‘Klimaatneutrale’ gemeenten (provincies, landen) zijn een zinloze fictie

VANANDEL080323-energie
‘Zodra je laadpaal aanslaat komt de extra benodigde stroom voor 100 procent van fossiele centrales.’ (Beeld: volkswagen.nl)

Elektrische auto’s, warmtepompen, waterstof, het zijn allemaal losse elementen in een versnipperd energiebeleid. Het is waar dat deze losse elementen op zichzelf geen CO2 uitstoten, maar dat is niet relevant.

Ameland stoot wellicht als los eiland geen CO2 uit, maar veroorzaakt elders wel CO2-emissie door voedsel, auto’s, bakstenen en internet te kopen. Ameland maakt die dingen immers niet zelf, net zomin als dat een elektrische auto of warmtepomp zelf stroom maakt.

Lokale CO2-reductie heeft geen zin

Energie en elektriciteit zijn er niet vanzelf. Elke kilowattuur die een elektrische auto, warmtepomp of waterstoffabriek verbruikt moet ergens worden opgewekt. Effectieve CO2-reductie kan daarom niet lokaal of per product worden beschouwd, maar alleen in een integrale keten van productie, transport en gebruik.

Het heeft geen zin om je eigen zonnepanelen voor je eigen elektrische auto of warmtepomp te claimen. Jouw zonnestroom kan via het net elders evengoed CO2 besparen. Bovendien wil je ook kunnen rijden en verwarmen als het donker is, en daarvoor heb je dat openbare net met stroom van elders nodig.

Het heeft geen zin als een afzonderlijke fabriek zijn energieverbruik en CO2-emissie verlaagt met nieuwe onderdelen die bij leveranciers meer energieverbruik en CO2-uitstoot veroorzaken. Het heeft geen zin als Nederland en de EU hun eigen CO2-uitstoot verlagen met elektrische auto’s en waterstof die elders in de wereld CO2-uitstoot verhogen. Export van CO2 is geen reductie van CO2, want CO2-uitstoot is een mondiaal en (in tegenstelling tot stikstofuitstoot) nooit een lokaal thema.

Ieders CO2-voetafdruk ligt grotendeels buiten het eigen erf

Afzonderlijke gemeentes streven naar CO2-neutraliteit. Daarmee wordt bedoeld lokale CO2-neutraliteit binnen de eigen grenzen. Voor Ameland met veel ruimte, weinig inwoners en geen industrie of datacenter zal dat wel lukken.

Voor Eindhoven met veel meer mensen, een regionale luchthaven en maakindustrie is dat veel lastiger. En voor Amstelveen en IJmuiden die luchtvaart en staal aan de hele wereld inclusief Ameland en Eindhoven verstrekken is dat volstrekt onmogelijk. Lokale ambities van kleine onderdelen in een keten zijn zinloos als niet de hele keten wordt beschouwd.

Een gemiddeld huishouden, bedrijf en gemeente veroorzaakt 80-90 procent van zijn CO2-voetafdruk buiten het eigen erf, ergens in de wereld van productie, transport en dataverkeer. Het gaat niet aan om dat buiten jezelf neer te leggen. Ieders eerste verantwoordelijkheid is om die externe 80-90 procent te verlagen, in plaats van de eigen lokale 10-20 procent. Dat kan met name door zelf minder te kopen, verbruiken en verspillen, en ketenpartners te helpen om minder te verbruiken en verspillen. Dan voorkomen we lokale suboptimalisatie, en bundelen we krachten voor een optimaal integraal resultaat.

Pietluttig en zelfgenoegzaam streven

Ik vind dat gemeentes, en landen, en zelfs de EU moeten stoppen met het pietluttige en zelfgenoegzame streven naar eigen CO2-neutraliteit. Dat is net zoiets als een cola light nemen bij je dubbeldikke hamburger omdat je wilt afvallen. Ik vind ook dat gemeentes en landen moeten stoppen met onderlinge vergelijkingen en ranglijsten van CO2-reductie en duurzaamheid. Energie en verduurzaming zijn veel te belangrijk om tot politiek wedstrijdje te verlagen.

