In Haagse politiek wil niet doordringen dat soft beleid niet werkt tegen harde misdaad

WERDMOLDER270422-epiloog misdaadbestrijding
Minister Dilan Yesilgöz (VVD, Justitie) bij WNL op Zondag

In deze bijdrage, bij wijze van epiloog van mijn serie over falende misdaadbestrijding, wil ik aandacht vragen in hoeverre de nieuwe ministers van Justitie en Veiligheid, mevrouw Dilan Yesilgöz (VVD), en Rechtsbescherming, Franc Weerwind (D’66), in hun plannen aandacht besteden aan een betere effectiviteit van de misdaadbestrijding.

Er is een brief over hoofdlijnen beschikbaar. De fracties in de Tweede kamer konden hierop schriftelijk reageren. Als reactie hebben de ministers uitgebreid antwoord gegeven. De inhoud en het aantal vragen zegt veel over de uitgangspunten en de stokpaardjes van de diverse fracties. Ook heeft er op 27 januari 2022 een Commissievergadering plaatsgevonden met de minister van Justitie en Veiligheid over het thema ondermijning en bestrijding georganiseerde criminaliteit.

Het ‘Pact voor de Rechtstaat’

De bewindslieden laten weten dat Het Pact voor de Rechtsstaat (2020) een belangrijke basis is voor de aanpak van de georganiseerde en ondermijnende criminaliteit. In dit Pact, dat de ambitie heeft om de drugscriminaliteit in tien jaar tijd fors terug te dringen, komen alle elementen van een brede en effectieve aanpak van ondermijning aan bod: van preventie tot repressie en van weerbaarheid tot executie. Centraal staan preventie, repressie en de aanpak van het extreme verdienmodel van criminelen. In de schriftelijke beantwoording op vragen wordt een citaat uit het Pact aangehaald: ‘Repressie zonder preventie is eindeloos, preventie zonder repressie is tandeloos’. Met ‘eindeloos’ wordt bedoeld ‘dweilen met de kraan open’.   

Er is een plan van aanpak in ontwikkeling om de drugssmokkel via mainports en andere grote logistieke knooppunten tegen te gaan. Dat plan krijgt vorm langs twee lijnen: 1) ondersteuning van de lokale publiek-private aanpak op specifieke knooppunten en 2) overkoepelende maatregelen om de aanpak in de breedte te versterken. Concreet komt dit neer op biometrische toegangscontrole, inzet van (slimme) camera’s, vergroting weerbaarheid van medewerkers en extra capaciteit voor toezicht en opsporing. Hiervoor is een bedrag oplopend tot 24 miljoen euro beschikbaar gesteld.

Binnen de tweede lijn wordt samenwerking gezocht met de bronlanden en samenwerking binnen de EU en het wegnemen van knelpunten ten aanzien van informatiedeling. De minister laat weten binnenkort naar Columbia af te reizen. Naar ik aanneem wil zij een betere controle in de havens op de export van cocaïne naar Nederland en België.                                                                                                     

Preventie als eerste beleidslijn

‘Harddrugs zijn het vergif van onze samenleving. Dat betekent dus ook dat wij ons moeten realiseren dat iedereen die harddrugs gebruikt medeverantwoordelijk is voor de ellende die over ons land wordt uitgestort, en dat de drughandelaren, de Taghi’s van deze wereld, de mocromaffia, de Nederlandse maffia of wie dan ook die in drugs handelt, alleen maar kunnen bestaan bij de gratie van de gebruikers. De overheid heeft de taak om de gebruikers keihard aan te pakken.’ Dit zijn de woorden van de minister-president in een antwoord op een vraag van de PVV tijden de laatste politieke beschouwingen. Mevrouw Lilian Helder vraagt aan de minister waar de nieuwe maatregelen blijven.

Ze zegt het antwoord al te kennen: het bezit van kleine hoeveelheden drugs wordt niet vervolgd omdat gebruikers zich veilig moeten voelen om hulp te zoeken. En, ten tweede, is het qua capaciteit voor de politie en het OM ondoenlijk om gebruikers met kleine hoeveelheden te vervolgen. Ze vindt beide redenen niet doorslaggevend. We moeten het druggebruik niet normaliseren, dus kap ook met het wietexperiment. De vraag houdt het aanbod in stand.

