In onze richtingloze spektakelmaatschappij is alleen nog redding mogelijk door intenties, moraal, politieke keuzes
‘Wat heb ik eraan, met mijn ontwerpen?’
Mijn antwoord was steevast: ‘Niet veel. Eigenlijk niets.’
Geen antwoord dat een student graag hoort. Of juist wel?
Het grootste deel van mijn werkzame leven was ik docent aan de faculteit Bouwkunde van de TU Delft. Altijd omringd door studenten — opvallend veel studentes. Bouwkunde is binnen de TU een buitenbeentje, samen met Industrieel Ontwerpen. Voor Technische Natuurkunde geldt Bouwkunde als het wat achterlijke zusje van de universiteit. De faculteit telt ongeveer vijftig procent vrouwelijke studenten. Mijn vak was architectuurtheorie: een historische en filosofische discipline waar studenten in hun ontwerppraktijk nauwelijks iets aan hadden. Of beter gezegd: niets direct toepasbaars.
Is zo’n vak dan overbodig? Laat ik de vraag radicaliseren: in die zin zijn álle humaniora overbodig en kunnen ze net zo goed worden opgeheven. Dat is geen provocatie, maar een constatering vanuit een strikt instrumenteel perspectief. Wie alleen nut en toepasbaarheid meetelt, kan de hele geesteswetenschap schrappen.
Een conflictueuze praktijk
Meer dan tien jaar gaf ik college uit The Aesthetics of Architecture van Roger Scruton. Scruton, Brits conservatief filosoof, was een verplicht onderdeel van het curriculum. Hij schreef felle polemieken tegen denkers van de New Left: Sartre, Habermas, Derrida, Žižek. In de architectuur richtte zijn kritiek zich op de moderniteit, die volgens hem de traditionele, betekenisvolle en ornamentrijke architectuur had vernietigd. Ornament werd misdaad, betekenis ballast. Zijn pleidooi: herstel van een eeuwenoude architectonische traditie.
Wat doet zo’n ‘rechts’, ‘conservatief’ boek in een opleiding die zichzelf ziet als erfgenaam van het modernisme? En belangrijker: wat betekenen die etiketten eigenlijk binnen de wetenschap? Naar mijn overtuiging: niets. Wetenschap is geen links of rechts project, maar een conflictueuze praktijk. Althans, dat zou ze moeten zijn.
Vandaag zien we een kleine groep wetenschappers die zich openlijk verzet tegen instituties als KNAW en NWO, omdat kritisch, tegendraads onderzoek structureel wordt gemarginaliseerd. Het artikel van Steije Hofhuis in Wynia’s Week is illustratief. Zijn huidige hoogleraar Ruud Koopmans wijst al jaren op de ideologische verschraling van de mens- en maatschappijwetenschappen, waar linkse dogma’s domineren en empirische discipline verdampt. Eerder schreef ik over Maarten Boudry, die pleit voor een hernieuwd vooruitgangsgeloof en zich scherp afzet tegen intellectuele fraudeurs als Derrida en Foucault. Boudry is een van de meest uitgesproken critici van de hedendaagse linkse academische orthodoxie.
Sublimiteit
Ironisch genoeg zag ik mijzelf in de jaren tachtig en negentig als een politiek linkse gamma-wetenschapper. In de periode waarin ik Scruton doceerde, schreef ik een boek over dakloosheid in New York en Tokio, gecombineerd met een alternatief stedenbouwkundig plan voor de Amsterdamse IJ-oever. Dat boek draaide om hetzelfde probleem als dat van mijn student: hoe beoordeel je architectuur filosofisch? Anders dan de klassieke alfa-wetenschapper deed ik dat niet alleen theoretisch. Het boek bevatte drie concrete ontwerpen voor daklozenopvang en een stedenbouwkundig plan voor het Westerdok.
De beoordeling vond plaats aan de hand van Kant: schoonheid en sublimiteit. Scruton kiest voor schoonheid; ik koos voor sublimiteit — een ervaring die het alledaagse overstijgt. Dat boek sprak dus deels de taal van de studenten: ontwerpen, voorstellen, tekeningen. Voor een theoriedocent was dat een afwijking van de academische norm.
Je bouwt voor anderen
Onderwijs draait niet uitsluitend om toepasbaarheid. De vraag naar toepasbaarheid domineert vooral in een technische, pragmatische omgeving als een TU, waar studenten iets willen maken. Dat onderscheidt Bouwkunde van literatuurwetenschappen of cultural studies. Juist die context maakte Bouwkunde voor mij inspirerend. Techniek stelt niet alleen instrumentele vragen, maar onvermijdelijk ook maatschappelijke. En daar wordt het moreel.
