Nederland krijgt Franse Barracuda-onderzeeboten, maar zonder Amerikaanse Tomahawks

EricVrijsen 12-7-25
De Zr. Ms. Dolfijn maakt deel uit van de Walrusklasse die vanaf 2034 wordt vervangen door vier Franse onderzeeboten. Beeld: regionoordkop.nl

Nederlandse onderzeeboten dragen de naam van stoere zeeroofdieren. Van de vier boten uit de Walrusklasse zijn er na ruim dertig jaar nog drie in bedrijf. De eerste boot, Zr. Ms. Walrus, werd in 2023 na 31 jaren trouwe dienst, uit de vaart genomen. De boot wordt gekannibaliseerd. De onderdelen zijn nodig om Zr. Ms. Zeeleeuw uit 1990, Zr. Ms. Dolfijn uit 1993 en Zr. Ms. Bruinvis uit 1994 operationeel te houden tot 2034. Vanaf dat jaar komen vier nieuwe onderzeeboten beschikbaar. Volgens het in 2024 getekende contract met de Franse staat en de Franse scheepswerf wordt de eerste boot, de ‘Orka’ binnen tien jaar geleverd. Meteen daarna volgt de ‘Zwaardvis’. In de daarop volgende jaren volgen de ‘Barracuda’ en de ‘Tijgerhaai’.

Dreigende capaciteitskloof

Defensie verzekert dat geen vertraging zal optreden, maar in marinekringen bestaat enige ongerustheid. Het is al vreselijk dat de Nederlandse marine één van de vier onderzeeboten moet missen. De komende jaren moet ook een tweede onderzeeboot aan wal worden getrokken, omdat het gewoon niet verantwoord is om er langer mee te blijven varen. De roemruchte Onderzeedienst moet het dan tot 2034 uitzingen met een halve vloot.

Den Helder hoopt vurig dat er op de Naval-scheepswerf in het Franse Cherbourg geen vertragingen ontstaan, want dan ontstaat er een ‘capability gap’, een capaciteitskloof. Dan zijn er tijdelijk géén Nederlandse onderzeeboten actief.

Het in bedrijf houden van onderzeeboten is zó specialistisch dat je niet zomaar even kunt stoppen om na een paar jaar weer vrolijk verder te gaan. Dan heb je een kennisachterstand en die is in oorlogsomstandigheden fataal. Vandaar het belang van continuïteit.

Vooral dankzij de Walrusklasse speelt Nederland op marinegebied mee in de NAVO. De Walrus, de Zeeleeuw, de Dolfijn en de Bruinvis zijn veel kleiner dan de grote Amerikaanse, Britse en Franse kernonderzeeboten. Die laatste zijn heer en meester op grote diepte in de oceanen. De Nederlandse boten zijn juist beter inzetbaar vlak onder vijandelijke kusten. In marinejargon: ‘Bruin water.’

Perfect spionageplatform

De Nederlandse boten zijn op hun beurt weer iets groter dan de Duitse en Noorse onderzeeboten. Daarmee vergeleken, hebben ze ook een grotere actieradius. Zonder logistieke ondersteuning blijven ze langer op zee dan de Duitse of Noorse boten. Ook zijn ze wereldwijd inzetbaar. Zowel in de ijskoude wateren in Arctische gebieden als in het warme water van de Caraïbische Zee kun je ermee opereren. Ze zijn ook berekend op wateren met sterk verschillende zoutgehaltes. Je kunt de Nederlandse boten langdurig inzetten voorbij het Suezkanaal, in zee-engtes als de Straat van Hormoez en in de Perzische Golf.

Wat heeft Nederland daar te zoeken? Nou, als je de vrije scheepvaart op de wereldzeeën wilt verdedigen, zul je fregatten moeten uitsturen en die laat je voorafgaan door onderzeeboten. Zij doen het verkenningswerk. Omdat ze in het diepste geheim opereren, kan één onderzeeboot een complete vijandelijke vloot bedreigen en verlammen. Met hun superieure sensortechnologie zijn onderzeeboten – vlakbij de vijandelijke kust – ook het perfecte spionageplatform. Dankzij de Walrusklasse kan Nederland hierin voorzien. Binnen het Atlantisch bondgenootschap is dat een belangrijke ‘niche capaciteit’.

