Goochelen met cijfers: hoe in NRC criminele asielzoekers worden weggepoetst   

WW Jaspers 20 december 2025
De realiteit is, dat als bij een stad een azc met duizend plekken wordt neergezet, dit bijna vijf keer zoveel extra criminaliteit oplevert als wanneer op dezelfde plek een woonwijk voor duizend doorsnee Nederlanders was gebouwd. Foto: Pexels.

‘Feiten’ en ‘wetenschap’ zijn in 2025 definitief besmette termen geworden. Je komt die nu vooral tegen op de woke flank in discussies over maatschappelijk brisante kwesties. Frases als ‘de wetenschap zegt’ of ‘op basis van feiten’ dienen nu vooral om kritiek op het heersende narratief over klimaat, migratie of stikstof buiten de orde te verklaren zonder op de inhoud in te hoeven gaan – inhoud waar de desbetreffende politici en opiniemakers doorgaans vrijwel niets vanaf weten.

Het debat over klimaat of stikstof kent daarvan vele schrijnende voorbeelden, maar pareltje van deze week is de column van NRC-coryfee Folkert Jensma onder de titel ‘Feiten over asielmigratie dreigen zinloos te worden’. Bij NRC hebben ze ook gemerkt dat het heersende narratief over asielmigratie – broodnodig vanwege de vergrijzing, verrijking voor ons land en ons geweten, heeft niets met woningnood te maken – aan het afbrokkelen is. Dus dacht Jensma: ‘Laten we de verondersteld bovengemiddeld criminele (jonge) azc-migrant eens onder de loep nemen.’

We moeten dan eerst nog door de bij NRC verplichte, langdradig erudiete aanloop heen (de barbaroi van de oude Grieken komen langs, en de ‘algoritmes’ wier schuld het is dat u de foute mening over asielmigratie heeft) maar zijn boodschap over asielcriminaliteit is heel simpel: niets aan de hand.

‘Criminaliteit onder asielmigranten, zo blijkt uit WODC-onderzoek, is een probleem van een kleine minderheid. (…) In totaal is het probleem niet groter dan onder de rest van de bevolking, zeker niet als je corrigeert voor de oververtegenwoordiging van jonge mannen.’

Voor de hand liggende verklaring

Jensma beroept zich voor zijn feiten op een recent rapport van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) over incidenten en misdrijven door asielzoekers. Dat bevat inderdaad een groot aantal cijfers en grafieken over wat er mis gaat in azc’s en met hun bewoners. ‘Incidenten’ betreft allerlei rottigheid binnen de azc’s (schelden, vechtpartijen, intimidatie, enzovoort). Dat aantal nam sinds 2017 toe van circa 5000 naar 16000 per jaar, maar omdat justitie daar niet aan te pas komt, beperken we ons, net als Jensma, tot de misdrijven: alle door de politie geregistreerde, potentieel strafbare feiten, veelal gepleegd buiten een azc.

Dit aantal nam toe van 3350 in 2017 tot 6755 in 2023, een verdubbeling (over 2024 daalde dit weer tot 5875, maar het is bij zulke onderzoeken altijd de vraag of de meest recente cijfers wel volledig zijn. Ook jaarcijfers van verder terug worden door het WODC periodiek bijgesteld).

Er is een voor de hand liggende verklaring voor die stijging: het aantal azc-bewoners nam in die periode ook sterk toe, van 63.000 naar 106.000. Op zich al een omineus feit: in alle azc’s en andersoortige opvanglocaties woonde in 2024 een populatie asielzoekers ter grootte van de stad Leeuwarden, en die populatie is sindsdien zeker nog gegroeid. Niettemin, asielzoekers werden ook per persoon crimineler: in 2017 werd 5 procent van hen verdacht van een (in dat jaar gepleegd) misdrijf, in 2023 was dat bijna 7 procent.

Maar nu terug naar Jensma’s feiten: is het probleem niet groter dan onder de rest van de bevolking? We blijven bij dit WODC-rapport: in 2023 werden in de hele Nederlandse bevolking 257.000 personen als verdachte geregistreerd, onder asielzoekers waren dat er 6755. Het WODC concludeert dat 2,6 procent (6755/257.000) van het totale aantal verdachten asielzoeker is, een op het eerste gezicht geruststellend laag percentage.

Echter, veel relevanter is uiteraard of een asielzoeker vaker dan een persoon uit de algemene bevolking verdachte is, maar het WODC geeft dat cijfer niet. We moeten dan delen door het aantal asielzoekers in 2023 (98.425), respectievelijk het aantal inwoners van Nederland in 2023, 18 miljoen. Dat levert op:

6755/98.425 = 0,0686, en 257.000/18 miljoen = 0,0143. Met andere woorden: één op de 15 asielzoekers werd in 2023 verdachte, tegen 1 op de 70 Nederlanders in het algemeen. Dat is een bijna vijfvoudige oververtegenwoordiging van asielzoekers.

‘Niets aan de hand’

De WODC-selectiviteit is hier nogal duidelijk: zodra men kan schermen met ‘een kleine minderheid’ en percentages van één cijfer, dan wordt dit expliciet benoemd; zodra de conclusie moet luiden dat er sprake is van veelvoudige oververtegenwoordiging, worden de voor de hand liggende rekensommen niet gemaakt. En Jensma kan of wil dat niet zelf bedenken, dus die oreert gewoon dat er niets aan de hand is met asielcriminaliteit.

