Nóg meer miljarden naar de bureaucraten in Brussel of een pas op de plaats: op 29 oktober valt de beslissing

Hoewel de zomervakantie nog lang niet voorbij is, worden de eerste verkiezingsleuzen al gehoord. De VVD kwam afgelopen week zelfs al met een concept-verkiezingsprogramma. Het is vroeg, de verkiezingen zijn pas 29 oktober, maar het is niet vreemd. Er staat dit keer veel op het spel. En niet alleen op binnenlands politiek gebied. Over het Nederlandse EU-beleid zullen cruciale beslissingen genomen moeten worden. De aandacht zal waarschijnlijk weer uitgaan naar de koopkrachtplaatjes die de politieke partijen gaan voorschotelen. Maar de door het CBS aangeleverde cijfers kunnen onmiddellijk de prullenbak in zodra de deur naar eigen EU-belastingen wordt opengezet. De inbreuk op het Nederlandse huishoudboekje zal substantieel zijn.
Om haar voorgenomen beleid te kunnen financieren heeft de Europese Commissie 800 miljard euro aan zogenoemde ‘eigen middelen’ nodig. Inkomsten dus buiten de nationale afdrachten van de lidstaten om. Gaat Nederland hier in mee en accepteren we directe EU-belastingheffing, dan geven we het belangrijkste instrument van nationale soevereiniteit uit handen.
Koud water
De eerste reacties op de voorgestelde meerjarenbegroting van de Commissie, het Meerjarig Financieel Kader (MFK), waren kritisch. Bondskanselier Friedrich Merz gooide zelfs een bak koud water over de plannen van de Commissie. Voor hem is een hogere nationale afdracht, maar ook meer eigen middelen en gezamenlijke EU-leningen (eurobonds) onbespreekbaar.
Het kwam voor de Commissie niet als een verrassing. Ze had er al rekening mee gehouden door een substantieel deel van het MFK op een andere wijze te laten financieren. Met eigen middelen én met de invoering van een Savings and Investment Union (SIU), een middel om het spaargeld van de burgers in de EU in te kunnen zetten voor de zogenoemde ‘strategische investeringsprioriteiten’: industriepolitiek volgens het concept van Mario Draghi, klimaatbeleid, digitale infrastructuur en defensie. De achterliggende gedachte is dat als het niet door de voordeur kan, dan maar door de achterdeur: met een rechtstreekse aanslag op de portemonnee van de burger.
De eigen middelen zijn inkomsten uit de handel in CO2-emissierechten (het ETS-systeem) met een uitbreiding naar sectoren als scheepvaart en luchtvaart; inkomsten uit het EU-mechanisme voor koolstofgrenscorrectie (CBAM: Carbon Border Adjustment Mechanism); inkomsten uit de herverdeling van winsten van multinationals (gebaseerd op de OESO/G20-afspraken) plus een voorstel voor een ‘eigen middel’ gebaseerd op bedrijfswinsten in de lidstaat; een digitale belasting voor grote bedrijven en belasting op bedrijfsactiviteiten die sterk profiteren van de interne markt van de EU.
De SIU is een variant op het plan van Enrico Letta voor een Capital Markets Union (CMU). De CMU richtte zich op het integreren en harmoniseren van Europese kapitaalmarkten om bedrijven en investeerders minder afhankelijk te maken van bankfinanciering en om kapitaal vrijer door Europa te laten stromen. Een prima idee – overgenomen uit de VS – om het bedrijfsleven beter te financieren. Met betere marktintegratie en vermindering van marktfragmentatie, met vereenvoudiging van grensoverschrijdende investeringen alsmede afstemming van toezicht tussen lidstaten, zonder meteen centraal Europees toezicht te willen invoeren.
De SIU bouwt hier volgens de Commissie op voort, maar is in werkelijkheid een aberratie. Het heeft niet in de eerste plaats als doel financiering voor het bedrijfsleven te verbeteren, maar om spaargeld van de burgers in te zetten voor de genoemde strategische investeringsprioriteiten. Waar de CMU primair is gericht op integratie van kapitaalmarkten, is de SIU een strategisch raamwerk om spaarders voor het karretje van de Commissie te spannen.