James Bond-achtige werkzaamheden

Verder kunnen de onderzeeboten stiekem ‘special forces’ aan land zetten. Eén voor één klimmen de mannen in een zeer nauwe koker in de dikke huid van de onderzeeboot. De ‘kikvorsen’ ademen vanuit een zuurstoffles. Onder hen wordt het luik gesloten. De koker stroomt vol water. Alleen al het idee dat je in een afgesloten, krappe cilinder zit, die langzaam volstroomt, is claustrofobisch. Maar de mannen tikken drie keer met een hamertje zachtjes op de ijzeren wand, ten teken dat ze zich ‘happy’ voelen. Met een hendel draaien ze het bovenluik open, zwemmen naar buiten, maken het luik weer dicht. Ze zitten nu op tientallen meters diepte. Op de bovenkant van de boot schroeven ze, ieder voor zich, een onderwaterscooter los. Hiermee vertrekken ze naar een gevaarlijke klus in vijandelijk gebied. Om daarna weer terug te keren en via de koker in de drukhuid weer aan boord te klimmen van hun onderzeeboot. James Bond-achtige werkzaamheden, maar dan niet voor de film.

Verder kunnen de Nederlandse onderzeeboten met hun Mk-48 torpedo een formidabele klap uitdelen. Aan boord van Zr. Ms. Bruinvis in de Golf van Oman liet de commandant mij eens door de periscoop kijken naar een van de grootste containerschepen ter wereld op een paar mijl afstand. Een verbluffend beeld. De Bruinvis deed een oefening. De bemanning van het containerschip had niks in de gaten. De officieren en matrozen van de Bruinvis gniffelden: ‘Ze moesten eens weten wat we met ze zouden kunnen uithalen!’

Wordt een Mk-48 met het nodige vakmanschap gelanceerd, dan explodeert hij onder de romp van een vijandelijk schip. Door de ontploffing ontstaat een enorm vacuüm, waardoor het schip onder het eigen gewicht finaal doormidden breekt en hopeloos ten onder gaat.

Het was de bedoeling om de Zeeleeuw, Dolfijn en Bruinvis in hun nadagen ook nog te voorzien van Tomahawk-kruisraketten. Dan zou de Koninklijke Marine vanuit de onderzeeboten ook aanvallen kunnen uitvoeren op vijandelijke doelen tot vele honderden kilometers landinwaarts. Dan zou Nederland echt meedoen met de grote jongens. Maar dat gaat niet door. Geen Tomahawks voor de Walrusklasse en evenmin voor de opvolgende Orka-klasse.

Zware tegenvaller

De fregatten van de marine krijgen wel Tomahawk-kruisraketten van de Amerikaanse producent Raytheon. Maar de onderzeeboten dus niet en dat is voor Defensie een zware tegenvaller. Een onderzeeboot kan zich veel dichter op een vijandelijke kust wagen dan een fregat. Daardoor kun je met je raketten vanuit een onderzeeboot meer vijandelijke doelen uitschakelen: het bereik van je raketten is immers groter. Je hebt een extra lange arm.

In kleine onderzeeboten moeten kruisraketten vanuit horizontale torpedobuizen worden gelanceerd. Vanaf oppervlakteschepen en zeer grote onderzeeboten kan dat vanuit verticale lanceerbuizen. De horizontaal te lanceren Tomahawks voor onderzeeboten van Nederlands formaat worden al een tijdje niet meer door Raytheon geproduceerd. Defensie hoopte samen met bondgenoten die productie weer te laten opstarten. Onlangs moest staatssecretaris Gijs Tuinman (BBB) de Tweede Kamer echter meedelen dat het plan geen doorgang kan vinden. De Amerikanen en Britten werken niet mee en daardoor wordt het te duur om de Tomahawks zo aan te passen dat Nederlandse onderzeeboten ermee aan de slag zouden kunnen.

Belofte doorgeprikt

Voor de Orka-klasse is nu een Europees type kruisraket (‘Joint Strike Missile’) uitgekozen, die samen met Noorwegen en Spanje geschikt zal worden gemaakt voor inzet vanaf onderzeeboten. Dat klinkt als een nogal hachelijk Europees avontuur, maar Tuinman stapte daar in de Tweede Kamer luchtig overheen. Hij zei dat de Europese raketten goedkoper zijn dan de Amerikaanse Tomahawks. ‘En het grote voordeel is dat het een Europees project is en dat het de strategische autonomie van Europa versterkt’, aldus de bewindsman.

