Hoe Oezbekistan het klimaatalarmisme een zware slag toebracht

ArnoutJaspers 13-12-25
Het Potsdam Institute for Climate Impact Research. Beeld: pik-potsdam.de

Oezbekistan. U kunt het misschien nog net aanwijzen op de kaart van Azië, maar ik wed dat u verder niets van dat land weet. Een van die bijna anonieme, autocratisch geregeerde steppe-republieken ver weg van alles wat westerse media zou kunnen interesseren. Het bbp van Oezbekistan? 0,4% van de wereldeconomie. Maar de economische groeicijfers van Oezbekistan hebben in hun eentje een prestigieus model over mondiale klimaatschade doen instorten, met als gevolg grote reputatieschade voor het toonaangevende Potsdam Institute for Climate Impact Research. 

Minder meer

Dat zit zo: in april 2024 publiceerde dit Potsdam Institute een prognose voor hoeveel economische schade klimaatverandering zou gaan aanrichten tot 2050. Ze kwamen uit op 38 biljoen dollar (ongeveer 32.000.000.000.000 euro), ofwel een reductie van het inkomen van de gemiddelde wereldburger met 19 procent. Die schade was volgens hen zes keer zo groot als de kosten van klimaatmitigatie, dat wil zeggen de kosten om in de hele wereld de CO2-uitstoot naar nul terug te brengen per 2050.

Zelfs als je hun resultaat voor waar aannam, was het hoogst misleidend om van ‘klimaatschade’ te spreken, aangezien die 38 biljoen dollar een ‘minder meer’-getal is: de mondiale economie zal volgens algemeen geaccepteerde prognoses sowieso met veel meer dan 38 biljoen dollar groeien tot 2050, dus de gemiddelde wereldburger wordt ook mét klimaatverandering flink wat welvarender. Zie mijn column van toen over deze demagogische truc, die in al die doemverhalen over de schade door klimaatverandering wordt toegepast.

Inmiddels, echter, is die 38 biljoen dollar schade ook binnen het eigen alarmistische frame op losse schroeven gezet door drie Amerikaanse onderzoekers die de onderliggende data kritisch tegen het licht hielden. In Potsdam kwamen ze op die 38 biljoen dollar uit door het verband in de afgelopen veertig jaar tussen locale temperatuur, variabiliteit van het weer, neerslag en nog een paar van zulke parameters te correleren met cijfers over economische groei (of krimp) in ruim 1600 regio’s in 83 landen.

Vervolgens gebruikten ze klimaatmodellen om diezelfde parameters voor die 1600 regio’s te voorspellen tot 2050, en als je dan aanneemt dat die historische correlatie in de toekomst hetzelfde blijft (een vrij drieste veronderstelling) dan kun je die ‘minder meer’-economische groei in een geldbedrag uitdrukken.

Enorme toename onzekerheidsmarge

Maar wat ontdekten die drie Amerikanen? Dat de wilde groei- en krimpcijfers van Oezbekistan (van -90% tot + 120%) in hun eentje een enorme invloed hadden op de totale voorspelde klimaatschade in die 83 landen. Als ze de cijfers van Oezbekistan weglieten uit de dataset, verminderde de klimaatschade in de rest van deze eeuw met ruwweg een factor drie. Misschien nog wel belangrijker is, dat door het weglaten van de Oezbeekse cijfers de onzekerheidsmarge in deze voorspellingen enorm toeneemt. Zozeer zelfs, dat de klimaatschade volgens dit model best minder dan nul kan zijn, dat wil zeggen: klimaatverandering levert dan juist extra economische groei op.  

Hieronder is dat in beeld gebracht:

De paarse lijn is de Potsdamse prognose (de paarse waaier er omheen is de onzekerheidsmarge) voor de toenemende klimaatschade. De donkerblauwe lijn met waaier is dezelfde prognose, maar zonder de data van Oezbekistan. We zien, dat die waaier voor ongeveer een derde boven 0 ligt, ofwel er is zo’n dertig procent kans dat klimaatverandering juist gunstig is voor economische groei. De lichtblauwe waaier is het resultaat zonder Oezbekistan en met extra tests op de data (‘block bootstrap‘) voor de robuustheid van de prognose. Die levert een dermate grote onzekerheidsmarge op, dat de enige redelijke conclusie luidt: dit model heeft weinig tot niets zinnigs te zeggen over het economisch effect van klimaatverandering.  

