Joop van den Ende heeft een verbijsterende nieuwe rol: redder van de NPO

Koster
Joop van den Ende (2020). Foto: Leo Vogelzang, ANP Foto.

Als Joop van den Ende zich opwerpt als de hoeder van de publieke omroep, moet je oppassen. Dan is er iets goed mis bij de staatstelevisie.

Van den Ende sprak bij WNL zijn ongenoegen uit over potentiële bezuinigingen op de NPO. De mediatycoon vreest voor de zeis van de PVV, NSC en de VVD. Die willen de NPO afschaffen, dan wel kortwieken of erop bezuinigen.

Van den Ende is de commerciële tv-man par excellence en ageerde zijn leven lang tegen obstakels die hem beletten televisie te kunnen maken met winstoogmerk. Maar Van den Ende ruikt nu kansen. Met MediaLane, het productiebedrijf van zijn dochter, probeert hij zich een positie te verwerven bij de NPO.

Dankzij Frederieke Leeflang ontspoorde de NPO

In de jaren tachtig en negentig was hij hofleverancier van amusementsprogramma’s van de publieke omroep, vooral de TROS. Eerste alleen en daarna samen met John de Mol vormde hij het koningskoppel van het tv-vermaak. Nu kan hij zich weer naar binnen wurmen, omdat de publieke omroep – meer nog dan in de jaren tachtig en negentig – haar eigen taken laat versloffen.

De NPO is de organisatie die zich bezighoudt met de planning en plaatsing van radio- en televisieprogramma’s en krijgt voor dat werk jaarlijks bijna 1 miljard euro. Dit geld verdeelt de NPO onder de omroepen. Je zou verwachten dat er bij de verdeling gelet werd op kwaliteit en het aanbod van verscheidenheid, maar dat is een misvatting.

De NPO onder leiding van de jurist Frederieke Leeflang is een grote bemoeial geworden die de omroepen tegen elkaar uitspeelt en er een eigen politieke agenda op nahoudt. Twee zaken vallen op. Eén: de NPO is slecht in het lezen van de tijdgeest. Twee: de NPO is niet transparant over haar intenties.

Om met eerste te beginnen. De top van de NPO zou er moeten zijn om alle politieke en religieuze gezindten een stem te geven in ons bestel. We kunnen vaststellen dat hier geen sprake van is. De pogingen van bestuursvoorzitter Frederieke Leeflang om omroep Ongehoord Nederland uit het bestel te wippen, druisen in tegen de taakopvatting van haar werkgever: laat duizend mediabloemen bloeien op het mediapark.

Haar onderbouwing voor de uitdrijving was dat ON onjournalistiek te werk ging en niet coöperatief is in de omgang met andere omroepen. Dat waren gelegenheidsargumenten. Ook bij andere omroepen ontbrak het geregeld aan journalistieke zorgvuldigheid (onder meer bij Zembla, Nieuwsuur en Op1 werd er geblunderd). Deze omroepen kregen geen berisping voor hun gefaal.

Daarnaast bleek dat de samenwerking tussen andere omroepen soms ook matig was. Bij Op1 ruzieden omroepen over de invulling van het programma en keken we naar een machtsstrijd op kleuterklasniveau. Dus dat waren juridische schijnbewegingen om ON te lozen.

Na de verkiezingen draaide de wind bij de NPO

ON moest weg omdat het een mening vertolkte die te veel afweek van de mainstream op het mediapark. Bij ON was snerende kritiek te horen op massa-immigratie,  milieumaatregelen en de terreur van ‘het monster van wokeness’. Wat u ook van deze opvattingen vindt, ze vertegenwoordigen een groot deel van de gevoelens van het electoraat.

Nadat de PVV de grootste partij van het land werd, draaide de wind bij de NPO. Leeflang die bijna obsessief uit was op de exit van ON, staakte haar verzet, of preciezer gezegd: moest haar verzet staken nadat demissionair staatssecretaris Gunay Uslu (D66) geen reden zag om ON uit het bestel te zetten.

In de meest recente begrotingsbrief van de staatssecretaris van media is de NPO tot inkeer gekomen. In het stuk schrijft de NPO ineens lovende woorden over de omroep. ‘Een deel van de Nederlandse bevolking denkt over de belangrijke maatschappelijke zaken anders dan de mainstream media hen voorschotelt. Deze leemte vult ON’, schrijft de NPO.

Goh, dat was precies waarom ON ontstond, toch? NPO had helemaal geen zin in tegengeluiden, sterker nog: probeerde deze te onderdrukken. Nu het tegengeluid met 37 zetels uit de Kamer opstijgt, vult ON ineens een ‘leemte’. Als het woord schijnheilig niet bestond, zou het voor dít gedrag zijn uitgevonden.