Toen zijn voorganger Van der Maat (VVD) begin 2024 door de PVV-Tweede Kamerfractie werd gevraagd naar het risico dat de Tomahawks niet beschikbaar zouden komen voor de oude en nieuwe onderzeeboten, ontkende hij dit stellig. Die Tomahawks zouden er komen, ook voor de onderzeeboten. Maar inmiddels is die belofte doorgeprikt.

In het marinewereldje wordt dit de eerste grote tegenvaller van de Franse onderzeebotendeal genoemd. Niet doordat de boten van Franse makelij ongeschikt zouden zijn, maar doordat ook de industriële belangen van de bondgenoten meespelen. De Amerikanen piekerden er niet over om hun kruisrakettentechnologie te delen met Franse wapenleveranciers, want dat zijn behalve bondgenoten vooral ook concurrenten. Vlak voordat het demissionaire kabinet Rutte-IV medio maart 2024 besloot de bouw van de onderzeeboten aan Frankrijk te gunnen, hadden de Amerikanen al tevergeefs gewaarschuwd. Anonieme bronnen dreigden via de Telegraaf dat de onderzeeboten van Franse makelij niet zouden kunnen meedraaien in het ‘Maritime Strike-project’ waarvoor Nederland in Washington moest aankloppen.

Van der Maat ontkende. Zijn VVD drong aan op een deal met de Fransen. In zijn tijd als premier, hield Mark Rutte altijd vol: ‘De beste boot voor de beste prijs.’ Uiteindelijk bleek de Franse offerte verreweg de goedkoopste. De vergelijking tussen de Franse aanbieding (Naval), het Zweeds-Nederlandse voorstel (Saab-Damen) en de Duitse propositie (Thyssenkrupp marine systems, TKMS) draaide eerst en vooral om de prijs. De Fransen waren anderhalf miljard euro, dus een kwart goedkoper dan de Duitsers of de Zweden-Nederlanders. Logisch dat de order naar Frankrijk ging. Naval beloofde bovendien dat de Nederlandse industrie voor een miljard euro zou participeren in de bouw van de onderzeeboten.

Bedrijfsmodel van printerfabrikant

Het werd een nogal rommelige besluitvorming. Door het nieuws over de deal met de Fransen te lekken naar RTL4 en de Telegraaf probeerde de VVD de zaken voor te koken. Rechtse Kamerleden – onder wie BBB’er Gijs Tuinman, de latere staatssecretaris –  vertrouwden het niet. Werd de Nederlandse industrie – in casu Damen Shipyards – terzijde geschoven, omdat concurrent Naval werd geruggesteund door de Franse staat? Was het een eentweetje tussen premier Mark Rutte en president Emmanuel Macron? Kon het bedrijf goedkoop leveren, om later binnen te lopen met gepeperde tarieven voor onderhoud en updates?

De vuistregel in de defensieindustrie is dat je het bedrag van een levering naderhand nog kunt verdubbelen met inkomsten uit service, onderhoud en reparaties. ‘Het is hetzelfde bedrijfsmodel als dat van de printerfabrikanten van zo’n twintig jaar geleden. Die verkochten de apparaten voor een habbekrats en lieten de consument vervolgens woekerprijzen betalen voor de inktpatronen’, zegt een marinebron.

Paniek in de tent

Naval is feitelijk staatseigendom en heeft een bredere financiële rugdekking dan een familiebedrijf als Damen of zelfs de private onderneming TKMS. Dat laatste bedrijf begon nog een rechtszaak, omdat het zich door Defensie bedrogen voelde, maar kreeg van de rechter geen gelijk. Toenmalig staatssecretaris Christophe van der Maat (Defensie) bezwoer in de Kamer dat er een eerlijke vergelijking was gemaakt en dat Naval niet dankzij staatssteun ‘kunstmatig goedkoop’ kon inschrijven.

Op een onbewaakt moment had VVD-Kamerlid Claire Martens echter een berichtje uitgestuurd op social media: ‘Op deze manier laten we Nederlands belastinggeld wegvloeien, terwijl wij uitstekende bedrijven hebben die deze boten kunnen bouwen.’ Tja, dat was precies wat PVV, BBB, SGP en zelfs de SP beweerden. Paniek in de liberale tent! Het berichtje werd ingetrokken, maar niet snel genoeg. Het werd eerst nog even gekopieerd door een voormalig VVD-Kamerlid, die het op zijn beurt weer deelde op social media. André Bosman, voormalig volksvertegenwoordiger uit Zeeland en gewezen straaljagerpiloot, vond dat de Nederlandse industrie ten onrechte werd gepasseerd.

Hoe kon PvdA zo diep zinken?

