Hoe de tomeloos ambitieuze Rob Jetten de verkiezingen won
Hoe kon Rob Jetten de verkiezingen winnen? In alles herinnerde hij aan Mark Rutte. Blijven lachen, in Jettens geval blijven glimlachen. Klimaatlieveling van Hilversum, een miljoenenbudget voor reclamespotjes en katholiek dna. Plus een niet al te inhoudelijke campagne.
De campagne van Rob Jetten begon op 12 oktober met keepersgeluk. Omdat Geert Wilders (PVV) wegens een bedreiging had afgezegd, mocht Jetten in zijn plaats meedoen aan het eerste RTL-4 televisiedebat. D66 stond op dat moment vijfde in de peilingen. Amper 8 procent van de kiezers dacht op D66 te gaan stemmen. PVV, GroenLinks-PvdA, CDA en VVD scoorden op dat moment veel beter.
Jetten had niks te verliezen. Zijn deelname was een meevaller en de keurig gesoigneerde D66-lijsttrekker was het blijmoedige middelpunt van een verder nogal somber en krampachtig gezelschap. Zijn hele voorkomen moet miljoenen kijkers hebben herinnerd aan langjarig VVD-premier Mark Rutte, op wie altijd kritiek mogelijk was, maar die het land toch min of meer bestuurbaar had gehouden. Nauwelijks tijd om zich voor te bereiden, maakte Jetten toch een ontspannen indruk. Hij hoefde alleen zichzelf te zijn. Hij moest net doen als Rutte altijd had gedaan: blijven lachen. In het geval van Jetten: glimlachen.
Een campagnebudget van 2,2 miljoen euro
Dat eerste campagneoptreden werd in de reclameblokken meteen ondersteund door een gelikt spotje, waarin de energieke Jetten zich tussen het publiek door haast om ‘ruimte moet je maken’ een bus te halen. Dat filmpje is nu al iconisch, omdat er een soort zelfspot in zit, met name door een tienermeisje dat op verveelde toon ‘super handig’ zegt. Nederlanders zijn moe van politiek gedram en houden van de relativerende D66-toon.
D66 had die zendtijd al ingekocht om zich tussen de grote jongens in te wurmen, maar doordat Jetten verrassenderwijs mocht meedoen aan het debat, werkte het filmpje des te beter. D66 kon het zich veroorloven. De partij had – volgens cijfers van Binnenlandse Zaken – een campagnebudget van 2,2 miljoen euro. Grofweg een miljoen meer dan de VVD, meer dan het dubbele van GroenLinks-PvdA en een veelvoud van het armzalige PVV-budget. D66 heeft het geluk van een paar kapitaalkrachtige sponsors. Geen andere partij heeft meer benul van de kracht van de ict-sector en de moderne economie. Dat betaalt zich uit in dit soort financiële bijdragen en die kun je tijdens de campagne probleemloos opbranden. Het optimisme komt dan vanzelf.
Een week na dat eerste tv-debat was D66 in de peilingen ruim 2 procent gestegen. Elke week kwam daar een paar procent bij. Een gestage opmars, maar geen spectaculaire doorbraken. Het leek warempel of Jetten op kousenvoeten naderbij sloop. Ook dat herinnerde aan Mark Rutte. Die begon meestal met een achterstand en bijna ongemerkt liep hij vervolgens in op de concurrentie.
Niet te vroeg pieken, is een slimme strategie in een kiezersmarkt waar massa’s mensen knorrig zijn en ontevreden over het overheidsoptreden. De lijsttrekker die in de beginfase te veel aandacht opeist, wekt aanvankelijk enthousiasme, maar wordt op een zeker moment vereenzelvigd met de mislukte overheid. Dan kan hij het schudden. Tijdens de campagne zweven kiezers van de ene partij naar de andere. De kunst is het om af te wachten en net op het laatste moment de teleurgestelde aanhang van je concurrenten aan je te binden. Wilders deed dat in 2023 en Rutte had het in vorige verkiezingen telkens op die manier gefikst.
Zijn eerste politieke toespraak
Jetten was in zijn jonge jaren een getalenteerd hardloper. Zijn oudere zus zat op atletiek en voor de grap trainde Robje een keertje mee in het sportpark van het Brabantse Uden. Jetten liep op zijn gymschoentjes iedereen eruit. Hij werd meteen naar de nationale jeugdkampioenschappen gestuurd, werd tweede op de 400 meter en kwam in de selectie voor een jeugdolympiade in Peking. Hij trainde zo hard dat hij een hamstringblessure opliep, waarna zijn atletiek-carrière voortijdig eindigde. Vanaf dat moment kreeg zijn tomeloze ambitie een andere richting. Maar in zekere zin bleef hij de atletiek trouw: hij is geen marathonloper en geen sprinter. Hij is een hardloper van de middellange afstand: 400 meter.
