In de VS ontlenen de kiezers hun politieke voorkeuren aan de politieke elites. En hier?

drumpf
Donald Trump houdt een ‘Save America’-rally in Perry, Georgia, 25 september 2021. Bron foto: gpb.org.

Langzaam maar zeker dringt in Amerika het besef door dat de individuele stem die je daar uitbrengt niet van invloed is op het resultaat. Als je het in marketingtermen vertaalt: als je een pizza bestelt, krijg je ook een pizza, en geen loempia. Maar in de politiek krijg je die loempia.

Dat is wat simpel geformuleerd maar het is de kern van Randall Holcombe’s boek dat argumenten levert voor zijn stelling dat je persoonlijke stem niet van invloed is op de politieke besluitvorming. Stemmen is een individuele ‘symbolische handeling’ ( expressive act) die geen invloed heeft op de uitkomst van de Amerikaanse verkiezingen.

Er is nog hoop

Holcombe geeft toe dat zijn boek een pessimistisch beeld geeft van de politiek. Maar is dat wel een specifiek Amerikaans probleem? Hebben wij in Europa er geen last van? Dat lijkt me nauwelijks nog een vraag voor iemand die de hedendaagse politiek volgt. Wij hebben dan wel een parlementair systeem en niet zoals Amerika een tweepartijen-systeem en een presidentieel systeem, maar ook wij hebben een uitvoerende macht: de ministerraad.

Is er kans op verandering in Amerika?, vraagt Holcombe zich af. Ja, wie weet, de politieke elites zijn het uiteraard niet altijd eens met elkaar, misschien ligt daar een mogelijkheid tot verandering. Holcombe hoopt dat met name de politieke instituties nog een mogelijkheid bieden tot democratische controle en afweging waardoor misbruik van macht bij de overheid beperkt kan worden.

Veel van ons stemgedrag en onze politieke opvattingen zijn terug te voeren tot onze vroege jeugd, schrijft Holcombe. Omdat onze politieke keuzes ‘symbolisch’ zijn, is er ook geen reden om van politieke kleur te veranderen als de resultaten tegenvallen. Er is geen terugkoppeling, je blijft gewoon de partij kiezen die je altijd al koos. En bovendien is er groepsdruk, je hoort nu eenmaal bij die en die partij, je voelt je ermee verbonden en blijft die steunen. Ongeacht de resultaten.

Het is de situatie die we jarenlang in Nederland gekend hebben tijdens de verzuiling. Politiek, religie en maatschappelijke organisaties vormden een hecht verband, je trouwde niet met een ander geloof, je voetbalde binnen je eigen verband. Wat Holcombe wil laten zien, is hoe stemgerechtigden in Amerika aan hun politieke voorkeuren komen. Hij wil laten zien dat de redenen waarom mensen kiezen of iets aanschaffen veelal sociaal bepaald zijn. Voorkeuren worden mede gestuurd door socialisatie. Dat is inmiddels in Nederland achterhaald, de hechte binding met een partij is sinds het einde van de verzuiling definitief voorbij.

Loyaliteit aan de partij

In Amerika geef je uiting aan je loyaliteit aan een kandidaat of partij. Je doet dat om je eigen politieke identiteit op te poetsen en die duidelijk te maken aan anderen. Zoals gezegd, is loyaliteit aan de partij in Nederland grotendeels verdwenen. Nieuwe partijen kunnen betrekkelijk eenvoudig voet aan de grond krijgen in het parlement. Politieke verschuivingen ontstaan hier door tegenstellingen en conflict over maatschappelijk brandende kwesties: klimaat, milieu, immigratie, woningbouw.

In het Amerikaanse twee partijensysteem zijn immigratie, gender, economie en werkgelegenheid, defensie-uitgaven en, in mindere mate, buitenlandse politiek, ook brandhaarden, maar ze leiden niet tot nieuwe partijen.

