Na zestig jaar ziet de kiezer pluriformiteit weer als splijtzwam en wil er zo snel mogelijk een eind aan maken

Door Peter de Bruin*
In publicaties over democratie van de Nederlandse overheid en van politieke partijen wordt als kenmerk steevast ‘pluriformiteit’ genoemd. Zo ook weer in het onlangs verschenen jaarverslag van de Raad van State (2025, pag. 9): ‘Hoewel democratie – innig verbonden met de rechtsstaat – het politieke systeem bij uitstek is dat beoogt de waarden van vrijheid en gelijkheid, pluriformiteit en legitimiteit te waarborgen en te realiseren, is het bestaan van dit systeem ook in Europa niet meer vanzelfsprekend.’
Dat is opmerkelijk, want daar had men bij Thorbecke in 1848 niet mee aan moeten komen. Zijn grondwet was allesbehalve pluriform: uiteindelijk mochten er minder mensen stemmen dan tijdens de oude, monarchale, grondwet van 1814/1815, waar door hem onder ‘mensen’ louter ‘mannen’ werden verstaan, en wel diegenen met een goed inkomen en dito opleiding. Ook in de uitgebreide discussie (de Pacificatie) die voorafging aan de grondwetswijziging van 1917 komen we de term ‘pluriformiteit’ niet tegen.
Pluriformiteit in de confessionele betekenis
Gedurende een aantal maanden heb ik met behulp van het zoeksysteem Delpher onderzoek gedaan naar het gebruik van het woord ‘pluriformiteit’ in de Nederlandse kranten uit de periode 1850-1975. Daaruit zijn wat opmerkelijke zaken naar voren gekomen. Ten eerste wordt overduidelijk dat het woord ‘pluriformiteit’ tot 1965 bijna exclusief voorkomt in de confessionele betekenis en eigenlijk altijd in de woordcombinaties ‘pluriformiteit der kerken’ en ‘pluriformiteit der waarheid’ of varianten hierop (Abraham Kuyper) en slechts een doodenkele keer in een andere context (bijvoorbeeld ‘pluriformiteit van Zuid-Afrika’, doelend op rassenscheiding en thuislanden). Hier twee voorbeelden:
‘Zóó ver mocht het wel niet komen met den genialen verdediger van de allerzonderlingste “Pluriformiteit der waarheid” (dr. Kuyper), […]’. RK dagblad Het Huisgezin, 16-10-1909.
‘Dr. Kuyper bestrijdt deze eenheid op tegelijkertijd geniale en fatale wijze. In zijn leer van de pluriformiteit (veelvormigheid) der Kerk, noemt hij dat verdeeld zijn in allerlei Kerken en Kerkjes nog zoo erg niet.’ De Nederlander, 10-10-1912.
Ten tweede is het tot dan toe kristalhelder dat ‘pluriformiteit’ gezien wordt als een splijtzwam: een scheiding der geesten moet leiden tot een scheiding der wegen. Zo legitimeert ‘pluriformiteit’ het ontstaan van verschillende kerken, verschillende vakbonden, verschillende omroepen en verschillende politieke partijen.
Eind jaren zestig gebeurt er iets opmerkelijks. Twee, laten we ze ‘instituten’ noemen, hebben last van scheurmakers binnen de gelederen: de PvdA en de katholieke kerk.
PvdA
Binnen de PvdA komt Nieuw Links op (met onder anderen Marcel van Dam en André van der Louw). Deze jongelui staan een verregaande programwijziging voor (onder meer erkenning van de DDR, uit de NAVO treden als Spanje erin komt of als Portugal erin blijft, de republikeinse bestuursvorm). Deze jongeren dreigen echter de partij van binnenuit op te blazen. Toenmalig partijleider Den Uyl spreekt dan ook van ‘een partij binnen een partij’ en van ‘Luipaard op schoot’ (een veelbekeken tv-programma uit de jaren ’60 dat ons bloeddorstige dieren toonde in de Afrikaanse natuur).