Het werd nog erger. De Kamerleden werden strikt vertrouwelijk geïnformeerd over de prijs-kwaliteitsvergelijking. Officieel was er een richtprijs van 5,5 miljard. De Fransen zaten daar ver onder met hun prijs. Kat in het bakkie? Nee, de PVV lag dwars. Eigen industrie eerst.

Daarop begon GroenLinks-PvdA ook te stuiteren. Deze partij was eigenlijk voorstander van de aanschaf van vier onderzeeboten bij de Franse werf, maar dreigde toch tegen te stemmen. De logica was partijpolitiek. Er was een rechts kabinet met de PVV in de maak. Indien de PVV niet pal stond voor de onderzeebotendeal, dan zou GroenLinks-PvdA het toekomstige kabinet in deze kwestie niet aan een meerderheid helpen.

Typisch Haags vernuft, maar op Pier 19 in Den Helder, de kade van de Onderzeedienst, moet het met afgrijzen zijn gevolgd. Hoe kon een ooit trotse regeringspartij als de PvdA zó diep zinken dat ze een politiek spelletje bedreef met een miljardendeal voor een van de zwaarste wapensystemen van de krijgsmacht?

Uiteindelijk steunden alle, op dat moment nog toekomstige, regeringspartijen (PVV, VVD, BBB en NSC) de deal. Ook GroenLinks-PvdA stemde voor. Dat ging met de onbegrijpelijke motivering dat de PVV níet tegen was, dus mocht ook de linkse fractie haar hart volgen en voorstemmen. Al met al was het politiek met een zeer kleine p en een belediging voor de moedige bemanningsleden in de huidige en toekomstige onderzeeboten.

Angstwekkend weinig voortgang

Op het moment dat Kamerleden zulke politieke manoeuvres uithalen, zou je ze een voor een in zo’n krappe koker in de drukhuid van een onderzeeboot willen stoppen en langzaam het waterpeil laten stijgen. Een paar ogenblikken in de situatie van de kikvorsen van de Special Forces, dat zou ze leren. Maar ja, de Haagse beslissing over de onderzeeboten was eindelijk gevallen en de Admiraliteitsraad in Den Helder reageerde opgelucht.

Eind goed al goed? In september tekende de kort tevoren aangetreden staatssecretaris Gijs Tuinman (BBB) het contract met de Fransen. De kersverse minister van Economische Zaken, Dirk Beljaarts (PVV), had inmiddels een overeenkomst gesloten met Naval over de participatie van Nederlandse bedrijven als Royal IHC, Van Halteren en anderen. In een juichend persbericht verkondigde Tuinman: ‘Bouw van onderzeeboten gaat nu echt beginnen.’

Maar negen maanden nadien, blijft het stil. Behalve die tegenvaller met de Amerikaanse kruisraketten, wordt er angstwekkend weinig voortgang gemeld.

Barracuda

Volgens Naval loopt het project geheel volgens schema. Viceadmiraal Jan Willem Hartman, Commandant Materieel en IT van Defensie, deed onlangs op LinkedIn verslag van zijn bezoek op 28 mei aan Cherbourg. Die dag werd een Barracuda-kernonderzeeboot uit de fabriekshal van Naval gereden. Medewerkers van het Commando Materieel en IT (COMMIT) zijn inmiddels aan het werk in Cherbourg. ‘We leggen samen het fundament voor een sterke, weerbare en toekomstbestendige Onderzeedienst’, schreef Hartman. Over het precieze ontwerp van de Nederlandse boten en over de betrouwbaarheid van de tijdsplanning repte de viceadmiraal niet. 

Is er eigenlijk al een ontwerp? In de wandelgangen van de Tweede Kamer deed tijdens defensievergaderingen het verhaal de ronde dat Naval simpelweg de voorkant van een niet-nucleaire onderzeeboot kon combineren met de achterkant van een kernonderzeeër. Was het maar zo simpel. Aangezien beide types een afwijkende diameter hebben, kun je ze niet zomaar aan elkaar lassen en moet je toch echt een nieuw type Orka ontwerpen.  

Fundamenteel verschillende types

Naval bouwt Barracuda-onderzeeboten (ook wel Suffrenklasse) die weliswaar geen kernwapens hebben, maar wel een kernreactor voor de voortstuwing. Nederland zal een van de nieuwe boten Zr Ms Barracuda noemen, maar dat is verwarrend. De vier boten van de Koninklijke Marine krijgen een diesel-elektrische voortstuwing: om de zoveel uur moet de boot naar boven om op geringe diepte te ‘snuiveren’. Er is zuurstof nodig om de dieselmotoren te laten draaien en de batterijen op te laden. Daarna duikt de boot naar de diepte. Hoe diep is staatsgeheim.

