Koester het leren van dankbaarheid

Frentrop
Beeld: miqueart.nl.

‘Blieft de kleine een plakje worst?’ vraagt de slager. Het kind knikt. Dat wil ie wel. De slager buigt zich over de toonbank en stopt een stukje leverworst in het uitgestoken knuistje. ‘Wat zeg je dan?’ maant de moeder. ‘Dank u wel’, mompelt een vol mondje en iedereen is tevreden. In het kielzog van een commerciële transactie heeft een cultuuroverdracht, een stukje burgerlijke opvoeding plaats gevonden. De deugd der dankbaarheid werd aangeleerd.

Maar hoeveel kinderen komen nog bij de slager nu alle boodschappen worden thuisbezorgd en vlees uit den boze raakt? Waar vinden cultuurlessen nu plaats? Dat is moeilijk te zien. Zeker bij dankbaarheid want dat is een schuchtere deugd. Zo zal het niet veel mensen zijn opgevallen dat op 1 november de jaarlijkse ‘Dankdag voor Gewas en Arbeid’ werd gevierd; de dag waarop protestantse gemeenten danken voor de dat jaar ontvangen zegen. Het kan daarentegen niemand zijn ontgaan dat het op 24 november Black Friday was, een dag waarop consumenten met hoge kortingen worden gelokt om spullen te kopen.

Christenen versus socialisten

Black Friday is net als bluejeans, T-shirts, Moederdag, Valentijnsdag, het begrip institutioneel racisme en de haat jegens Zwarte Piet over komen waaien uit de Verenigde Staten, waar Thanksgiving Day sinds 1864 een nationale feestdag is. Het verhaal erachter komt van de eerste kolonisten in Massachusetts die na barre tijden vierden dat het nieuwe land overvloed bracht. Families komen dan op donderdag tezamen in het teken van dankbaarheid. Aangezien Amerikanen maar weinig vrije dagen hebben, is de vrijdag die volgt er traditioneel een die als snipperdag wordt opgenomen en waarop mensen aankopen doen. Dat Nederland wel Black Friday heeft overgenomen, maar niet Thanksgiving, stemt tot nadenken. 

Waarom geen dankbaarheid? De achterliggende oorzaak is misschien dat hier, anders dan in de Verenigde Staten, het socialistische denken het christelijke denken heeft overvleugeld. Syp Wynia c.s. bespraken in hun bundel De Linkse Kerk de symbiose van christenen en socialisten in de Nederlandse politiek.

Maar er zijn ook verschillen en als het om dankbaarheid gaat staan christenen en socialisten lijnrecht tegenover elkaar. Het christendom is gebaseerd op dankbaarheid jegens God die de mens kwam helpen. Het marxistische wereldbeeld bestaat uit onderdrukkers en onderdrukten. Daarin bestaat geen enkele reden voor dankbaarheid. Je hoeft immers niet te bedanken voor een beetje minder onderdrukking. Zoals Stalin het verwoordde: ‘Dankbaarheid is een ziekte waar honden aan lijden.’

Sociaaldemocraten zijn genuanceerder, maar hebben er zeer bewust voor gezorgd dat de taak van liefdadigheidsorganisaties werd overgenomen door de overheid zodat een uitkering een recht werd in plaats van een gunst. Daarmee kwam er een einde aan de financieel afgedwongen onderdanigheid van de arbeider. Voor iets waar je recht op hebt, hoef je immers niet dankbaar te zijn.

Het ontvangen van dankbaarheid

Analoog verging het de ontwikkelingshulp. Toen die nog door missionarissen en zendelingen werd verzorgd, kwam er zo nu en dan een dankbetuiging uit verre binnenlanden. Sinds professionele organisaties, gefinancierd uit de algemene middelen, dit werk doen, blijft iedere dankbetuiging uit. De enige plek waar het woord dankbaarheid in de sociale verhoudingen nog met regelmaat te zien valt, is in rouwadvertenties. Maar dat is plaatsvervangende dankbaarheid. Die wordt uitgesproken jegens de medewerkers van de zorginstelling waar tante haar laatste jaren sleet. Namens tante eigenlijk.

Dat gebrek aan het uiten van dankbaarheid staat haaks op het gegeven dat het ontvangen van een dankbetuiging goed voelt. Bij dankbaarheid staan vraag en aanbod echter los van elkaar. Dankbaarheid is soms een plicht die men moet betalen, maar nooit een recht dat iemand op kan eisen.