Politiek van de brandhaarden

Die mogelijkheid is er in Nederland wel. Maar te veel kleine partijen is ook weer problematisch, schrijft Frank Kalshoven (de Volkskrant 20 mei). Hij voorziet dat een mogelijk nieuw kabinet van hetzelfde laken een pak zal zijn als het bestaande: geremd, onmachtig, ongedisciplineerd. De oorzaak ligt volgens hem in de voortgaande versplintering van de politiek.

En BBB dan, zo vraagt hij zich af. Die peilt immers behoorlijk groot. Zijn antwoord is even badinerend als nietszeggend; ‘eerst de vlag maar eens leren respecteren, en langer dan twee seconden politieke ervaring opdoen’. De kiesdrempel verhogen zou een oplossing zijn, maar is onhaalbaar door de tweederde meerderheid die er voor nodig is. Nu is iedere partij ooit begonnen zonder veel ervaring, maar verhoging van de kiesdrempel gaat uiteraard richting gevestigde partijen. Kalshoven ziet BBB als een eendagsvlieg, en daar zou hij zich weleens in kunnen vergissen.

Follow the leader

De stemgerechtigden in Amerika volgen in feite hun leiders, politiek wordt bedreven door de verschillende elites en het electoraat heeft nauwelijks iets te zeggen. De politieke elites vertellen de burgers wat hun politieke voorkeur zou moeten zijn, en men volgt de leider. Met andere woorden, de politieke kaste doet in hoge mate wat ze zelf wil. Dagelijkse politiek in Amerika en Europa wordt gemaakt door elites die in netwerken opereren en in de positie zijn om te onderhandelen. Ook bij de overheid gaat het om carrières, en veel verschil tussen de private sector en de overheid is er in die zin niet. Verantwoording afleggen lijkt achterhaald. Een verschil is wel dat in een bedrijf altijd ontslag mogelijk is, terwijl je in de politiek meestal op een andere plaats weer aan het werk komt.

Wat Holcombe laat zien is in feite een omgekeerde wereld: de individuele stemmer past zijn of haar politieke voorkeuren aan aan die van zijn of haar partij en brengt ze zo in overeenstemming met die van de politieke elites. Een van zijn belangrijke conclusies is dat de massa haar politieke voorkeuren grotendeels ontleent aan die van de politieke elites.

Je bent in eerste instantie Democraat of Republikein, de rest van de bijbehorende opvattingen over controle op wapens, abortus, overheidsbemoeienis, belasting en medische zorg volgen hieruit. Niemand is in staat al die opvattingen rationeel te overzien, af te wegen en te prioriteren. Ook de politici niet. De partij is voor de kiezer het anker voor het vasthouden aan verdere politieke keuzes die ‘symbolisch’ zijn.

De complexe en gedifferentieerde politieke vraagstukken worden in Amerika geabsorbeerd door twee tegengestelde polen in het uitgebreide maatschappelijke spectrum, Democraat of Republikein. Dan toch maar liever die Nederlandse politiek van de maatschappelijke brandhaarden.

Tot slot

Holcombe’s boek is een wat ongewone combinatie van economie en sociale psychologie. Zijn onderscheid tussen symbolisch handelen en instrumenteel-doelgericht handelen heeft mijns inziens meer uitwerking nodig. Die begrippen zijn niet zo makkelijk te scheiden, ze vormen meer de uiteinden van een continuüm. Symbolisch handelen heeft ook een latent deel doelgericht handelen in zich. Al wordt het doel nooit bereikt.

Holcombe’s kritiek op het vraag-en-aanbod-denken in de economische theorie is volkomen terecht. Je vraagt je af of de economie ooit het belang van sociaal-psychologische invloeden zal inzien. Zijn ideeën over politieke elites en het volgen van partijstandpunten lijken me terecht. In die zin is het een interessant boek, zeker voor een Nederlandse kiezer die geen partijloyaliteit meer heeft.

Besproken boek: Randall G. Holcombe, Following their leaders, Political preferences and public policy (Cambridge University Press 2023).

Arie Graafland is emeritus-hoogleraar aan de TU Delft.

Wynia’s Week verschijnt 104 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige berichtgeving. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!