Den Uyl kon zich geen afsplitsing veroorloven, hij was net bezig met vrijages met andere partijen (PSP, D66, christen-radicalen) om een breed links front samen te stellen. Op een partijcongres in de RAI (1967) weet hij de coup van de jonge honden te bezweren en met een talige truc, die later vaak herhaald zal worden, houdt hij de boel bij elkaar: pluriformiteit is plots geen splijtzwam meer, nee, we moeten dat anders zien, het is een verrijking van het schilderspalet waar ongetwijfeld het ene na het andere veelkleurige kunstwerk uit voort zal komen: ‘Nieuw links is ingelijfd in de pluriformiteit van de partij’ (De Tijd, 27-11-1967).
Trendbreuk
Van der Louw maakt het nog bonter, die roept later: ‘Pluriformiteit is een voorwaarde voor de democratie’ (De Tijd, 13-2-1969), wat op z’n minst een trendbreuk is.
De meeste kranten nemen deze semantische kentering klakkeloos over. Het Parool (23-12-1967) schrijft: ‘En eigenlijk is pluriformiteit een ander woord voor democratie.’
Het is eigenlijk alleen De Tijd die er doorheen prikt (13-3-1969): ‘Het klinkt dwaas na drie dagen, waarin voornamelijk is gebleken dat deze pluriformiteit een eufemisme is voor gespletenheid.’
Dat pluriformiteit toch tot een scheiding der wegen kan leiden, leert de PvdA trouwens in 1970: een aantal leden kan zich niet verenigen met standpunten van Nieuw Links, splitst zich af en richt een nieuwe partij op: DS’70.
Katholieke kerk
Binnen de katholieke kerk bestaat er op min of meer hetzelfde moment ook onrust. Een nieuwe generatie priesters wil een andere inrichting van de catechismus en afschaffing van het celibaat. De moederkerk had uiteraard ervaring met schismatici (Zwingli, Luther, Calvijn) en zag de bui al hangen.
‘Vele priesters willen de vernieuwing voortzetten. Als wij bisschoppen dit verlangen niet ondersteunen — zij het op kritische wijze — dan dreigt het gevaar, dat de priesters zonder ons en buiten ons om doorgaan met de zuivering en de vernieuwing van de Kerk.’(De Tijd, 16-10-1969)
Niet verrassend bedient de kerk zich van dezelfde truc: pluriformiteit hoeft helemaal niet te leiden tot een scheiding der wegen, er is binnen de kerk ruimte voor pluriformiteit.
‘De problemen van de priesters zijn verschillend van land tot land en van continent tot continent. Verschillende problemen vragen verschillende oplossingen. Een rechtmatige pluriformiteit is gewenst of zelfs noodzakelijk.’ (ibidem)
Soepel gaat die pluriformiteit echter niet. Er komt een nieuwe catechismus, maar daar is niet iedereen even blij mee (en zal later door Rome worden gecorrigeerd).
‘Langzamerhand begint het argument, dat het geloof pluriform beleefd kan worden een argument te worden dat van linkse hoofden in rechtse hoofden overgaat.’ […]
‘Naarmate die links geheten opvattingen gemeengoed beginnen te worden hanteren de meer conservatief denkenden het argument, dat in het geloofsleven ook plaats moet blijven voor hun wijze van denken. Over het algemeen heeft geen van de partijen ongelijk, maar als men over veelvormigheid, over ‘pluriformiteit’ spreekt moet men er in een adem het woord verdraagzaamheid aan toevoegen. Het is nu op dit terrein van de verdraagzaamheid, dat allengs aan de conservatief denkenden zeer grote eisen worden gesteld en het hangt van het in voorraad zijn van deze deugd af of in Nederland de rust rond de nieuwe katechismus hersteld gaat worden. Wij hopen, dat in dit opzicht de confrontatie met Rome heilzaam zal werken.’ (ibidem)
De tweedracht leidt binnen de kerk tot verdeeldheid. Zie het lange artikel ‘Gezag in kerk verzwakt door verdeeldheid leden’ uit de Volkskrant van 30-3-1968.