Preventie, zo laat het kabinet weten, vraagt om een langdurige aanpak. In antwoord op vragen laat de minister weten dat preventie ‘een speerpunt’ is in het beleid. Aldus de minister van JenV: ‘We zetten preventie in om door kwetsbare mensen een perspectief op het rechte pad te bieden. Dat doen we niet vrijblijvend, maar met het gezag als een stok achter de deur. Zo voorkomen we dat criminele organisaties steeds weer een beroep doen op nieuwe jongeren.’

Om de aanwas van criminelen op volwassen leeftijd te voorkomen is het van belang om al op jeugdige leeftijd de ontwikkeling van grensoverschrijdende gedrag tegen te gaan. De kern van het probleem is dat er een voedingsbodem in kwetsbare wijken en buurten en de kans bestaat dat jongeren afglijden naar ernstige vormen van overlast en criminaliteit. Het kabinet trekt hiervoor 82 miljoen euro uit.

Mooie plannen, maar wat is de realiteit?

Goede beleidsvoornemens zijn er voldoende, maar wat is de dagelijkse realiteit? Wat moet de aanpak zijn als jonge ‘uithalers’ van drugs uit containers, veelal afkomstig uit kwetsbare wijken met veel allochtone jongeren, een bedrag van 50.000 euro per keer kunnen verdienen. Uithalers halen duizenden kilo’s uit de containers in Rotterdam.

Zullen de jongemannen worden afgeschrikt met een straf van maximaal één jaar, die in de regel niet door de rechter wordt opgelegd? Ik denk van niet. In België is de maximale straf voor dit delict vijf jaar. Je vraagt je toch af waarom de beleidsmakers niet met België hebben overlegd om te komen tot een gemeenschappelijke aanpak en strafmaat. Dit type jongens zijn ook niet beïnvloedbaar voor preventieve maatregelen?

Repressie, en daarmee de verhoging van de strafkans, krijgt in de plannen van het kabinet maar weinig aandacht. Daarmee valt ook niet te scoren, in het licht van de gestelde vragen door de fracties uit de Tweede Kamer. Straffen op overtredingen als minderjarige zijn minimaal, meestal een vermaning, een formele berisping, een Summier Rapport of een boete. Bij een meerderjarige verdachte volgt in de regel bij een tweede keer een voorwaardelijke straf, pas na herhaling van een ernstig delict wordt een onvoorwaardelijke straf opgelegd.

Volgens de rechtspsycholoog Peter van Koppen is dit ongeveer de beste manier om criminelen te leren dat misdaad loont. Het financieel of emotionele voordeel uit het misdrijf wordt aanvankelijk niet gecompenseerd door straf, maar de langzame toename in strafintensiteit wordt gecompenseerd door gewenning van de gestrafte aan de straf. Weinig effectief dus.

Het zou naar het oordeel van Van Koppen veel effectiever zijn om meteen bij een eerste overtreding te straffen en bij de volgende keren voor hetzelfde misdrijf steeds dezelfde straf op te leggen. Die straffen hoeven niet extreem zwaar te zijn, maar ze moeten wel consequent worden toegepast. Vroegtijdig ingrijpen, waarbij de eerste klap een daalder waard is, zou volgens Van Koppen de samenleving heel wat ellende besparen.

De vraag luidt waarom het kabinet continu achter de feiten aanloopt. Ik noem dit ‘positief denken tegen beter weten in.’ Waarom wordt het middel van minimumstraffen niet geïntroduceerd, zoals ook in andere landen het geval is. Dan weten beginnende criminelen ook meteen welke straf hen boven het hoofd hangt bij het plegen van bepaalde delicten.