Zweden heeft veel ruimte en waterkracht, en weinig zware industrie en luchtvaart. Voor het vlakke dichtbevolkte Nederland geldt het omgekeerde. Beide landen zijn in bevolkingsaantallen heel klein, en opereren met specifieke sterktes in wereldmarkten. Elke lokale onderlinge duurzaamheidsvergelijking is volstrekt zinloos, en hooguit geïnspireerd door politieke geldingsdrang die niets te maken heeft met mondiale CO2-reductie. Zweden en Nederland, appels en peren.

Ketenbenadering is ver te zoeken

Het nationale verdeel-en-heers programma van dertig Regionale Energiestrategieën (RES) illustreert dat ketenbenadering ver te zoeken in ons versnipperde energiebeleid. In RES hoef je je niet te bekommeren om eventuele CO2-toename buiten je eigen regio als gevolg van jouw CO2-reductie. Niemand rept over de CO2-uitstoot die de extra stroom voor elektrische auto’s, warmtepompen en waterstoffabrieken veroorzaken. Een analyse van de gehele stroomketen leert echter dat elke extra kilowattuur voor elke extra auto of warmtepomp alleen met fossiel kan worden bijgeplust.

Zodra je laadpaal of warmtepomp aanslaat komt de extra benodigde stroom voor 100 procent van fossiele centrales. Zodra je laadpaal of warmtepomp weer afslaat daalt de hoeveelheid fossiele stroom evenredig. De schaarse kern-, wind- en zonnestroom (samen 28 procent van ons totaal) wordt in het algemeen volledig verbruikt – dat is logisch – en kunnen niet reageren op toe- of afname van elektriciteitsverbruik.

Het enige ‘gaspedaal’ waarmee we vraag en aanbod op het net elke seconde van het jaar kunnen balanceren is fossiele stroom. Het is daarom goed nieuws dat na Polen nu ook Duitsland, Italië en Hongarije zich verzetten tegen het onzalige EU-plan om vanaf 2035 nieuwe auto’s met verbrandingsmotoren te verbieden.

Stroomtekorten zijn allesbehalve een verrassing

Intussen bestaan netbeheerders het om te beweren dat ze worden overvallen door toegenomen stroomverbruik, en ons daarom jarenlange wachtlijsten voor een stroomaansluiting voorschotelen. Kennen de netbeheerders het (inter)nationale wind-, zon- en elektrificatiebeleid van de afgelopen tien jaar dan niet? Dat beleid is weliswaar ondoordacht en versnipperd, maar zeker geen verrassing. TenneT handelt onverantwoordelijk naar burgers en bedrijven door daar veel te laat op te reageren.

Onze regering handelt al even onverantwoordelijk, door elektrificatie van mobiliteit, verwarming en bedrijfsvoering te blijven najagen en zelfs afdwingen. We weten nu al dat we de komende tien jaar netcongestie en stroomtekorten zullen hebben. Blijkbaar is het ontlopen van Urgenda-rechtszaken en EU-boetes belangrijker geworden dan het verstrekken van basisvoorzieningen zoals betrouwbare elektriciteit aan belastingbetalende burgers en bedrijven.

Onverantwoordelijk handelen

Die strop hebben we overigens eigenhandig om onze nek gelegd, door klimaatambities vast te leggen in bindende wetgeving. Daarvoor is de CO2-uitstoot van Nederland en de EU echter veel te onvoorspelbaar en onbeheersbaar. En dat geldt in nog sterkere mate voor de eigenlijke doelen, beheersing van de CO2-concentratie in de atmosfeer en de gemiddelde temperatuur op aarde.

Onze overheden verzaken zo hun primaire dienende rol en zorgplicht voor al hun onderdanen, door hen elektriciteit te onthouden en bloot te stellen aan toekomstige wettelijke verplichtingen waarvan diezelfde overheden en onderdanen niet weten of en hoe die gerealiseerd kunnen worden. De slechtste reden om zo onverantwoordelijk te handelen is te beweren ‘dat het moet’.

Maarten van Andel publiceert zijn heldere analyses van het vaak wonderlijke Nederlandse en Europese klimaat- en energiebeleid in Wynia’s Week.

Wynia’s Week wordt gedragen door de vrijwillige bijdragen van de abonnees. Doet u mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIERHartelijk dank!