Hoe langer hoe gekker: eerst ging Nederland op slot voor stikstof, nu voor de wolf

roorda
Van elk initiatief moet straks vooraf worden vastgesteld welke impact het heeft op het leefgebied van de wolf. Is dat negatief, dan gaat het feest niet door. Foto: Pexels.

Lege terrassen op de Utrechtse Heuvelrug deze zomer. De exploitant van horecagelegenheid Pyramide van Austerlitz heeft om zijn terras een soort kooi gebouwd. Daarbinnen kunnen zijn gasten veilig zitten. Steeds meer en steeds vaker moet de mens zich aanpassen aan de wolf, waarvan de populatie zich in Nederland onstuimig uitbreidt. In hun wildste fantasieën zien ecologen zelfs ruimte voor vier keer zoveel wolven in ons land als nu. Het aantal confrontaties tussen wolf en mens stapelt zich intussen op.

Opvallend is dat de inperking van de leefruimte van de mens wordt bewerkstelligd door een handjevol activisten en hun organisaties (vaak ngo’s), met hulp van welwillende rechters. Van dat laatste leverde een gerechtelijke uitspraak op 31 juli 2025 een fraai voorbeeld. Een uitspraak waarin de rechter de bestaande regels gewoon naast zich neerlegde.

Het ging om een zaak aangespannen door World Animal Protection (WAP) en De Faunabescherming. Laatstgenoemde ngo kennen we als het actie- en procedeervehikel van de Partij voor de Dieren. Zij maakten bezwaar tegen het besluit van de staat om de wolf niet als prioritaire soort aan te merken voor de Veluwe. Dat betekent dat de wolf geen speciale status zou krijgen binnen de grenzen van dit Natura 2000-gebied.

Niet ontvankelijk

Op basis van de Habitatrichtlijn van de EU is de staat gehouden speciale beschermingszones aan te wijzen. Dit zijn de bekende Natura 2000-gebieden. Dier- en plantensoorten kunnen worden aangewezen als onderdeel van deze status en genieten dan dezelfde strikte bescherming als dat gebied.

WAP werd niet ontvankelijk verklaard, want verricht volgens de rechter ‘onvoldoende feitelijke werkzaamheden’ ter bescherming van de wolf. Deze ngo is onderdeel van een wereldwijde organisatie met een jaarbudget van meer dan 80 miljoen euro. WAP Nederland beschikte in 2024 over 6,4 miljoen euro (2023: 5,2 miljoen euro), vooral afkomstig van de 81.000 donateurs. De Nationale Postcode Loterij geeft 750.000 euro, verdeeld over drie jaar. Elk jaar besteedt WAP in Nederland maar liefst 1,4 miljoen euro aan werving van donateurs. Zo betaalt het influencers fors voor reclame op sociale media.

WAP richt zich in Nederland op acties tegen het Dolfinarium, de verkoop van kangoeroeproducten, markten voor wilde dieren en de ‘vee-industrie’. Dit doen ze onder meer door het steunen van de eiwittransitie en door druk uit te oefenen op de Rabobank om te stoppen met de financiering van boerenbedrijven. Ook voerde WAP actie om het ABP te verplichten om diervriendelijk te gaan beleggen. ABP ging meteen overstag, waarna ook andere pensioenfondsen in het vizier van WAP kwamen. Samen met zusterafdelingen uit andere EU-landen publiceert men jaarlijks een overzicht (sommigen noemen het een hitlist) waarin fastfoodketens worden geclassificeerd op dierenwelzijn van kippen.

(Het geld van) WAP bleek deze keer niet nodig, want de rechter stelde ngo De Faunabescherming in het gelijk. Daarvoor was wel nodig dat de bestaande regelgeving terzijde werd geschoven.  De staat voerde in haar verweer aan dat alvorens de wolf een prioritaire status kan krijgen op de Veluwe (of elders in Nederland) eerst moet zijn aangetoond dat de soort na vestiging zich gedurende tien jaar onafgebroken heeft voortgeplant in ons land. Het eerste nest stamt uit 2019, dus deze vraag is pas in 2029 aan de orde.

Volgens de rechter had de staat in dit proces onvoldoende onderbouwd waarom de termijn van tien jaar van doorslaggevende betekenis is. De uitspraak stelt dat deze termijn nergens wordt genoemd in de Habitatrichtlijn en de staat de wolf ook los daarvan kan aanwijzen als prioritaire soort. Er is in de Habitatrichtlijn inderdaad geen procedure met een precieze termijn vastgelegd. Dit omdat de Habitatrichtlijn daarvoor expliciet ruimte laat aan de nationale staten om invulling aan te geven. In Nederland is er voor gekozen om via een Beleidsregel hieraan een termijn van tien jaar van onafgebroken voortplanting te verbinden.

Bindend voor bestuursorganen

In een Beleidsregel geeft een bestuursorgaan een nadere invulling aan een in algemene bewoordingen gestelde wettelijke bepaling. Beleidsregels zijn niet bindend voor burgers en bedrijven, maar wel voor bestuursorganen. Zoals de overheid zelf stelt: ‘Burgers en bedrijven mogen er dus op vertrouwen dat de beleidsregels worden gevolgd.’ Het is dan ook vreemd dat de rechter de Beleidsregel terzijde legt. Tenzij de uitkomst dat de wolf pas vanaf 2029 als prioritaire soort in aanmerking komt hem niet bevalt. Verder stelt de rechter dat de staat deze Beleidslijn ‘niet heeft vastgelegd in beleid’. Het staat er echt (in punt 9.4 van het vonnis).