Slagkracht van de politie

De leden van de VVD-fractie van de Tweede Kamer maken zich grote zorgen over het capaciteitstekort bij de politie. In antwoord erop laat de minister weten dat in de komende jaren de druk op de politie groot is. Dit jaar en in 2023 kan de politie rekenen op een bedrag van 15 miljoen Euro voor het inhuren van niet-executieve medewerkers.

Ook zal er gekeken worden naar de mogelijkheid van inzet van particuliere partijen om de taak van de politie te verlichten. Vanaf 2024 zal er bij de Politieacademie meer ruimte zijn voor het opleiden van 700 extra aspiranten, die na afronding van de basispolitieopleiding vanaf 2026 aan de slag kunnen in de wijken.

Met het oog op versterking van de Landelijke Recherche vinden er gesprekken plaats. In de Voorjaarsnota van 2022 zal de Kamer hierover nader worden geïnformeerd. Als men weet dat de recherche zeer matig presteert, en dat dit feit al heel lang bekend is, is dit een mager en misschien ook veelzeggend antwoord.

Tegelijkertijd is het ook opmerkelijk te constateren dat geen enkele fractie schriftelijke vragen over dit heikele thema heeft gesteld. De slagkracht van de politie en de recherche, en daarmee ook de pakkans van criminelen, wordt immers sterk bepaald door een optimaal functionerende recherche.

Een sterke rechtsstaat

De leden van de D66 in de Tweede Kamer benadrukken dat de justitiële keten zo zwak is als de zwakste schakel. Wat die zwakke schakels zijn, blijkt onder meer uit de beantwoording van de vragen. Dat is op eerste plaats de financiering van het stelsel, op de tweede plaats is er een groot tekort aan rechters.

Het kabinet laat weten structureel te investeren in de justitiële ketens, omdat onzekerheid hierover de beoogde doelen kan bemoeilijken. Er bestaat een Bestuurlijk Ketenberaad strafrechtsketen die de overheid adviseert over de bekostiging van de verschillende organisaties.

Hoezo wietexperiment?

Er zijn ook veel vragen over de stand van zaken met betrekking tot het experiment van een gesloten coffeeshopketen. Er zijn problemen met een aantal geselecteerde telers vanwege het niet verkrijgen van een bankrekening. Ook is er het voornemen om één grote gemeente bij het experiment te betrekken. Het doel van experiment is, aldus de minister van JenV, het opdoen van ervaring met een gereguleerde coffeeshopketen en het meten van effecten. Op grond van een grondige evaluatie zal het kabinet beslissingen nemen over het vervolg.

De leden van de SGP-fractie menen dat het wietexperiment op gespannen voet staat met de strijd die Nederland voert tegen de georganiseerde criminaliteit die veelal plaatsvindt binnen de drugswereld. Bestaat niet het gevaar dat het experiment bijdraagt aan het criminele milieu? De minister laat desgevraagd weten dat zij is gehouden aan het coalitieakkoord, waarin staat dat het experiment doorgang zal vinden.

Opgemerkt wordt, in antwoord op een vraag van de SP-fractie, dat er een groot tekort is aan rechters. Dit heeft effect op de doorlooptijden, werkprocessen en het recht van de burger op een tijdig proces. De minister laat weten dat nieuwe rechters moeten worden geworven. Dat kost tijd want ze moeten worden opgeleid en begeleid.

Er worden nu jaarlijks 130 nieuwe rechters aangesteld, 50 rechters meer dan aanvankelijk in de bedoeling lag. Ook bestaat de mogelijkheid om gepensioneerde rechters boven de 70 jaar in te schakelen. Men heeft afgesproken daar waar mogelijk is zaken af te doen met enkelvoudige rechtspraak, één rechter in plaats van meerdere rechters. De wens om achterstanden in te halen mag echter niet ten koste gaan van de kwaliteit en de benodigde zorgvuldigheid van rechtspraak en het waarborgen van de grondrechten van individuen.

Inbeslagname van crimineel vermogen

Aanpak van het extreme verdienmodel van criminelen wordt als derde speerpunt genoemd. De minister laat, op vragen van de VVD-fractie, weten dat het internationale betalingsverkeer steeds sneller en in toenemende mate digitaal plaatsvindt. Daarmee wordt het ook moeilijker om criminele geldstromen te onderscheppen.