Het gebrek aan maatschappelijke antennes bij de NPO is schokkend en zou tot nadenken moeten stemmen. Hoe heeft het zover kunnen komen?

En daarmee komen we op het tweede punt. Het zelfreinigende vermogen van de publieke omroep. Wie controleert de NPO? Het orgaan legt verantwoording af aan een Raad van Toezicht. Dat is een gremium dat wordt voorgezeten door VVD-multibestuurder Tjibbe Joustra die wordt geassisteerd door een bankier, twee wetenschappers en de baas van een platform voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.

Een groep mensen die in de ijdele lucht van zelfgenoegzaamheid, bevoogding en kartelkapitalisme hun leven leiden. Joustra is recent herbenoemd, maar op welke gronden en waarom is niet duidelijk. Zelf weigerde hij tegenover twee Vrij Nederland-journalisten verantwoording af te leggen over zijn werkwijze.

Huichelachtig overleg met Matthijs van Nieuwkerk

En daarmee komen we op een cruciale bestuurskundige weeffout. De NPO mag een miljard verdelen, maar de belastingbetaler krijgt nauwelijks inzicht in de afwegingen. De keuze van de NPO zijn ondoorgrondelijker dan de wegen van het Opperwezen. De NPO krijgt vanuit de Tweede Kamer af en toe opdrachten onder meer over de maximale hoogte van presentatoren-salarissen, maar kan zich daar met gemak aan onttrekken.

Meest recent is het voorbeeld van de gênante sage rondom het vertrek van Matthijs van Nieuwkerk bij de NPO. De zonnekoning van Hilversum zat op de strafbank omdat hij ervan werd beschuldigd zich grensoverschrijdend te hebben gedragen op de vloer van DWDD. Een commissie onder leiding van ex-PvdA-minister Martin van Rijn zou uitsluitsel geven over de ernst van de beschuldigingen.

De NPO – laf en politiek correct als altijd – stelde zich op het standpunt dat de terugkeer afhankelijk was van de publicatie van het rapport, niet eens van de inhoud. Niettemin reisde de top van de NPO naar Deventer af om met Van Nieuwkerk te praten over een mogelijke comeback. Het overleg moest geheim blijven, omdat daarmee het huichelachtige gedrag van de NPO bekend zou worden.

Van Nieuwkerk werkt samen met Joop van den Ende, waarmee we uitkomen bij het begin van dit artikel en stuiten op de betonrot van het omroepsysteem. De geprezen presentator is medeproducent van zijn eigen programma’s bij de publieke omroep, onder meer The Connection. Via deze constructies kan hij het door de politiek verordonneerde salarisplafond omzeilen.

Bewijzen zijn er (nog) niet voor geleverd, maar in Hilversum gonst het over deze Joop-route. Dat die aanwijzingen hardnekkig zijn, blijkt ook uit het feit dat Eva Jinek zich heeft verbonden aan MediaLane, het mediabedrijf van de dochter van de media-nestor. De grand dame van RTL keert terug bij de publieken en gaat voor AVROTROS het zeven-uur-slot vullen, het oude tijdstip van de gewezen Van Nieuwkerk. Tegen een premierssalaris? In Hilversum gelooft niemand het.

Van den Ende is ondertussen met een charmeoffensief gestart. Recent wierp hij zich op als verdediger van de persvrijheid. Tegenover het Algemeen Dagblad sprak de musicaltycoon zijn spijt uit dat hij de AD-hoofdredacteur had gesommeerd een kritische recensent aan te lijnen. ’Dom ja, het hoort niet. Ik sta pal voor de journalistieke onafhankelijkheid’, sprak hij deemoedig.

Een Joop-route voor Eva Jinek?

Of er voor Jinek nu ook eenzelfde lucratieve Joop-route is geregeld is niet na te gaan. KPMG Forensic Services heeft in opdracht van het Commissariaat voor de Media, de tandeloze waakhond van Hilversum, onderzoek gedaan naar de geldstromen tussen producenten en presentatoren. Op basis van (vrijwillig aangeleverd) boekenonderzoek zijn er geen overtredingen van de mediawet vast te stellen. Hoe zit het met Jinek is dus de vraag. Het antwoord van het commissariaat: díe overeenkomst is niet meegenomen in het onderzoek.

En zo blijft alles bij het oude in Hilversum en is Joop van den Ende ineens de redder van de publieke televisie. Ik weet zeker dat hij zelf ook verbijsterd is over die rol.

Mark Koster bericht in Wynia’s Week over de woelingen op de mediamarkt.  

We vallen u er niet graag mee lastig, maar het is natuurlijk wel waar: de donateurs vormen het fundament van Wynia’s Week. U maakt het als donateur mogelijk dat ons online magazine 104 keer per jaar verschijnt. Doneren kan op verschillende manieren, kijk HIER. Alvast hartelijk dank!