Weliswaar bouwt hij een escape in: er is niets aan de hand, ‘zeker niet als je corrigeert voor de oververtegenwoordiging van jonge mannen’. Oké, dus het probleem is wel groter dan onder de rest van de bevolking, omdat er onevenredig veel jonge, mannelijke asielzoekers binnenkomen?

Corrigeren voor demografische en sociaal-economische factoren kan wetenschappelijk best interessant zijn, maar het is een drogreden om daaruit te concluderen dat zorgen over asielcriminaliteit slechts gebaseerd zijn op ‘fabels, frames, emoties en mispercepties’ (aldus Jensma). Ook het WODC betrekt die stelling: ‘Eerdere onderzoeken hebben aangetoond dat verschillen in betrokkenheid bij criminaliteit tussen asielmigranten en andere verdachten in Nederland verdwijnen als rekening gehouden wordt met achtergrondkenmerken als leeftijd en geslacht.’

De term ‘verdwijnen’ is hier onthullend. Voor de onderzoekers en de Folkert Jensma’s van deze wereld is oververtegenwoordiging qua criminaliteit ‘verdwenen’ zodra daar een sociologisch plausibele verklaring voor gegeven kan worden. Mannen zijn veel crimineler dan vrouwen, dus logisch dat de groep van ruim 70 procent mannelijke asielzoekers crimineler is dan een even grote groep doorsnee Nederlanders. Jongeren (tot 40 jaar) zijn crimineler dan bejaarden, dus logisch dat asielzoekers, die disproportioneel tot de groep ‘jongeren’ behoren, crimineler zijn.

Op dezelfde manier wordt de zware oververtegenwoordiging in de criminaliteit van sommige etnische minderheden (zoals Nederlanders van Noord-Afrikaanse en Antilliaanse afkomst) door het CBS wegverklaard met een model dat voor zoveel mogelijk sociaal-economische factoren ‘controleert’. Dat etniciteit niets zegt over criminaliteit is echter een conclusie die al grotendeels voorgebakken zit in dat CBS-model. Desondanks blijken zelfs na al die correcties Marokkaanse Nederlanders veel crimineler dan de rest.

Ook in de cijfers van het WODC zijn Noord-Afrikaanse asielzoekers vele malen crimineler (en vaker betrokken bij ‘incidenten’) dan de overige asielzoekers, zie onderstaande tabel uit het rapport:

Criminaliteit van asielzoekers, uitgesplitst naar nationaliteit. De laatste kolom, met de relatieve criminaliteit, geeft duidelijk aan hoe zwaar Noord-Afrikaanse asielzoekers oververtegenwoordigd zijn ten opzichte van bijna alle andere nationaliteiten.

Voor die flagrante Noord-Afrikaanse oververtegenwoordiging wordt door het WODC het ‘inwilligingspercentage’ als eufemistische wegverklaring aangeroepen: hoe groter de kans voor een nationaliteit op een permanente verblijfsvergunning, hoe minder criminaliteit.

Leuk voor criminologen

Wat hier eigenlijk staat, is dat kansloze nep-asielzoekers uit de veilige landen Marokko, Algerije en Tunesië zich massaal misdragen en misdrijven plegen, maar dat mag zo niet heten van het WODC: ‘Er is voor gekozen om niet over “veiligelanders” te rapporteren.’ Stel je ook voor, dat je als officiële instantie iets zou bevestigen wat Geert Wilders in de kaart speelt.

Al die theoretische wegverklaringen zijn leuk voor criminologen, maar de buurt waar deze asielzoekers hun reële overdosis criminaliteit plegen, schiet daar geen snars mee op. Daar zitten Folkert Jensma c.s. niet mee: in hun ogen verdwijnt namelijk door die wegverklaring alle legitimiteit van protesten tegen het dumpen van honderden Syrische en Noord-Afrikaanse jonge mannen in een Nederlandse woonwijk.

De realiteit is, dat als bij een stad een azc met duizend plekken wordt neergezet, dit bijna vijf keer zoveel extra criminaliteit oplevert als wanneer op dezelfde plek een woonwijk voor duizend doorsnee Nederlanders gebouwd was. Overigens is een nieuwe woonwijk voor duizend doorsnee Nederlanders inmiddels bijna een utopie. Want zelfs als die wijk gebouwd zou kunnen worden, ondanks alle stikstofregelgeving en netcongestie, dan zouden die woningen met voorrang worden toegekend aan erkende asielzoekers (statushouders) die nu nog noodgedwongen in een azc wonen.

Wynia’s Week verschijnt 156 keer per jaar en wordt volledig mogelijk gemaakt door de donateurs. Doet u mee, ook straks in het nieuwe jaar? Doneren kan zo. Hartelijk dank!

Donateurs kunnen ook reageren op recente artikelen, video’s en podcasts en ter publicatie in Wynia’s Week aanbieden. Stuur uw reacties aan reacties@wyniasweek.nl Vergeet niet uw naam en woonplaats te vermelden (en, alleen voor de redactie: telefoonnummer en adres). Niet korter dan 50 woorden, niet langer dan 150 woorden. Welkom!