig zijn, en als het nodig is, kunnen we het niet. Alleen de natuur is in staat om op grote schaal CO2 om te zetten in bruikbare voedingsstoffen en brandstoffen. Groene planten doen dat via fotosynthese met zonlicht als energiebron. Dat is een ingewikkeld en traag proces waar planten op land en algen in zee letterlijk eeuwenlang het hele aardoppervlak voor nodig hadden en hebben. Dat is echter kennelijk niet genoeg om onze menselijke ‘productie’ van CO2 te compenseren, met als gevolg een 50 procent toename van CO2 in de atmosfeer sinds de industriële revolutie.

Druppel op een gloeiende plaat

Al onze hernieuwbare energie komt direct of indirect van de zon, via zonnepanelen, windmolens, biomassa en waterkracht. Dat kan per definitie nooit genoeg zijn om grootschalig onze CO2-uitstoot te gebruiken, want alle groene planten op aarde kunnen dat niet eens met alle zonne-energie die er is.

Zo ziet de energiebalans van grootschalig gebruik van CO2 er kortom uit. Op kleine schaal is het overigens een druppel op een gloeiende plaat die alleen maar veel energie kost. Als dat schaarse hernieuwbare energie is, kan die niet meer op een andere manier worden benut, en als het fossiele energie is komt er altijd veel meer CO2 bij vrij dan wordt gebruikt. Dat is de paradox van de ‘U’ van BECCUS.

Maarten van Andel is chemicus. Hij publiceerde in 2023 Kies Wijzer Klimaat. Praktische gids voor consument en kiezer, dat ook verkrijgbaar is in de winkel van Wynia’s Week.  

Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!