Architectuur is geen autonome kunst. Je bouwt voor anderen. Zij moeten erin wonen, werken, leven — en er dagelijks tegenaan kijken. In stedenbouw geldt dat des te sterker. Daar is politiek geen bijzaak, maar constitutief.
Lodewijk XIV en Foucault
Enkele jaren later schreef ik een boek over de tuinen van Versailles, het hofleven van Lodewijk XIV en de balletten die daar werden opgevoerd. Lodewijk was zelf een bekwaam danser; dans was een kernpraktijk aan het hof van de Zonnekoning. Dit boek was grotendeels historisch onderzoek, uitgevoerd in Parijse bibliotheken. Om de betekenis van die geometrische orde te begrijpen, maakte ik gebruik van Michel Foucault. Zijn concept van disciplinering sloot naadloos aan bij mijn analyse van de tuinen en de hofballetten, die soms letterlijk in die tuinen werden gedanst.
Een centraal thema was de verhouding tussen beschrijven en verklaren in de historische wetenschappen. Geen onderwerp waar studenten warm voor liepen, maar wel essentieel voor mijn onderzoekslijn. Ook dit boek bevatte reconstructietekeningen van de geanalyseerde balletten.
Alles hangt af van de docent
Wat doet Foucault op de leeslijst van een humaniora-opleiding? Is dit wetenschap? Voor Boudry is dat hoogst twijfelachtig. Ik gebruikte Foucault productief, maar ben het met Boudry eens dat hij leed aan een gevaarlijke intellectuele tunnelvisie, vooral politiek. Dat geldt in versterkte mate voor zijn hedendaagse discipel Judith Butler, boegbeeld van identiteitspolitiek en icoon van de LHBTQ+-beweging — een rol die zij gretig omarmt.
Moeten deze auteurs daarom van de leeslijst verdwijnen? Nee. Alles hangt af van de docent. Kan hij of zij deze teksten historiseren, contextualiseren, kritisch ontmijnen? Kan er afstand worden gecreëerd tot de politieke agenda’s die eraan kleven? De vraag ‘is dit wetenschap?’ laat zich in de humaniora niet eenduidig beantwoorden. Er bestaat geen universele methodologische meetlat. Methodologie werkt bij empirisch onderzoek, niet als alomvattende norm.
Waar staan we nu? Sinds de jaren tachtig zijn we beland in een postmodern landschap waarin alles vloeibaar is. Mijn boek over daklozenarchitectuur was bedoeld als tegenpositie: intentionaliteit als leidend principe. In mijn faculteit verdween de Afdeling Volkshuisvesting; Architectuur kreeg weer een hoofdletter. Intussen werd de samenleving steeds meer wat Guy Debord de spektakelmaatschappij noemde. Alles werd mogelijk, niets had nog richting. Moderniteit hield op te bestaan.
Ontwerponderwijs werd daarmee richtingloos. Scruton constateert hetzelfde, zij het vanuit een diametraal ander wereldbeeld.
Structurele tegenwind
Had ik een algemeen antwoord op de vraag of theorie iemand een betere ontwerper maakt? Nee. Maar wel een specifiek antwoord: alles hangt af van intenties. Van moraal. Van politieke keuzes. Neutraliteit bestaat niet, hoe luid men dat ook blijft beweren.
Onze richtingloze spektakelmaatschappij absorbeert alles: universiteitsbestuurders die zich aan de macht vastklampen en korte lijntjes met de politiek zoeken; activistische studenten die kritiekloos achter Hamas aanlopen; planbureaus die links beleid presenteren als morele noodzaak en wetenschappelijke waarheid. Of kritisch wetenschappelijk onderzoek nog ruimte krijgt, hangt af van de onderzoeker zelf. Intentionaliteit blijft beslissend.
Maar wie kritisch wil zijn, moet rekenen op structurele tegenwind. De institutionele ‘vraag’ is helder: meebewegen met de tijdgeest. En die tijdgeest heeft geen enkele belangstelling voor kritisch denken.
Wynia’s Week verschijnt 156 keer per jaar en wordt volledig mogelijk gemaakt door de donateurs. Doet u mee, ook straks in het nieuwe jaar? Doneren kan zo. Hartelijk dank!
Donateurs kunnen ook reageren op recente artikelen, video’s en podcasts en ter publicatie in Wynia’s Week aanbieden. Stuur uw reacties aan reacties@wyniasweek.nl Vergeet niet uw naam en woonplaats te vermelden (en, alleen voor de redactie: telefoonnummer en adres). Niet korter dan 50 woorden, niet langer dan 150 woorden. Welkom!














