Onze nieuwe Israëlkoers komt voort uit een giftige, anti-westerse bron  

WW Spruyt 2 augustus 2025 BEELD-scaled
Het debat over Israël is onderdeel geworden van een kritische theorie die de ‘onderdrukking’ van de lhbti-gemeenschap, van de zwarte bevolking in de VS en van Palestijnen en Arabieren in het Midden-Oosten op één hoop gooit. Beeld: YouTube.

Nederland kiest ervoor om de ‘langdurige vriendschap met Israël in te ruilen voor openlijke vijandschap’. Dat zei de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Gideon Sa’ar van de week tegen de ontboden Nederlandse ambassadeur. Hij heeft gelijk. Nederlandse politici hebben dubieuze redenen om de oude vriendschap op te zeggen. 

Geconfronteerd met twijfelachtige beelden van een ‘catastrofale humanitaire situatie’ in Gaza, zien steeds meer landen zich verontwaardigd genoodzaakt de pro-Israëlkoers te laten varen. Verschillende landen hebben aangekondigd dat zij de in 1988 door Yasser Arafat uitgeroepen ‘staat Palestina’ gaan erkennen, nu een twee-staten-oplossing (altijd een voorwaarde voor die erkenning) steeds meer uit het gezichtsveld verdwijnt. Zelfs Duitsland wordt kritisch: minister Johann Wadephul van Buitenlandse Zaken wil nog niet zover gaan om ‘Palestina’ te erkennen en economische sancties doen bondskanselier Friedrich Merz teveel denken aan de ‘koop-niet-bij-Joden-bordjes’ uit de nazitijd, maar er moet nu wel iets gebeuren, vinden ze in Berlijn. 

Deze wending in het Israëlbeleid van tal van (Europese) landen heeft ervoor gezorgd dat Hamas in besprekingen over een staakt-het-vuren ‘nieuwe en onacceptabele’ eisen is gaan stellen.  

Op eigen houtje 

Ook in Nederland hebben we inmiddels een mening. De demissionaire ministers Caspar Veldkamp (NSC, Buitenlandse Zaken) en Ruben Brekelmans (VVD, Defensie) spraken afgelopen maandag in het Catshuis met premier Dick Schoof en zetten daar gedrieën een nieuwe Israëlkoers uit. Zij besloten onder meer dat Nederland eventuele plannen om het handelsdeel in het Associatieverdrag tussen de EU en Israël op te schorten, zal gaan steunen. Op eigen houtje dreigden zij de Israëlische ambassadeur te ontbieden en de Israëlische ministers Bezalel Smotrich en Itamar Ben-Gvir tot personae non gratae te verklaren. Deze sancties deden de Israëlische minister Sa’ar concluderen dat Nederland een oude vriendschap omzet in ‘openlijke vijandschap’. En meer in het algemeen zei hij te begrijpen dat veel Europese landen ‘een grote moslimbevolking’ hebben en dat dat feit van invloed is op de beleidskeuzes die dezer dagen worden gemaakt, maar ‘dat kan en zal er niet toe leiden dat Israël zelfmoord pleegt’. 

Volgende week komt de Tweede Kamer terug van het zomerreces om hierover te debatteren. De oppositie vindt de aangekondigde maatregelen van het kabinet natuurlijk te slap. ‘Concreet gaat het dus om een inreisverbod voor twee ministers die toch niet van plan waren naar Nederland te komen, en een kopje koffie met de ambassadeur’, concludeerde Kati Piri van GroenLinks-PvdA, namens de voltallige linkse oppositie. En de maatregelen komen te laat. Als Nederland ook nog een opschorting van het handelsdeel van het Associatieakkoord wil gaan bepleiten, dan kan dat pas op 29 augustus, want ook Brussel is met vakantie. 

Opmerkelijk genoeg roepen ook christelijke partijen als de ChristenUnie en het CDA de regering op om méér te doen. ‘Het is te langzaam en te weinig’, aldus de ChristenUnie. CDA-leider Henri Bontenbal bepleitte dwang op Israël, die Nederland samen met enkele ‘gelijkgestemde landen’ moet gaan uitoefenen. 

