Goed nieuws voor de ‘fascist’ Wilders: zijn tegenstanders beginnen steeds fascistischer te worden

bouwman
Het label ‘fascist’ faciliteert een politieke jachtvergunning. Sinds de moord op Pim Fortuyn (2002) weten we er alles van. Foto: ANP Foto, Peter Hilz.

Onder de titel Is Wilders een fascist? verscheen in 2012 bij de Amsterdamse uitgeverij Boom een handzaam boek (176 pagina’s) van historicus Robin te Slaa. Daarin probeerde hij, zo vermeldde de achterflap, een antwoord te geven ‘op een regelmatig terugkerende vraag in het publieke debat’.

Dat was misschien niet zo’n heel gelukkige formulering. Want in het publieke debat, zeker op sociale media, worden naast vraagtekens ook heel vaak uitroeptekens gebruikt als het gaat om de veronderstelde connectie tussen Geert Wilders en het fascisme.

‘Revolutionaire verlossingsideolgie’

Verder viel er trouwens weinig aan te merken op het boek van Te Slaa. Het fascisme, zo schreef hij in zijn slothoofdstuk, was een ‘revolutionaire verlossingsideologie’ die streefde naar een nieuwe, klassenoverstijgende maatschappelijke orde. Die ‘verlossing’ gold expliciet voor het eigen volk of het eigen (Arische) ras. Fascisten wilden niet alleen een nieuwe samenleving en een totalitaire staat scheppen, maar eveneens ‘een nieuwe cultuur, een nieuwe elite en een nieuwe mens’.

‘Er is’, schreef Te Slaa, ‘geen scherpzinnig observator voor nodig om te concluderen dat deze utopische visioenen, evenals de karakteristieke kenmerken van de fascistische ideologie (biologisch racisme, sociaaldarwinisme, afwijzing van de democratie, leidersbeginsel, derde weg tussen kapitalisme en marxisme, anti-individualisme etc.) geen deel uitmaken van het rechts-populistische gedachtegoed van Wilders’.

Toch bracht het boek van Te Slaa, hoe verhelderend ook, geen kentering teweeg in kringen van doorgewinterde PVV-haters. Nog steeds wordt Wilders daar om de haverklap in verband gebracht met fascisme.

Het laat zich raden waarom. Wie een politicus met fascisme associeert, ontslaat zichzelf van de plicht om te argumenteren en te debatteren. Fascisten zijn immers melaats. Vooral volgens ‘antifascisten’ van de radicale soort is vervolgens alles geoorloofd wat vroeger ook geoorloofd was tegen NSB’ers, inclusief intimidatie, geweld en erger. Het label ‘fascist’ faciliteert als het ware een politieke jachtvergunning. Sinds de moord op Pim Fortuyn (2002) weten we er alles van. Niet voor niets wordt Wilders zwaar beveiligd en woont hij al meer dan twintig jaar in een safe house.

Nationaal perspectief

Dat neemt niet weg dat er ook iets opmerkelijks aan de hand is met het scheldwoord fascist. In de nagedachtenis aan de jaren 1940-1945 speelde het in ons land lange tijd geen prominente rol. Dat kwam omdat de herinneringen aan de bezettingstijd aanvankelijk niet zozeer politiek als wel nationaal werden ingekleurd. Dankzij ‘de moffen’ waren Nederlanders vijf jaar lang geen ‘baas in eigen huis’ geweest, dát was de grote schande van de oorlogsjaren. De Duitse overheersing kreeg zo een plekje in dezelfde historische categorie als de Spaanse overheersing (1555-1648) en de Franse overheersing (1795-1813), klassiekers uit het vaderlandse geschiedenisonderwijs op onze scholen.

In de jaren zestig raakte dit nationale perspectief in diskrediet. Mogen wij nog anti-Duits zijn? was de veelzeggende titel van een bundel waarvoor niemand minder dan oud-PvdA-premier Willem Drees in 1965 een voorwoord schreef. De bezettingstijd was ‘al’ twintig jaar geleden en de in 1949 gestichte Duitse Bondsrepubliek had zich inmiddels bewezen als een keurig democratisch land. Het rond 4 en 5 mei steeds maar weer opwarmen van onze anti-Duitse gevoelens leek zo bezien een beetje achterhaald.

Het vacuüm werd snel gevuld. Voor de naoorlogse babyboomgeneratie, sowieso minder geporteerd van ‘oubollige’ verschijnselen als nationalisme en vaderlandsliefde, werd fascisme het overkoepelende begrip voor alles wat met de Tweede Wereldoorlog had te maken. Helemaal vanzelfsprekend was dat niet. De Duitse bezetters en ook hun hulptroepen van de NSB hadden zich immers geafficheerd als nationaal-socialisten. Maar omdat van die benaming ook het linkse en dus ‘goede’ woord socialisme deel uitmaakte, gaven met name communisten er al vanaf de jaren dertig de voorkeur aan om te spreken van fascisten, een typering die oorspronkelijk alleen werd gebruikt voor de volgelingen van Benito Mussolini. Sinds de jaren zestig vond die communistische gewoonte algemeen ingang. Al gauw was geen gemeente meer compleet zonder antifascisme-comité; actiegroepen van anti-nationaal-socialisten zag je daarentegen vrijwel nergens.

Niet uitzichtloos

Toch is de situatie voor Geert Wilders niet per se uitzichtloos. Aan de linkerkant van ons politieke spectrum wordt – vooral sinds Hamas op 7 oktober 2023 het startsein gaf voor de Gaza-oorlog – steeds nadrukkelijker en steeds agressiever partij gekozen tegen Israël. Met name in links-radicale kring en onder allochtone moslimextremisten (vaak twee handen op één buik) is zelfs openlijk antisemitisme geen taboe meer. Bij de anti-Israëlische en anti-Joodse acties hoorden onlangs ook – nadrukkelijker dan voorheen – pogingen om de dodenherdenking van 4 mei ‘inclusief’ te maken en zo de facto het unieke karakter van de Holocaust weg te relativeren. Dat was nog niet zo lang geleden een bezigheid die gold als een specialiteit van neonazi’s, net als het bekladden van Stolpersteine (‘struikelstenen’) en het besmeuren of vernielen van gedenktekens voor Anne Frank, inmiddels één op één overgenomen door Gaza-activisten.   

Het zijn ontwikkelingen die het voor radicaal-links steeds moeilijker maken om de fanatieke Israël-supporter Wilders op geloofwaardige wijze uit te maken voor fascist. De PVV-leider zou zijn repliek zomaar eens kunnen gaan beperken tot ‘Wat je zegt, ben jezelf’. Heel erg ver zit hij er dan niet eens naast.  

Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!