Op 2 november 2004 werd in Amsterdam de cineast Theo van Gogh vermoord door islamterrorist Mohammed Bouyeri. Her en der in het land waren er anti-islam uitingen. In Uden werd zelfs brand gesticht in de plaatselijke moskee en in een islamitische basisschool. Toenmalig CDA-premier Jan Peter Balkenende repte zich naar Uden, waar een bijeenkomst werd gehouden om op te roepen tot tolerantie. Balkenende sprak de aanwezigen toe. Er waren ook nogal wat middelbare scholieren van het Uden College aanwezig. De leraar maatschappijleer vroeg of een van de leerlingen misschien ook een paar woorden wilde zeggen, namens de jonge generatie. Ten overstaan van de minister-president? De HAVO- en VWO-leerlingen keken naar de grond. Maar toen kwam een atletische jongen uit klas 5 opeens naar voren. Rob Jetten hield zijn eerste politieke toespraak en dat deed hij uitstekend. Hij was 17 jaar.
Een groeibriljant
Ook dat herinnert aan Rutte: van jongs af aan politiek gedreven. Rutte zat als student bij de liberale JOVD. Jetten zocht het bij de Jonge Democraten, waar hij al spoedig voorzitter werd. Als bestuurskundige ging hij voor ProRail werken. In 2017 kwam hij in de D66-Tweede Kamerfractie en was hij verkeerswoordvoerder. Tijdens een bijeenkomst over de problemen in het spoorvervoer werd hij voorgesteld aan Roger van Boxtel, topman van de NS en oud-D66 minister. Je zag meteen dat Van Boxtel en andere D66-prominenten het wisten: dit was hun groeibriljant. Met die jonge Jetten hadden ze goud in handen.
Al na een goed jaar werd hij – door het plotselinge vertrek van Alexander Pechtold – fractievoorzitter. Om de draak met hem te steken, stelden journalisten een filmpje samen waarin hij nogal robotachtig naar voren kwam. Dat was een beetje flauw, gemeen zelfs. Het leek Jetten niet te deren. Hij incasseerde. Hij bleef glunderen. Net als Rutte, had hij een Teflonlaag.
In 2021 maakte Jetten plaats voor Sigrid Kaag als de nieuwe D66-leider. Hij werd beloond met een mooie positie in het kabinet-Rutte III: minister van Klimaat. Samen met VVD-fractieleider Sofie Hermans schreef Jetten het moeizame Regeerakkoord voor de verder nogal ongelukkige coalitie VVD-D66-CDA-ChristenUnie. Jetten had zich eerder getooid met de titel ‘klimaatdrammer’. Hij had staan juichen toen de Amsterdamse kolencentrale werd gesloten en zo’n honderd mensen hun baan verloren. Maar daardoor steeg zijn aanzien bij de linkse omroepen in Hilversum, waar niemand zich die robotfilmpjes nog herinnerde. Jetten was klimaatactivist en toch ministeriabel gebleken.
Ook bij de ‘kijker thuis’ heeft hij een gunfactor. Dezelfde looks als Rutte. Bijna hetzelfde kapsel, dat altijd perfect zit. Als het huis van je buren te koop staat en je denkt: ‘wie zou erin komen?’ dan hoop je op een jonge gast als Rob Jetten. Netjes en vrolijk. Hij snoeit op tijd de beukenhaag.
‘De molen van Jetten’
Zijn Brabantse wortels helpen ook. D66 heeft van oudsher veel katholiek dna. Hans van Mierlo, Hans Gruijters, Alexander Pechtold, Thom de Graaf verloochenden hun afkomst niet. Ze waren de leiders van het pragmatisme, geen scherpslijpers. Op die manier word je populair bij iedereen. Jetten woonde een tijd in Nijmegen en heeft nu een huis in Den Haag. Omroep Brabant en het Brabants Dagblad meldden daags na de verkiezingen dat hij ‘toch efkes met ons vader en moeder had gebeld’. Dat is een soort gemoedelijkheid waarvan de zwevende kiezers erg houden.
In Uden was overgrootvader Jetten molenaar. Aan de noordkant van de uitgestrekte plattelandsgemeente (zo’n 37 duizend inwoners) staat een molen die iedereen kent als ‘de molen van Jetten’. In 1904 heeft Piet Mondriaan de prachtige molen geschilderd. Het kunstwerk Molen van Uden hangt nu in het Museum University of Regina in Satskatchewan, Canada.