BBB, NSC, PVV en SGP steunden het verzoek om een spoeddebat niet. Maar concreet zijn het alleen nog de PVV en de SGP die Israël onvoorwaardelijk blijven steunen. Een ‘steunbetuiging aan de beesten van Hamas’, zo noemde Geert Wilders de kabinetsmaatregelen. En SGP-Kamerlid Diederik van Dijk stelde dat Israël in de huidige situatie geen kritiek maar juist steun verdient. 

Daarin hebben zij gelijk. De kritiek op Israël getuigt in de eerste plaats van een enorme selectieve verontwaardiging. Tegen Israël wordt vol verontwaardiging de morele kaart getrokken, terwijl dat in andere en vergelijkbare situaties niet gebeurt. We hebben Veldkamp nooit gehoord over sancties tegen China vanwege de heropvoedingskampen voor de Oeigoeren, tegen de junta in Myanmar, tegen de M23-rebellen in Congo of tegen Turkije vanwege de militaire acties tegen Koerden in Syrië en Irak. Maar tegenover Israël wil Nederland het gidsland uithangen en als eerste Europees land een inreisverbod voor Israëlische ministers afkondigen. 

Scherpe wending 

Deze keuzes markeren een scherpe wending in de houding tegenover Israël. In het recente verleden had iedere politieke stroming een doorslaggevend argument om het land Israël te steunen. Dat had natuurlijk in de eerste plaats te maken met de verse herinnering aan de Holocaust: Joden hadden het recht op een land waarin ze veilig konden wonen. Het garanderen daarvan was, zei oud-kanselier Angela Merkel ooit, een van de staatsraisons van Duitsland. Maar specifieker: liberalen bewonderden de creativiteit, daadkracht en ondernemingszin van Israël, sociaaldemocraten waren gecharmeerd van het systeem van de kibbutzim, en christenen zagen het Joodse volk als hun oudste broeder. ‘De verdediging van Israël is een plicht van het Westen’, zei Joop den Uyl in 1967. Op zijn bureau stond naast het portret van zijn vrouw een foto van de Israëlische premier Golda Meïr. Bij oorlogen van Israël met omringende Arabische landen doneerden Nederlanders bloed aan Israëlische soldaten. ‘Ik heb de Joden één keer zien wegdrijven, toen kon ik het niet voorkomen. Ik dacht: dat zal mij geen tweede keer gebeuren’, zei minister Henk Vredeling van Defensie (PvdA) om in 1973 (Jom Kippoer-oorlog) de geheime leverantie van wapens aan Israël te rechtvaardigen. 

Die status is Israël in betrekkelijk korte tijd kwijt geraakt. De herinnering aan de Holocaust vervaagde. In de loop van de jaren zeventig kwam er in Nederland steeds meer aandacht en begrip voor de Palestijnse kant van het verhaal. Het Israëlische bewind werd meer en meer als een apartheidsregime gehekeld, een koloniale, genocidale staat en symbool van ‘witte suprematie’. Dit denken vond aanvankelijk alleen bijval bij splintergroepjes als DENK en Bij1, maar dreigt nu mainstream te worden – getuige bijvoorbeeld de recente motie van GroenLinks-PvdA die het Israël onmogelijk moest maken de eigen bevolking te verdedigen. 

Het debat over Israël is onderdeel geworden van een kritische theorie die de ‘onderdrukking’ van de lhbti-gemeenschap, van de zwarte bevolking in de VS en van Palestijnen en Arabieren in het Midden-Oosten op één hoop gooit. Het is een theorie waarin links en de islam elkaar vinden. Het conflict in Gaza gaat in Europese landen in toenemende mate gepaard met geweld op straat, antisemitisme, demonstraties en aanslagen. ‘Het is de val die het islamisme openzet voor westerse democratieën: het wil de maatschappij verdelen’, zei de Franse wetenschapper Hugo Micheron kort na 7 oktober 2023 in de Financial Times

Fatsoenlijke democratie 

Uit deze giftige, anti-westerse bron komt ook het recente besluit tot maatregelen tegen Israël voort – terwijl Israël op de keper beschouwd nog altijd een kleine strook land is, een fatsoenlijke democratie, omringd door een baaierd aan Arabische landen die Israël vijandig gezind zijn. PVV en SGP hebben dus gelijk: in deze situatie verdient Israël geen kritiek en sancties maar alle onvoorwaardelijke steun. Dat is, zoals Den Uyl al begreep, een plicht van het Westen tegen alle anti-westerse krachten in. 

Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!