Het kabinet-Jetten kan straks knopen doorhakken, want het taboe om te bezuinigen op de zorg is gesneuveld
In 1960 gaven we van elke verdiende gulden anderhalve cent uit aan zorg. Een heel klein beetje van deze kosten werden door mij gemaakt, want ik werd dat jaar geboren in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam. De zorg speelde in die tijd een veel kleinere rol in onze samenleving dan nu. Pas in 1971 kwam er een ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne; tot dan toe was de zorg onderdeel van het ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid. Inmiddels gaat van elke euro die we verdienen tien cent naar de zorg en is het bijna de grootste uitgavenpost van de overheid.
Linkse politici en journalisten bagatelliseren de groei van de zorguitgaven en wijzen erop dat de afgelopen tien jaar de zorguitgaven als percentage van ons nationaal inkomen niet of nauwelijks zijn gestegen. Dus hoezo is er een probleem met de betaalbaarheid van de zorg? Het klopt dat als aandeel van het inkomen de zorgkosten de laatste jaren niet veel zijn gestegen. Een belangrijke oorzaak hiervan is dat maatregelen zijn genomen om de groei van de uitgaven te beteugelen.
De stelselwijziging in 2015 waarbij een deel van de zorg naar de gemeenten is overgeheveld, heeft daarbij een belangrijke rol gespeeld. Deze stelselwijziging kwam er overigens onder druk van de Europese Commissie die constateerde dat de kosten van de langdurige zorg in ons land veel hoger zijn dan in andere landen. Ook de zorgakkoorden die voor de curatieve zorg zijn afgesloten, hebben ervoor gezorgd dat de groei van de uitgaven beperkt werden. Als we echter over een langere periode kijken dan zien we wel een sterke toename van de uitgaven.
Waterscheiding
Voor de zorg vormden de verkiezingen van 29 oktober een waterscheiding. Dat begon al bij de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s door het CPB. Bij de vorige verkiezingen in 2023 wilden D66, GroenLinks-PvdA, CDA, ChristenUnie en Volt nog extra geld voor de zorg, bovenop de min of meer automatische groei van 3 procent per jaar die het gevolg is van de vergrijzing en nieuwe medische behandelingen zoals innovatieve geneesmiddelen. Alleen VVD, JA21 en de SGP wilden de groei van de uitgaven beperken tot hetgeen nodig was om de toenemende zorgvraag en nieuwe behandelingen te kunnen betalen. De andere partijen, waaronder de PVV en de SP, lieten hun programma niet doorrekenen door het CPB, maar wilden ook flink meer geld uittrekken voor de zorg.
Bij de afgelopen verkiezingen was dat heel anders. Toen bleek dat van de partijen die hun verkiezingsprogramma lieten doorrekenen alleen GroenLinks-PvdA de zorguitgaven meer wilde laten stijgen dan de 3 procent die nodig is om aan de toenemende zorgvraag te voldoen en nieuwe behandelingen te bekostigen. Ook de PVV en SP, die hun programma niet lieten doorrekenen, wilden meer geld voor zorg. Alle andere partijen wilden de uitgaven aan zorg wel laten stijgen maar met minder dan 3 procent per jaar. In het politieke jargon betekent dit dat deze partijen wilden bezuinigen op de zorg. Hiervoor wilden ze onder meer de voorgenomen halvering van het eigen risico schrappen en kritischer kijken naar de opname van nieuwe dure verrichtingen in het zorgverzekeringspakket of zelfs het pakket bevriezen.
In twee jaar tijd zijn dus de meeste politieke partijen overgestapt van ‘nog meer geld voor de zorg’ naar ‘minder meer voor de zorg’. Dit is opmerkelijk omdat veel kiezers in peilingen aangeven zorg een van de belangrijkste thema’s te vinden. Net als bij de stelselwijziging in 2015 speelt op de achtergrond de Europese Commissie een rol. De Commissie vindt dat de kosten van de vergrijzing te hard oplopen en dat EU-regeringen daar op moeten bezuinigen. Na de ambtenaren van het ministerie van Financiën hebben nu ook politieke partijen daar gehoor aan gegeven.
De verkiezingsuitslag laat zien dat de partijen die willen bezuinigen gelijk hebben gekregen. D66, CDA en JA21 hebben immers gewonnen en het verlies van de VVD, die ook wil bezuinigen, bleef beperkt. En de partijen die extra geld voor de zorg wilden, zoals de PVV, GroenLinks-PvdA en de SP hebben allemaal flink verloren. De kiezers vinden het kennelijk niet erg dat er op de zorg wordt bezuinigd en dat de zorguitgaven en de zorgverzekeringspremies minder hard zullen stijgen.
Mandaat voor Jetten
Een toekomstig kabinet-Jetten heeft dus een mandaat om te bezuinigen op de zorg. Dat het plan om het eigen risico te halveren zal worden ingetrokken, lijkt vrijwel zeker. Van alle potentiële coalitiepartijen was alleen GroenLinks-PvdA daar nog voorstander van. De Telegraaf meldde deze week dat premier Dick Schoof de bespreking van het wetsvoorstel voor verlaging van het eigen risico van de agenda van het kabinetsberaad heeft gehaald omdat er in de Tweede Kamer te weinig steun voor is. Dit is waarschijnlijk het laatste wat we hierover horen. Een geleidelijke verhoging van het eigen risico ligt meer voor de hand. In de zorgverzekeringswet staat dat de hoogte van het eigen risico meestijgt met de premies. In de afgelopen jaren is dit wetsartikel buitenspel gezet. Het kabinet-Jetten zou dit wetsartikel weleens nieuw leven in kunnen blazen.
Ook van een ander paradepaardje van de populisten in de Tweede Kamer, het verzet tegen de nieuwbouwplannen van het Zuyderland-ziekenhuis in Heerlen, zullen we waarschijnlijk niet veel meer horen. De partijen die het hardst schreeuwden dat ze zouden regelen dat de acute zorg en verloskunde in Heerlen zou blijven – de PVV, SP en GroenLinks-PvdA – hebben flink verloren.
Redelijk alternatief
Het bevriezen van het basispakket, zoals een aantal partijen in de doorrekening bij het CPB hadden opgenomen, is een erg drastische en onrealistische maatregel. Dat er kritischer gekeken zal worden of nieuwe behandelingen wel voldoende gezondheidswinst opleveren en of dat in verhouding is met de extra kosten ervan, lijkt een redelijk alternatief.
Nog minder dan een jaar geleden ontstond grote opwinding toen de fractieleiders van PVV, VVD, NSC en BBB in hun onwetendheid afspraken om een paar honderd miljoen te bezuinigen op het nascholingsbudget voor verpleegkundigen. De toenmalige minister van Volksgezondheid, Fleur Agema (PVV), wist niet hoe snel ze dat weer ongedaan moest maken. Gaat nu toch weer het mes erin? Na de afgelopen verkiezingen is het taboe om te bezuinigen op de zorg doorbroken, zoveel lijkt zeker.
Wynia’s Week verschijnt 156 keer per jaar en wordt volledig mogelijk gemaakt door de donateurs. Doet u mee, ook straks in het nieuwe jaar? Doneren kan zo. Hartelijk dank!
Donateurs kunnen nu ook reageren op recente artikelen, video’s en podcasts en ter publicatie in Wynia’s Week aanbieden. Stuur uw reacties aan reacties@wyniasweek.nl. Vergeet niet uw naam en woonplaats te vermelden (en, alleen voor de redactie: telefoonnummer en adres). Niet korter dan 50 woorden, niet langer dan 150 woorden. Welkom!

