Een pretentieus fabeltje

Hoe Oezbekistan aan zulke wilde groei- en krimpcijfers komt is onduidelijk. Misschien is de directeur van het Centraal Bureau voor de Statistiek aldaar een neef van de Oezbeekse dictator? Maar het feit dat één, vrij klein land het eindresultaat zo drastisch kan beïnvloeden, wekt ernstige twijfel aan de hele Potsdamse methodiek. Want wie garandeert dat de cijfers van die overige 82 landen wel correct zijn en keurig naar rato aan het eindresultaat bijdragen? De enorme verbreding van de lichtblauwe waaier in bovenstaande illustratie geeft eigenlijk al het antwoord: die garantie is er niet.

Het moet gezegd: de wetenschap toont hier zelfreinigend vermogen. Nadat dit artikel in april 2024 in Nature gepubliceerd was, publiceerde dit vakblad in juni 2025 een ‘Matters arising‘-artikel met de Amerikaanse kritiek. Matters arising betekent zoiets als ‘gerezen problemen’, en het is een standaard format in Nature om zwaarwegende kritiek op een onderzoek te publiceren. De oorspronkelijke auteurs krijgen de kans om daar weer op te reageren. In dit geval kon die reactie de zaak niet meer redden: inmiddels heeft de redactie van Nature besloten het artikel helemaal te schrappen (retraction), formeel met instemming van de auteurs. Het op één na meest genoemde artikel over klimaat in 2024 blijkt dus een pretentieus fabeltje.    

Niets aan de hand

De reactie van het Potsdam Institute for Climate Impact Research op de eigen website, daarentegen, doet denken aan die van Saddam Hoesseins Minister van Informatie die live voor de tv-camera beweerde dat er niets aan de hand was, terwijl achter zijn rug de Amerikaanse tanks Bagdad binnen reden: ‘De kern van de bevindingen houdt stand: de schade door klimaatverandering tot het midden van deze eeuw is substantieel en overtreft de kosten van mitigatie.’ In Potsdam hebben ze blijkbaar bovenstaand plaatje niet bekeken.

Die kosten van mitigatie, ofwel in de hele wereld fossiele energieopwekking en de intensieve, hoogproductieve landbouw afschaffen, worden in deze studie beschouwd als een gegeven: een luttele 6 biljoen dollar per 2050, waarna de energietransitie voltooid is en die niets meer kost (daarom loopt de groene lijn in het plaatje na 2050 horizontaal).

Zulke prognoses zijn net zo’n slag in de lucht als de prognoses voor klimaat’schade’, eveneens met enorme onzekerheidsmarges, die Potsdam voor het gemak negeert (er zit geen waaier om die groene lijn heen).

Optimistische aannames

In de klimaatindustrie worden de vermeende ‘minder meer’-effecten van klimaatverandering stelselmatig ‘schade’ genoemd en opgeplust, en de kosten van mitigatie geminimaliseerd door zeer optimistische aannames over hernieuwbare energie. Wat zulke aannames waard zijn, hebben we ook in Nederland al gezien: de ‘stekker op zee’ (het hoogspanningsnet op de bodem van de Noordzee) werd in één klap twee keer zo duur (40 miljard euro erbij) na een herziene raming, en zeer recent bleek stroom uit windmolens op zee bij nader inzien anderhalf keer zo duur te worden.

En dat houdt nog niet eens rekening met de systeem-effecten van de energietransitie: de enorme investeringen in de infrastructuur die nodig zijn en het blijvende effect van die duurdere energie op de economie als geheel, ook na 2050. Extrapoleer dat naar de hele wereld, en u krijgt een aardige indruk van de werkelijke kosten van mitigatie.

Is het misschien een idee om dat instituut van Potsdam naar Oezbekistan te verplaatsen?

Wynia’s Week verschijnt 156 keer per jaar en wordt volledig mogelijk gemaakt door de donateurs. Doet u mee, ook straks in het nieuwe jaar? Doneren kan zo. Hartelijk dank! 

Donateurs kunnen ook reageren op recente artikelen, video’s en podcasts en ter publicatie in Wynia’s Week aanbieden. Stuur uw publicabele reacties aan reacties@wyniasweek.nl. Vergeet niet uw naam en woonplaats te vermelden (en, alleen voor de redactie: telefoonnummer en adres). Niet korter dan 50 woorden, niet langer dan 150 woorden. Welkom!