Volgens experts vergt zo’n boot een heel ander ontwerp dan de Franse Barracuda. Een nucleair voortgedreven onderzeeboot heeft eigenlijk altijd energie genoeg. Een diesel-elektrische boot moet voortdurend zijn batterijen sparen. Het concept van beide types is fundamenteel verschillend. Maar hoe dit wordt opgelost, blijft voorlopig onbekend.

Maritieme maakindustrie

Hoopgevend voor de Nederlandse industrie was in juni de ondertekening van een overeenkomst tussen Naval en Royal IHC. Volgens Economische Zaken zullen ook andere bedrijven in de maritieme maakindustrie van het onderzeebotenproject profiteren. Maar spijkerharde leveringscontracten zijn er nog niet. Er worden vooral feestelijke intenties ondertekend.

Opvallend was ook de overeenkomst die Defensie eind 2024 sloot met Damen Shipyards. Dat bedrijf was gepasseerd bij de onderzeebotenorder, maar werd ineens door VVD-minister Ruben Brekelmans en BBB-staatssecretaris Gijs Tuinman uitverkoren als huisleverancier van de Koninklijke Marine. De komende decennia wordt de complete marinevloot vernieuwd. Dus is het volgens Defensie van strategisch belang dat Nederland een zelfscheppende marinebouw behoudt. Ineens werden alle Haagse kaarten op Damen gezet, behalve dan voor de allergrootste opdracht, de bouw van onderzeeboten.  Want contract is contract, de onderzeeboten komen uit Frankrijk.

Door vertraging bij het ontwerp van Duitse fregatten, raakte Damen dit voorjaar in liquiditeitsmoeilijkheden. Het kabinet-Schoof trok 270 miljoen euro uit om de scheepsbouwer uit de financiële sores te helpen. Dit onderstreept het belang van een nationale marinebouw, maar des te vreemder is het natuurlijk dat Nederland bij de onderzeebotenorder voor een Franse werf koos.  

Marineofficieren prijzen straks de kwaliteit van hun nieuwe boten, want dat hoort nu eenmaal zo. Je wilt afschrikken en dus ben je trots op je adequate bewapening. En het moet gezegd: Naval heeft volop ervaring met onderzeeboten. Maar voor politici ter rechterzijde blijft die Franse onderzeebotendeal een steentje in de schoen. Hopelijk blijken het de beste boten voor de beste prijs. Maar rechtse politici beseffen dat een Nederlandse marinewerf van Frankrijk nooit zo’n grote opdracht zou hebben gekregen.

Het grotere politieke plaatje is dat van een meer Europese oriëntatie van Defensie. Minder afhankelijkheid van Amerika betekent dat Nederland op militair vlak meer met Frankrijk zal samenwerken en desnoods ook onder de Franse atoomparaplu moet kunnen schuilen. ‘Ik denk dat dat nu al het geval is’, fluisterde een Franse betrokkene op een moment dat de onderzeebotendeal nog moest worden gesloten.

Nederlandse vloot gaat integreren met de Franse

De Koninklijke Marine zal vaker met de Marine Nationale gaan oefenen en optreden. In de beleidsstukken van Defensie wordt het terloops aangekondigd. In een beslissende D-brief over de onderzeeboten van 15 maart 2024 aan de Tweede Kamer, schreef VVD-staatssecretaris Van der Maat dat de Nederlandse vloot min of meer zal integreren met de Franse vloot.

Zijn formulering: ‘De beoogde materieelsamenwerking met Frankrijk zal een strategisch karakter krijgen. Deze samenwerking kan een opstap bieden naar operationele samenwerking op onderzeebootgebied. Het gunnen van de order voor de levering van onderzeeboten kan een impuls geven aan toekomstige (materieel) samenwerking op andere capaciteitsterreinen, en verdere verdieping van de bredere (veiligheids-) samenwerking met Frankrijk.’

Voilà!

Wat hier eigenlijk stond, was dat de Nederlandse sterke man Mark Rutte en de Franse opperbevelhebber Emmanuel Macron elkaar eens diep in de ogen hadden gekeken. En dat ze als vrienden besloten hadden het ‘strategisch’ aan te pakken.

Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat als donateur mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!