Pluriformiteit als ‘mot du jour’
De jaren hierna gaat het hard. Net zoals nu, waar niemand meer een letter op papier kan zetten zonder de woorden ‘divers’ en ‘inclusief’ te gebruiken, wordt vanaf eind jaren ’60 ‘pluriformiteit’ een modewoord:
- de Staatsmijnen willen ‘een verantwoordde (sic) differentiatie en pluriformiteit’ (Algemeen Handelsblad, 10-11-1969)
- ‘De pluriformiteit van de misdadiger […]’ (Trouw, 24-1-1970)
- ‘de pluriformiteit van de schilderkunst’ (Parool, 29-1-1970).
Het begint absurde vormen aan te nemen als men het gaat hebben over de pluriformiteit ‘van gevoelens’, ‘van voorlichting’, ‘van gaven en krachten’ of ‘in Rotterdams muziekleven’. Helemaal Jiskefet-achtig wordt het, als het NIVRA begint te pleiten voor pluriformiteit binnen de wereld van registeraccountants.
Taalverandering of trucje?
We weten allemaal wel dat taal niet statisch is en dat de betekenis van een woord kan veranderen. Echter, woorden zijn niet dusdanig betekenisloos, dat ze van de ene dag op de andere het tegenovergestelde kunnen gaan betekenen (in het geval van ‘pluriformiteit’: van ‘splijtzwam’ naar ‘verrijking’). Dan is er iets anders aan de hand en het is vrij duidelijk wat dat is: het traditionele gevolg van pluriformiteit is het uit elkaar vallen van een geheel en dat konden beide instituten zich niet veroorloven. Daarop draait men de betekenis van het woord om, dan bestaat het probleem niet meer en hoeven er dus geen consequenties te volgen. In gewoon Nederlands: recht praten wat krom is en bidden dat het probleem zich vanzelf oplost. Toegegeven, dat is ook in bovenstaande gevallen gebeurd: we zijn niet uit de NAVO gestapt, de DDR heeft zichzelf opgeblazen, het celibaat bestaat nog steeds en die catechismus is weer teruggedraaid.
Zoiets was nog te doen binnen de ‘eigen’ gelederen. Echter, sinds die tijd hebben westerse landen grote veranderingen meegemaakt, die wel degelijk tot een scheiding der geesten zouden kunnen leiden: het ‘multiculturele drama’, de import van een andere religie (islam), de herinterpretatie van het begrip ‘man/vrouw’ of de ‘Critical Race Theory’. Die ommezwaai heeft al geleid tot discordia, met polarisatie als gevolg.
De logische conclusie, een scheiding der wegen, is telkens onmogelijk: grondwetten, internationale/Europese verdragen en het laatste restje fatsoen weerhouden ons ervan. Dan rest er nog maar de oplossing die in de jaren ’60 is bedacht: we draaien de boel om, het is geen splijtzwam, het is een verrijking zodat – vreemd genoeg – ‘gelijkheid’ en ‘ongelijkheid’ (pluriformiteit/diversiteit) naast elkaar kunnen voorkomen als kenmerken van democratie.
Kiezer pikt het niet langer
De herdefinitie van pluriformiteit heeft kunnen werken in kleine kring: een kerk, een politieke partij. Echter, op het moment dat de pluriformiteit/diversiteit in alle lagen van de bevolking door begint te dringen, lijkt het er toch op dat de kiezer (bijv. in Nederland, Duitsland, Italië, VS) zich niet langer laat bedotten en pluriformiteit weer in de oorspronkelijke betekenis gaat duiden (de splijtzwam), waar volgens hen niet snel genoeg een einde aan gemaakt kan worden.
*Peter de Bruin is neerlandicus en informaticus.
Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u weer mee? Kijk HIER. Hartelijk dank!