Onderzoek toont aan dat het ondanks de stikstof uitstekend gaat met de natuur in Nederland

result_cid1600_hei-paars
De Ermelosche Heide. Beeld: wandel.nl.

Voor diegenen die het afgelopen jaar de commissiedebatten over landbouw en natuur in de Tweede Kamer hebben gevolgd, bleek zonneklaar dat minister Wiersma (BBB) ondanks mooie afspraken in het coalitie-akkoord weinig speelruimte van haar coalitiepartners NSC en VVD kreeg. Symptomatisch voor de coalitieverhoudingen is dat de minister geen succesje werd en wordt gegund. Terwijl in Duitsland voor stikstofuitstoot een drempelwaarde geldt van 21 mol per hectare per jaar en in Denemarken van 35 mol, is in Nederland een stikstofuitstoot van 1 mol (waarmee de vergunningverlening weer grotendeels op gang zou kunnen komen) nog steeds een heet hangijzer. In Nederland is men bang zich aan koud water te branden.

Onderzoek op de Veluwe

Daarom is het recent verschenen rapport Veluwe als toetssteen van gepensioneerd Wageningen-onderzoeker Henri Prins van groot belang. Het gangbare beeld in Nederland bestaat dat natuurgebieden als de Veluwe ernstig te lijden hebben onder stikstofdepositie en vermesting en verzuring van kwetsbare natuur, met het verdwijnen van typische soorten en het achteruitgaan van ecosystemen als gevreesd resultaat. Dit beeld is diep verankerd in beleid en publieke discussie en vormt vaak de rechtvaardiging voor generieke bronmaatregelen.

Prins heeft in zijn onderzoek methodisch ruim 1000 bodemmonsters op meer dan 100 locaties in de Veluwe geanalyseerd. Ook heeft hij de aanwezigheid van typische soorten in vier deelgebieden onderzocht: Ermelosche Heide, Speulder- en Sprielderbos, Kootwijkerzand en Hierdense Beek. Voor de beoordeling van de typische soorten heeft hij gebruik gemaakt van verschillende nationale en internationale databronnen, waaronder de Nationale Databank Flora en Fauna, Global Diversity Information Facility, SOVON Vogelonderzoek, Vlinderstichting en de Natuurdoelanalyse van de Ecologische Autoriteit.

Uit zijn gedegen onderzoek blijkt dat er op de Veluwe ondanks de stikstofdepositie geen massale verzuring of vermesting is en dat soortenrijkdom en ecologisch functioneren veelal op orde zijn. Het rapport gaat weliswaar over de Veluwe, maar is ook exemplarisch voor andere Natura2000-gebieden in Nederland.

Zoals al in 2020 was vastgesteld door de commissie Hordijk, blijkt opnieuw uit het rapport van Prins dat het in Nederland toegepaste computer rekenmodel Aerius volstrekt ongeschikt is voor de vergunningverlening. Volgens Prins kan Aerius wel geschikt zijn voor prognoses en beleidsanalyses, maar zeker niet als juridisch instrument.

Rapport helpt kiezers en politici

Waar door autoriteiten en in de gangbare media veelal een (te) negatief beeld van de staat van de natuur wordt geschetst, is het belangrijk dat de kiezer zich ook breder kan informeren. Dit rapport biedt een wetenschappelijke basis om ook in de stikstofkwestie een verantwoorde keuze te maken.

Het is te hopen dat ook politici lering zullen trekken uit het rapport en dat in het vervolg opgeklopte berichten als ‘de natuur staat op omvallen’ tot het verleden zullen behoren.

Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!