Die tienjaarsperiode is verstandig om de wat langeretermijneffecten van samenleven met de wolf te beoordelen. De wolf kan wel onlosmakelijk deel uitmaken van een bepaald gebied, maar wat is het effect daarvan op andere diersoorten, de biodiversiteit in het algemeen en op de mens? Zo eten wolven alle moeflons op, waardoor de vegetatie op de Veluwe drastisch dreigt te veranderen. Vragen die nu niet meer aan de orde komen.

Tenslotte haalt de rechter een door De Faunabescherming ingebracht rapport aan van ecoloog Geert Groot Bruinderink, waarin deze stelt dat de Veluwe tot het natuurlijke verspreidingsgebied behoort van de Centraal-Europese wolf en dat de soort zich daar blijvend heeft gevestigd. Omdat de staat de bevindingen en conclusies van dit rapport niet heeft betwist, zijn ze voor de rechter waar.

Het rapport is nergens online te vinden en is één van de vele over de wolf in Nederland. Het is kennelijk heel speciaal omdat De Faunabescherming ermee komt. Groot Bruinderink werd eerder door De Faunabescherming als getuige-deskundige opgetrommeld in een procedure tegen de provincie Gelderland om het verstoren van een wolf met een paintballgeweer te voorkomen. De staat moet nu van de rechter een nieuw besluit nemen over het wel of niet aanwijzen van de wolf als prioritaire soort binnen het Natura 2000 gebied van de Veluwe, tenzij in hoger beroep de rechter wél de regels wil toepassen.

In ons boek Nederwolf wezen Oswin Schneeweisz en ik al op deze rechtszaak en de vergaande consequenties mocht de rechter de dierenactivisten in het gelijk stellen. Het is de wolf die dan bepaalt wat zijn leefgebied is en de mens moet zich daaraan aanpassen, ook als het gaat om woningbouw, de aanleg van infrastructuur en toerisme. Van elk initiatief zal vooraf moeten worden vastgesteld welke impact het heeft op het leefgebied van de wolf. Is dat negatief, dan gaat het feest niet door. De vraag is of activisten niet ook zullen proberen eenzelfde speciale status te regelen voor de wolf in andere Natura 2000-gebieden, zoals het Drents-Friese Wold en op de Utrechtse Heuvelrug.

Ongeloof en onbegrip

In ons boek komen we tot de conclusie dat beheer van de wolvenpopulatie in Nederland dringend noodzakelijk is. In Wynia’s Week publiceerden we een tienpuntenplan: een simpele oplossing om te voorkomen dat de aanwezigheid van de wolf voortaan bepaalt wat er nog mogelijk is. De Nederlandse, Duitse en Poolse wolven zouden we voortaan als één populatie moeten zien, die een voldoende omvang heeft voor een gunstige staat van instandhouding. Dan kan – in navolging van landen als Zweden en Frankrijk, waar de wolf dezelfde beschermde status heeft als in Nederland – aan populatiebeheer worden gedaan en worden voorkomen dat de leefgebieden van mens en wolf elkaar steeds verder overlappen.

Enige tijd geleden was er een – besloten – congres van internationale wolvenexperts. Ongeloof was er onder de deelnemers over het feit dat er in Nederland niet voor wordt gezorgd dat de wolf de mens als gevaarlijk ziet en blijft zien. Onbegrip dat zelfs het afschrikken door paintballen niet mogelijk is. Wolven die de angst voor mensen hebben verloren, dienen uit de populatie te worden genomen, zo was de algemeen gedeelde opvatting.

Parallel met de stikstofdiscussie

In een veel aangehaalde studie van John Linnell (Universiteit van Trondheim) is de conclusie klip en klaar: ‘Houdt de wolf wild. Elke wolf die zijn vrees voor de mens lijkt te verliezen of zich op enigerlei wijze agressief gedraagt, moet uit de populatie verwijderd worden.’ Het wild houden van de wolf is op een klein stukje postzegelnatuur als in Nederland niet mogelijk. Iets waar de nationale wolvenexpert Groot Bruinderink – die zo gretig wordt aangehaald door de rechter – kennelijk niet op ingaat.

Een parallel met de stikstofdiscussie dringt zich op. In beide gevallen gaat het om een door de Nederlandse overheid zelf gecreëerd probleem, waarbij een juridische fuik wordt ingezwommen waarin de rechter er onder druk van activisten en hun ngo’s voor zorgt dat we via (mis)interpretatie of extensieve uitleg van (vermeende) wettelijke bepalingen steeds verder vast komen te zitten. Grote delen van het land worden op slot gegooid voor menselijke activiteiten, omdat de uitstoot van stikstof of de aanwezigheid van de wolf bepaalt wat er mag. Aan het doel een bepaalde soort natuur of diersoort tot in het extreme binnen onze landsgrenzen te beschermen, los van wat daarbuiten gebeurt, wordt al het andere ondergeschikt gemaakt.

Net als bij het stikstofdossier lukt het de politiek niet zich aan deze kluwen te ontworstelen. Het is de hoogste tijd voor meer rigoureuze maatregelen.

Samen met Oswin Schneeweisz schreef Wouter Roorda  ‘Nederwolf – de terugkeer van een gevreesde landgenoot’, een uitgave van Uitgeverij Blauwburgwal. Het boek kost € 22,50 en is overal te bestellen, bijvoorbeeld in de winkel van Wynia’s Week.

Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!