‘Dankdag van Immigranten’

Zo vind ik het een gemis dat er in Nederland geen ‘Dankdag van Immigranten’ bestaat. Een dag waarop alle nieuwe statushouders dankzeggen voor het feit dat ze hier mogen blijven en van alles krijgen. Blijkbaar voelt de algemeen nut beogende instelling VluchtelingenWerk Nederland er niet voor om op deze directe wijze het draagvlak voor immigratie te vergroten.

De commercie daarentegen heeft wel haarfijn in de gaten welke invloed een beetje dankbaarheid heeft en strooit er dan ook achteloos mee. Bordjes met de tekst ‘bedankt voor je bezoek’ zijn standaard onderdeel van de ‘after sales marketing’. Wie elektronisch iets aanschaft wordt ook bedolven onder mailtjes met dank.

Het hoogtepunt van de commerciële dankbetuigingen vinden we bij organisaties die op basis van een vergunning ongeletterden geld uit de zak mogen kloppen: ‘Het Postcode Loterij Buurtfonds ondersteunt buurtprojecten zodat ze snel gerealiseerd kunnen worden. Op die manier maken we met z’n allen Nederland een stuk mooier. Hieronder delen we de mooie verhalen van zeven buurtprojecten, die mede mogelijk zijn gemaakt dankzij uw deelname. Namens de buurt: bedankt.’

En de Vriendenloterij schrijft: ‘Dankzij uw deelname hebben wij het afgelopen jaar steun kunnen bieden aan tal van organisaties die zich inzetten voor het welzijn van mensen en het behoud van onze rijke cultuur. In een vogelvlucht nemen we u mee langs een aantal hoogtepunten. Hoogtepunten die er zonder u niet waren geweest. Daarom deelnemers, bedankt!’

Op het gebied van dankbaarheid varen de loterijbedrijven echter onder valse vlag. Zestig procent van de prijs van een lot blijft immers in handen van de commercie. Als de lotenkopers goede doelen hadden willen helpen, hadden ze dat beter rechtstreeks kunnen doen.

Het nut van dankbaarheid

Dankbaarheid is niet opgenomen onder de klassieke deugden. Dat hoefde niet omdat de klassieken wisten dat dankbaarheid eigenlijk de moeder is van alle deugden. Want aan de basis van de menselijke moraal staat eerbied voor de (voor)ouders. Aan hen dankt de mens zijn (culturele) erfgoed. Vanuit die basis wil hij het goede in stand houden en de wereld verbeteren.

Het tegengestelde van dankbaarheid is dan ook niet ondankbaarheid. Ondankbaarheid is slechts de afwezigheid van dankbaarheid. Het tegengestelde van dankbaarheid is rancune. Zoals dankbaarheid gebaseerd is op een zekere tevredenheid over het verleden, zo is de kern van rancune ontevredenheid met het verleden.

De politieke partij BIJ1 van Sylvana Simons was de vleesgeworden rancune. Die zag alleen de slechte kanten van het verleden en haatte dus alles: slavernij, kolonialisme, de gouden koets, Jan Pieterszoon Coen en Witte de With. Terwijl naar mijn mening dankbaarheid jegens de westerse beschaving beter op zijn plaats zou zijn. Die schafte immers als enige in de geschiedenis de slavernij af.

Niets in deze wereld is perfect. Ook op dankbaarheid valt wel wat aan te merken. Zoals Aristoteles al zei: ‘Dankbaarheid veroudert snel.’ Dat zien we dagelijks om ons heen. Zo wordt nog steeds met enige regelmaat verwezen naar de Tweede Wereldoorlog, maar uitsluitend richting de nazi’s. Dankbaarheid jegens de bevrijders is geen deel meer van het referentiekader.

Een dankbaar hart geeft kracht

Toch vind ik dat we het leren van dankbaarheid moeten koesteren. Gebrek aan dankbaarheid schaadt immers het perspectief op de maatschappij als geheel. Je ziet niet meer hoeveel er goed gaat. Andersom zal wie een dankbaar hart heeft voor het goede dat hij geniet, ook de kracht hebben het kwade te dragen als het komt. En hoe vluchtig dankbaarheid ook is, het tegengestelde is erger. Een leven vol rancune leidt alleen maar tot depressie en eenzaamheid.

Paul Frentrop was achtereenvolgens journalist, bankier, ondernemer, pensioenbeheerder, hoogleraar en politicus – tot juni 2023 als zelfstandig lid van de Eerste Kamer.

Wynia’s Week verschijnt 104 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige berichtgeving. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!