Een harde draai
Zijn ouders werkten in het onderwijs en de zorg. In hun vrije tijd waren ze actief als jeugdleiders bij de voetbalclub en het hockey. Jetten was vaak bij zijn grootmoeder die een slijterij/wijnhandel had in Uden. Je kunt zeggen dat Jetten de gemeenschapszin en de klantvriendelijkheid met de paplepel kreeg ingegoten.
Jetten lardeerde zijn campagne met optimisme, maar op één punt liet hij D66 een harde draai maken. Hij propageert een strenger asielbeleid, waarbij afgewezen asielzoekers die overlast geven snel moeten worden uitgezet en waarbij het alleen nog mogelijk moet zijn om aan de buitengrenzen van Europa asiel aan te vragen. Gek genoeg ging het daar niet veel over tijdens de tv-debatten en de talkshows van de afgelopen weken. Het leek of de Hilversumse omroepen geen slapende honden wilden wakker maken. Maar het lijdt geen twijfel dat Jettens opmerkelijke quote ‘ik kom geen mensen tegen die dit asielbeleid niet kut vinden’, op het laatste moment veel kiezers van GroenLinks-PvdA naar D66 heeft doen oversteken. Uit cijfers van de exitpolls bleek zelfs dat D66 nogal wat stemmen op de PVV had veroverd.
Veel Haagse insiders spreken over een zeer inhoudelijke campagne. Dat asielvoorstel van Jetten komt in de formatie heus wel aan de orde, bezweren zij. In werkelijkheid was de campagne verre van inhoudelijk. Het ging vooral over de stand in de peilingen en over wie met wie. Ophef was er over uitglijers in de debatten. De campagne was geen krachtmeting over de richting waarin het land zich zou moeten bewegen. De campagne ging vooral over de campagne zelf en was losgezongen van bestuur en beleid.
Op de vraag van Nieuwsuur over de positie van homoseksuele jongeren op streng-christelijke scholen, gaf CDA-lijsttrekker Henri Bontenbal een zeer bestuurlijk antwoord. Hij begon over artikel 23 van de Grondwet, de vrijheid van onderwijs. Nou, dat heeft hij geweten! Onmiddellijk werd hem een gebrek aan empathie verweten. Nederland is een televisiedemocratie, die verslaafd is aan symboolpolitiek en waarin het slachtofferdenken zich steeds verder ontwikkeld. Lijsttrekkers kunnen zich daar maar het best bij neerleggen. Anders dan Bontenbal, deed Jetten dat voorbeeldig.
Geen duidelijk inhoudelijk mandaat
Gelukkig het land waarin een paar voetbaljournalisten onder aanvoering van ‘de Snor’ het sentiment onder de kiezers bepalen. Het heeft iets oppervlakkigs, gemakzuchtigs. Alles is triviaal, dus het zal dit land wel goed gaan. Maar op die soepele manier krijg je wel een verkiezingsuitslag waarmee de hoofdrolspelers nog diverse, tegenstrijdige richtingen uit kunnen. Het resulteert in lijsttrekkers als Rob Jetten, die wel veel kiezers achter zich verzamelen, maar niet beschikken over een heel duidelijk inhoudelijk mandaat. D66 vierde in zijn historie vaker triomfen – zij het niet zo’n grote als dit keer – maar vaak zat in die vrijblijvende, tot niks verplichtende overwinningen al direct het daaropvolgende electorale debacle ingebakken.
Daags na de verkiezingen vergaderde het presidium van de Tweede Kamer over ‘de taartpunten’. Dit is de indeling van de vergaderzaal volgens de diverse kleuren van de fracties. Voor fracties is dit een halszaak, want hoe meer je in beeld komt, hoe groter je populariteit. Als fractie moet je een blok vormen, zonder gangpad middenin. Business as usual in Den Haag: een eeuwige campagne en een voortdurende kabinetsformatie. Maar voortaan met D66 fier in het centrum. En of Jetten – in navolging van Rutte – vier keer achter elkaar Kamerverkiezingen zal winnen, dat moet nog blijken.
Wynia’s Week verschijnt 156 keer per jaar en wordt volledig mogelijk gemaakt door de donateurs. Doet u mee, ook straks in het nieuwe jaar? Doneren kan zo www.wyniasweek.nl/doneren/. Hartelijk dank! Donateurs kunnen ook reageren op recente artikelen, video’s en podcasts en ter publicatie in Wynia’s Week aanbieden. Stuur uw publicabele reacties aan reacties@wyniasweek.nl. Vergeet niet uw naam en woonplaats te vermelden (en, alleen voor de redactie: telefoonnummer en adres). Niet korter dan 50 woorden, niet langer dan 150 woorden. Welkom!


















