NSC is dood, de dader heet Pieter Omtzigt en het CDA zal hem dankbaar zijn

Pieter Omtzigt gaf zijn NSC deze week de genadeklap, en creëerde daarmee de mogelijkheid voor electoraal succes voor de partij die hij enkele jaren geleden boos verliet. Mijn bosje lelies en witte rozen gaat naar Enschede.
Sommige politici blijken ineens over een ongekend zelfdestructieve kracht te beschikken. Ze gooien geen bommetje, maar lanceren een heuse MOB-bom. Lang lijkt het goed te gaan, maar dan ineens slaat de waanzin toe. Van de week hebben we meerdere voorbeelden van dit soort kortsluitingen in oververhitte hersens gezien.
Meest in het oog springend was natuurlijk de suïcidale motie van mevrouw Kati Piri (GroenLinks-PvdA), die de Nederlandse regering vroeg om de leverantie van onderdelen voor de Iron Dome te staken, en Israël daarmee niet langer in staat te stellen zijn burgers te verdedigen tegen de raketten die van alle kanten op het land worden afgevuurd. Lever Israël over aan de genocidale plannen van Iran en zijn proxies, zo valt de motie te vertalen. Hoezeer de PvdA is overgenomen door de radicalen van GroenLinks is sinds deze week overduidelijk, en het is onbegrijpelijk dat niet alle andere partijen (op de verraderlijke meestemmers na natuurlijk) enige vorm van samenwerking met deze radicaallinkse club hebben uitgesloten.
Juridische terreurbeweging
Harm Holman van NSC kan er ook wat van. In een debat met BBB-minister Femke Wiersma van Landbouw sloot hij zich aan de linkse oppositie door van haar te eisen dat zij haar beleid zou aanpassen aan de eisen zoals die zijn geformuleerd door MOB, de organisatie van Johan Vollenbroek, een soort juridische terreurbeweging. Je zou kunnen zeggen dat het masker van NSC daarmee was afgevallen, maar dat was deze week al eerder gebeurd in het onverkwikkelijke gedoe rondom de opvolging van Pieter Omtzigt.
Omtzigt is weg, NSC staat op een zetel (of twee) in de peilingen, en heeft zich op een interne bijeenkomst in Doorn, afgelopen zaterdag, afgevraagd of de partij er niet beter mee kon stoppen. Nicolien van Vroonhoven, jarenlang Omtzigts rechterhand, aarzelde of zij het leiderschap wilde overnemen, en toen meldde Diederik Boomsma zich.
Hij had erover nagedacht: er was al een campagnewebsite en in een filmpje van precies één minuut legde hij uit waar hij met NSC naar toe wilde. Hij koos voor een ‘sociaal-conservatieve’ koers (een begrip waarmee het CDA al ruim twintig jaar flirt, voor het eerst bij monde van oud-senator Alphons Dölle in de zomer van 2003). Boomsma vulde dat nader in door het te hebben over ‘herstel van gezag, waardering voor onze cultuur, minder migratie, een dienstbare overheid en een zorgzame, weerbare samenleving’. Hij ziet deze koers als het alternatief voor een land dat is vastgelopen in de tegenstelling tussen technocraten en populisten, die ertoe leidt dat er geen oplossingen komen voor aangelegen onderwerpen als asiel en migratie, de pensioenen, het woningtekort en de stikstofcrisis.
Toen Boomsma zijn kandidatuur bekend had gemaakt, zei Van Vroonhoven in een interview met Trouw dat Boomsma slechts het ‘uiterst rechtse’ deel van de NSC-achterban vertegenwoordigde. Diezelfde dag nog betuigde ze een beetje spijt over die uitspraak en concludeerde ze terecht en hopelijk voorgoed dat haar actie nog maar eens bewees hoe ongeschikt zij was voor het partijleiderschap. Het bewijst ook nog maar eens dat partijen in de christendemocratische bloedgroep hooguit wat lippendienst aan het conservatisme bewijzen. Je zet er één op je lijst, want ach, er schijnen in die hoek ook nog wat stemmen te zitten, maar zodra het serieus wordt distantieert men zich van de conservatieve stem en vlucht men in de technocratie.
Technocraat pur sang
Dat bleek ook direct, want toen stelde bestuurder en technocraat pur sang Eddy van Hijum zich kandidaat en haastte het NSC-bestuur zich om zich achter zijn kandidatuur op te stellen. Geconfronteerd met deze move kon Boomsma alleen maar concluderen dat hij binnen de partij, binnen bestuur en ministersploeg, onvoldoende steun genoot en ging hij de strijd om het lijsttrekkerschap uit de weg.
Van Hijum was de favoriet van zijn oude vriend Pieter Omtzigt, hij gaat door voor een vakbekwaam bestuurder en geniet om die reden enig respect. Maar dat lijken me nu precies niet de kwaliteiten die een partij als NSC weer ‘smoel’ kunnen geven en waarmee zij zich kan onderscheiden van al die andere partijen, waarvan politicoloog Tom van der Meer (UvA) onlangs zei dat ze allemaal een beetje (heel erg) D66 zijn geworden.
De nieuwe koning heet Henri Bontenbal
Het mislukte experiment van NSC biedt aanleiding tot treurnis. Onder leiding van Boomsma en met de door hem voorgestane koers had de partij zich kunnen profileren als een echt alternatief tussen het populisme en al die D66’tjes. Daarmee had de partij veel onvrede een verantwoorde stem kunnen geven en het onbehagen kunnen kanaliseren, en had zij – mits de koers goed zou zijn uitgevoerd – electoraal succesvol kunnen worden.
NSC is nu dood. Hij ruste zacht. De nieuwe koning – met deze teloorgang van NSC en de aan het licht gekomen radicalisering van GL-PvdA – heet Bontenbal, de meester van het vale midden. Mijn bosje lelies en witte rozen gaat naar Enschede, waar de man die zo lang het voordeel van de twijfel verdiende, zijn eigen partij deze week de genadeklap toediende.
Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!