Klimaatjongeren worden gefinancierd met oliedollars

strijders
Jongeren protesteren in Arnhem tegen de klimaatplannnen uit de Miljoenennota (2022). Foto: ANP/Jeroen Jumelet.

door Michiel Dubbeldam*

Het regent tegenwoordig klimaatzaken. Sinds kort is er een nieuwe ontwikkeling: minderjarigen spannen verschillende klimaatzaken aan tegen overheden. Na een grote overwinning van de klimaatjongeren op de staat Montana is er nu een zaak aangespannen in Portugal. Die richt zich op maar liefst 32 Europese landen. Maar wie financiert zulke rechtszaken en waarom?

Het is bijzonder mediageniek, een groepje bezorgde jongeren die gezamenlijk de rechtszaal in wandelen. Idealisten die hun wereld willen beschermen, de media ontvangen ze graag met open armen. Wie dieper graaft komt er al snel achter dat de fundamenten en de financiële middelen van  die ogenschijnlijk sympathieke beweging afkomstig zijn van oliedollars en zware mijnbouw. Dat schept een heel ander beeld dan wat je voor de camera’s ziet.

De nieuwste generatie procedeert zelfs al voordat ze in volzinnen kunnen spreken. Dat bewijst een klimaatzaak in de Amerikaanse staat Montana. De zestien eisers waren op het moment van de aanklacht tegen de staat Montana tussen de twee en de achttien jaar oud. De kans dat kinderen onder de twaalf zinvolle wetenschappelijke, politieke of economische argumenten naar voren brengen is op zijn best beperkt. Toch houdt dat de klimaatkinderen niet tegen een zaak op te starten, en zelfs te winnen.

Geld van het Rockenfeller Brothers Fund

De argumentatie werd uiteraard niet gevoerd door een peuter, daarvoor werd de hulp van de juridische non-profit organisatie Our Children’s Trust ingeschakeld. Die organisatie houdt zich niet alleen bezig met klimaatzaken in de VS, maar zegt ook actief te zijn in België, Nederland, Colombia, Noorwegen, de Filipijnen, Oeganda, Oekraïne en Pakistan.

Iedere non-profitorganisatie heeft financiering nodig, ook Our Children’s Trust. Een kleine zoektocht levert een lijst op met tal van interessante sponsors. Over het algemeen bestaan de sponsors uit andere non-profit organisaties. Enkele opmerkelijke geldschieters zijn het Rockenfeller Brothers Fund, van de beruchte familie Rockenfeller die aan het begin van de twintigste eeuw een quasi-monopolie had op de Amerikaanse olieproductie.

Een andere sponsor is de Charles Engelhard Foundation waarvan het vermogen afkomstig is uit de goud, zilver en platina-industrie. Het mijnen en raffineren van edelmetalen is ook niet de meest milieuvriendelijke activiteit.

Toch zijn die foundations belangrijke sponsors van een poging om precies die industrieën waarin zijzelf hun geld hebben verdiend het leven zuur te maken. Via een spinnenweb van non-profitorganisaties zetten ze kinderen in.

Tot de zaak in Montana was het succes van Our Children’s Trust beperkt. Soms behaalden ze een kleine overwinning zoals in Colombia waar het Amazonewoud door hun zaak een sterkere wettelijke bescherming kreeg. Maar de zaak in Montana is van een totaal andere orde. Daar moeten voor alle olie- en gasprojecten de gevolgen voor het klimaat worden meegenomen. Dat zal een gigantisch struikelblok worden voor nieuwe olie- en gasprojecten, aangezien die onvermijdelijk CO2 uitstoten.

Hier wordt het interessant, want waar de wereldwijde olieconsumptie nog tot de jaren dertig zal stijgen, maken de klimaateisers het onmogelijk om deze olie uit eigen bodem op te pompen. Het eerste nefaste gevolg van dit soort klimaatzaken is dus een grotere afhankelijkheid van buitenlandse oliemachten zoals Saoedi-Arabië, Rusland, Qatar en andere landen waar mensenrechten nog minder waard zijn dan het leven van kritische journalist.

Rusland, Saoedi-Arabië en Qatar profiteren

Daarnaast lijkt de macht van Vrouwe Justitia te groeien ten opzichte van democratisch gekozen parlementen. De gekozen volksvertegenwoordiging moet zich dus steeds vaker conformeren aan het klimaatdictaat van de rechter. Het inperken van de macht van het parlement wordt dus toegejuicht door de klimaatactivisten.

Die ontwikkeling heeft twee belangrijke consequenties. Enerzijds erkent de klimaatbeweging dat er geen brede steun is voor hun plannen onder de bevolking waardoor ze hun beleid dan maar via de rechter proberen af te dwingen. Anderzijds wordt de democratische stem steeds minder waard waardoor onze verkiezingen feitelijk worden uitgehold.

Hoe de zaak van de Portugese klimaatjongeren afloopt is afwachten. Wordt het een overwinning voor de westerse democratie of trekt de rechter opnieuw macht naar zich toe ten faveure van grondstofgrootmachten Rusland, Saoedi-Arabië en Qatar? Wat het ook wordt, alles wijst erop dat we de komende tijd nog meer mediagenieke kindergezichtjes in de rechtszaal kunnen verwachten. Dat is dan ook de tragiek van de klimaatjongeren: zonder het zelf door te hebben worden ze ingezet als propagandamiddel voor ngo’s die gefinancierd worden met oliedollars.

*Michiel Dubbeldam publiceerde dit artikel op 30 september op Doorbraak.be.

Wynia’s Week is er het hele jaar door, twee keer per week. De donateurs maken dat mogelijk. Bent u ook supporter van Wynia’s Week? Doneren kan HIER Hartelijk dank!