Hoezo ‘intensieve veehouderij’? Het valt reuze mee met het aantal landbouwdieren in Nederland

WW Jaspers 10 juni 2023
Nederlands weidelandschap. Foto: Arnout Jaspers

Wie de landbouw, en dan met name de veeteelt wil demoniseren, spreekt schande van de enorme aantallen dieren die we in Nederland houden. Dat wordt keurig bijgehouden door het CBS: momenteel 98 miljoen kippen, 11,3 miljoen varkens, 3,8 miljoen koeien en 0,5 miljoen geiten. Roep nog iets over ‘megastallen’ en de burger is overtuigd dat de situatie in de landbouw onhoudbaarder is dan in Ter Apel. Nederland is vol!

Vreemd genoeg vinden juist zulke ‘progressieven’ dat er – met nu bijna 18 miljoen – nog lang niet genoeg mensen in Nederland zijn. Terwijl het aantal landbouwdieren al over zijn piek heen is, blijft het inwonertal van Nederland met honderdduizend zielen per jaar stijgen, wat volgens hen geen enkel probleem is. Maar dat terzijde, deze column gaat niet over de intensieve menshouderij.

Politici snappen niets van grote getallen

Grote getallen zijn zeer geschikt om het verstand op nul te zetten. Politici verwarren om de haverklap ‘miljoen’ met ‘miljard’, en bij ‘biljoen’ of billion gaat het geestesoog helemaal op oneindig. Het is duidelijk dat de meesten geen enkel gevoel hebben voor de bedragen waarover ze in de Tweede Kamer dagelijks debatteren en stemmen. Zoals Ronald Plasterk ooit opmerkte: politici snappen eigenlijk niets van bedragen die groter zijn dan de hypotheek op hun eigen huis. Over een paar miljoen euro meer of minder wordt fel gebakkeleid, uitgaven van miljarden euro’s zijn soms hamerstukken.  

Daarom een simpele vraag: waarom is dat eigenlijk veel, honderd miljoen landbouwdieren in Nederland? Juist degenen die fel tegen de intensieve veehouderij zijn, staan een agrarisch model voor met alleen maar kleinschalige, biologische landbouw. U kent de idylle wel: boer met zijn gezin op een klein lapje eigen grond, die zijn producten direct aan lokale consumenten levert.

Laten we die idylle eens uitrollen over het Nederland van de eenentwintigste eeuw. Net als in de negentiende eeuw werkt weer veertig procent van de bevolking in de kleinschalige landbouw, op – net als nu – de helft van de totale oppervlakte van ons land. Maar voor het inwonertal en het aantal landbouwdieren houden we de bovengenoemde cijfers uit 2023 aan.        

We nemen als voorbeeld een modaal biologisch boerengezin: twee ouders met twee kinderen, een inwonende oma op zolder en een boerenknecht die in de hooischuur slaapt, dus totaal zes mensen. Dan hebben we in dit idyllische Nederland 1,2 miljoen van die boerenbedrijfjes met elk bijna 2 hectare grond. Per bedrijfje lopen er afgerond 82 kippen, 9 varkens en 3 koeien rond. En de buurman heeft ook nog een geit. 

Is dat veel, op een stuk grond van 100 bij 200 meter? In cursussen wetenschapsjournalistiek wordt je altijd verteld dat je getallen inzichtelijk moet maken voor ‘gewone mensen’, dus nog een keer: is dat veel, twintig kippen, twee varkens en bijna één koe op een voetbalveld?   

Wie wil er tegenwoordig nog boerenknecht worden?

Dit fictieve voorbeeld dient slechts om het frame te ontmantelen van een Nederland dat tot de nok vol zit met megastallen en legbatterijen. Het is uiteraard onmogelijk om de landbouw op deze manier te hervormen zonder de hele sector en een aanzienlijk deel van de Nederlandse welvaart naar de knoppen te helpen. En wie wil er tegenwoordig nog boerenknecht worden?

En toch gaat er onder veel kritiekloos enthousiasme een plan rond van bioboer Meino Smit die in wezen terug wil naar die negentiende-eeuwse akkerbouw en veeteelt, zonder tractoren, bestrijdingsmiddelen of kunstmest. Dan moeten er wel 500.000 inwoners van Nederland boerenknecht worden, en we moeten 300.000 paarden hun hele leven laten sloven als trekdier. 

Het is heel vreemd dat de intensieve veeteelt als zodanig de schuld krijgt van het feit dat wij er grote aantallen dieren op na houden. We houden vele miljoenen dieren, omdat er vele miljoenen Nederlanders zijn, en bovendien honderden miljoenen Europeanen, waarvan het grote merendeel graag vlees eet.

Ook de op het oog gigantische aantallen dieren die we per jaar slachten worden regelmatig als aanklacht gebruikt tegen de intensieve veeteelt: een half miljard kippen, ruim 2 miljoen runderen en bijna 17 miljoen varkens. Maar per Nederlander per jaar is dat 0,9 varken, 0,12 koe en 28 kippen. Andersom en per gezin van vier personen berekend: eens in de drie maanden een varken, eens in de twee jaar een koe, en twee kippen per week.

Deze berekening geeft trouwens een veel te bloeddorstig beeld van de Nederlander, aangezien een groot deel van dat vlees de grens over gaat naar andere EU-landen. Ik kon niet zo gauw vinden welk percentage van al het Nederlandse vlees bestemd is voor de export, maar laten we voorzichtig stellen: de helft. Dan eet ons modale gezinnetje twee varkens per jaar op, eens per vier jaar een koe, en één kip per week.

Hoeveel vlees consumeerde een boerengezin in de negentiende eeuw? Vast wel minder dan dat, want op het platteland heerste vooral de armoede, maar ze zouden zoveel best hebben wíllen opeten, en welvarende gezinnen déden dat dan ook.

Het lijkt alleen maar erger

Totaalcijfers geven over onze vleesproductie werkt goed om morele verontwaardiging op te zwepen, maar zoveel slechter dan de romantische, geïdealiseerde keuterboertjes uit de negentiende eeuw is de moderne stadsmens niet. Het lijkt alleen maar erger omdat het slachten is uitbesteed aan fabrieksmatige slachterijen.

Dit patroon doet zich in de hele wereld voor: zodra mensen erin slagen om zich op te werken uit de armoede, gaan ze meer vlees eten. Pas als ze tot de mondiale 0,1 procent zijn opgestegen, worden ze weer vegetariër en gaan luidkeels verkondigen dat de wereld aan veeteelt ten onder gaat.   

Wetenschapsjournalist Arnout Jaspers is schrijver van de bestseller ‘De Stikstoffuik’. Zijn columns verschijnen iedere zaterdag in Wynia’s Week.

In de maand juni 2023 gaat Arnout Jaspers op tournee door Nederland langs zalen, evenementen, clubs en boekhandels. Kijk elders in Wynia’s Week waar precies! Organisatoren kunnen zich melden bij boekingen@blauwburgwal.nl

Wynia’s Week verschijnt 104 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige berichtgeving, die vrij beschikbaar is voor iedereen. De donateurs maken dat mogelijk.Doet u mee?Hartelijk dank!