Er is een wetsvoorstel in voorbereiding om banken te verzoeken de uitvoering van een financiële transactie voor een korte periode (ten hoogste vijf dagen) tijdelijk aan te houden. In die periode kan meer duidelijkheid worden verkregen of de gegevens voor de transactie van belang zijn voor het voorkomen en opsporen van witwassen of het financieren terrorisme.

Civiel afpakken

De vorige minister, Ferd Grapperhaus, heeft aangekondigd nadrukkelijk te kijken naar de mogelijkheden voor invoering van Non-conviction based confiscation (NCBC) in Nederland, in navolging van Italië.

Met deze maatregel wordt het mogelijk goederen met een waarde van minimaal 25.000 euro, verkregen op grond van stafbare feiten, via een civielrechtelijke procedure van criminelen af te pakken. Eventuele belanghebbenden die ten onrechte worden getroffen door deze procedure zullen worden gecompenseerd. Het wetsvoorstel zal nog worden voorgelegd aan de Raad van State voor advies.

Geen aandachtspunt of thema

Het is interessant om vast te stellen over welke thema’s de Kamerleden geen vragen stellen. Zo horen we niets over het feit dat criminelen uit het buitenland, waaronder Albanezen en Zuid-Amerikanen, Nederland kiezen om hun activiteiten te plegen. Nederland wordt door het Instituut Clingendael een van de belangrijkste drugsrotondes ter wereld genoemd. Niet iets om trots op te zijn. Kennelijk geen aandachtspunt.

Over de lage straffen en de geringe kans op vervolging worden ook geen vragen door de fracties gesteld. Slechts 2 á 3 procent van alle geregistreerde overtredingen worden door de rechter behandeld en afgedaan met een boete of straf. Ook geen aandachtspunt.   

In het zeer informatieve rapport Handelen naar waarheid uit 2016 wordt opgemerkt dat rechters, waar het hennepteelt betreft, de laatste jaren minder geneigd zijn gevangenisstraffen op te leggen, omdat men het gedoogbeleid inzake softdrugs als inconsequent beschouwd. Dit is niet langer de opvatting van individuele rechters, maar in toenemende mate het beleid van rechtbanken en ook gerechtshoven.

Rechters richten zich op andere afdoeningen, zoals afstand doen van onwettig verkregen vermogen en schikkingen in plaats van vervolging en berechting. Bij de opsporingsautoriteiten leidt dit ertoe dat men allang tevreden is met de verstoring van bedrijfsprocessen, zoals de ontmanteling van een drugslab of hennepplantage. Het strafrechtsproces wordt van minder belang beschouwd. Ik vraag mij af of deze informatie bekend is bij leden van de Tweede Kamer.

Dat vele drugscriminelen vaak goed wegkomen en in staat zijn eindeloos zand in de justitiële machine te gooien, is ook geen thema om vragen over te stellen. Zo ging van de 190 zuidelijke drugscriminelen die justitie de afgelopen twee jaar, aldus een DSP-rapport over de Aanpak van de georganiseerde drugscriminaliteit uit 2021, in het beklaagdenbankje zette, de helft vrijuit.

In hetzelfde rapport wordt over de aanpak in Zuid-Nederland van de druggerelateerde criminaliteit opgemerkt dat in 2015 in totaal 428 mensen zijn opgepakt, waarvan slechts twaalf personen zijn veroordeeld. Je vraagt je toch af hoe dit mogelijk is. Is er onvoldoende expertise binnen het OM? Worden er fouten gemaakt in de opsporing? Hebben de verdachten te goede advocaten?

De misdaadbestrijding in Nederland laat grote steken vallen. Veel misdaden worden nooit opgelost en blijven onbestraft. Het is één van de onderbelichte thema’s waarop Wynias Week licht laat schijnen. Steunt u deze broodnodige, onafhankelijke berichtgeving? Dat kunt u doen door te doneren, zoals HIER. Hartelijk dank!