De SIU kondigt diverse (wettelijke) initiatieven aan, waaronder de ontwikkeling van een Europese blauwdruk voor spaar- en beleggingsproducten en fiscale prikkels voor lidstaten. Allemaal vrijwillig, zo betoogt de Commissie, maar in feite wordt deelname van de burger aan de SIU zó aantrekkelijk gemaakt, dat er volgens critici bijna sprake is van dwang.
‘Derde pijler pensioen’
Er wordt een scala aan incentives ingezet, waaronder belastingvoordelen en een nieuw EU-pensioenstelsel: Pan-European Personal Pension Product (PEPP), dat de ingelegde premies van deelnemers in de strategische investeringsprioriteiten van de Commissie belegt. De PEPP zou volgens dezelfde kritische geluiden een ‘auto-enroll system’ zijn, waaraan EU-burgers automatisch deelnemen, tenzij zij expliciet laten weten dat niet te willen. Het PEPP wordt een zogenoemd ‘derde pijler pensioen’, een aanvulling op de eerste pijler (in Nederland de AOW) en de tweede pijler (in Nederland de verplichte bedrijfspensioenen).
De belangrijkste incentive voor burgers om hun spaargeld niet op de bank te zetten, maar te beleggen in de SIU, zou volgens critici negatieve rente zijn. De Europese Centrale Bank (ECB) zou de rente – wederom – zo sterk willen laten dalen dat deze negatief wordt. Wie geld op de bank laat staan, is dan een dief van zijn eigen portemonnee. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen en ECB-president Christine Lagarde zouden een dergelijke deal al hebben gemaakt.
De komende tijd zullen de lidstaten de discussie met de Commissie aangaan over de hoogte van de nationale afdrachten, maar ook over de voorgestelde uitbreiding van de eigen middelen en de SIU. De eerste Nederlandse reactie, van VVD-minister Eelco Heinen van Financiën, is in lijn met die van bondskanselier Merz: géén hogere nationale afdracht, niet meer eigen middelen en geen gezamenlijke EU-leningen.
Maar niet alle Nederlandse politieke partijen zijn negatief. GroenLinks-PvdA heeft in Brussel al laten weten voorstander te zijn van nog meer geld naar de EU. Het CDA is naar eigen zeggen pragmatisch en sluit meer geld en meer eigen middelen voor de Commissie niet uit. De positie van D66 is bekend: hoe meer EU, hoe beter.
Vernietigend oordeel
Op 29 oktober gaan we naar de stembus om een nieuwe Tweede Kamer te kiezen. Binnenlandse politieke kwesties zullen een belangrijke rol spelen. Maar het Nederlandse EU-beleid is van minstens even groot belang. De EU is inmiddels goed voor 60 procent van alle wetgeving en het via Brussel rondpompen van geld neemt gigantische vormen aan: 2 biljoen euro in het voorstel van de Europese Commissie. Geld waarvan in alle redelijkheid kan worden afgevraagd of het goed wordt besteed. Nog maar een paar maanden geleden velde de Europese Rekenkamer een vernietigend oordeel over de besteding van de gelden uit het Coronaherstelfonds (750 miljard euro, met de handtekening van het vierde kabinet-Rutte): te duur, te traag en te weinig resultaten.
De vraag is of we willen doorgaan met het overhevelen van steeds meer bevoegdheden – inclusief belastingheffing – naar de ongekozen bureaucraten in Brussel met hun kostbare, maar falende beleid. Door in te stemmen met een Savings and Investment Union zouden de Nederlandse burgers ook nog eens beroofd worden van een marktconform rendement op hun spaargeld.
Het terugdringen van ‘Brussel’ lijkt voorlopig niet aan de orde. Maar we kunnen op 29 oktober wél zorgen voor een pas op de plaats.
Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!