Politieke partijen zwelgen in de schijnwerkelijkheid van het Centraal Planbureau

In een van de talloze praatprogramma’s op tv zweepte Frans Timmermans zich onlangs op tot woedende verontwaardiging over het verkiezingsprogramma van de VVD, omdat dit ruim 150.000 mensen in de armoede zou storten. Daarentegen gaan de plannen van zijn partij, GL-PvdA, juist 170.000 mensen uit de armoede halen. In 2030, wel te verstaan.
Dit alles volgens de doorrekening van het Centraal Planbureau (CPB), een rapport van meer dan driehonderd pagina’s onder de titel Keuzes in Kaart. Ik heb geprobeerd die kaart te lezen, maar het is een doolhof waar voor een normaal mens geen doorkomen aan is. Tien politieke partijen hebben hun programma’s door laten rekenen (SP, FvD en PVV bedankten voor de eer) en die stellen naar mijn ruwe schatting circa 1500 belasting- , subsidie- en normeringsmaatregelen voor.
Netto effect is een miezerige 200 miljoen euro
Vindt u ook dat ‘versterken informatiepositie zorgverzekeraars’ hoognodig is? Dan moet u bij D66 zijn. Levert de burger volgens het CPB 200 miljoen euro op. Maar wat dacht u van ‘verhogen belastingvermindering energiebelasting’? GL-PvdA bepleit dus iets meer minder energiebelasting dan nu, wat in 2030 toch een mooi douceurtje voor de hardwerkende Nederlander oplevert van 300 miljoen euro. Althans, relatief ten opzichte van de vele miljarden aan energiebelasting die we nu en in 2030 nog steeds betalen.
In die pakketten maatregelen nemen alle partijen met de ene hand van de burger af wat ze met de andere hand geven. Zo sleutelt D66 voor bijna 33 miljard euro aan de sociale zekerheid, maar lastenverzwaring en lastenverlichting houden elkaar bijna perfect in evenwicht, zodat het netto effect een miezerige 200 miljoen euro is.
De financieel specialisten van de politieke partijen lijken zich allemaal te verbeelden dat ze voor een enorm dashboard of mengpaneel zitten, ongeveer als de geluidsman bij een popconcert, en gaan dan aan al die schuifknoppen zitten klooien tot het geluid van de band naar hun zin is. En die band, dat is in de doorrekening van het CPB het ‘basispad’, de officiële veronderstelling over hoe het met Nederland zal gaan tot 2030 en verder, mits al die politieke partijen vanaf nu met hun tengels van de knoppen afblijven. Ook dat basispad is door het CPB uitgerekend, op basis van de eigen concept-Macro Economische Verkenning 2026.
Sowieso worden hier dus twee lagen veronderstellingen op elkaar gestapeld: over hoe het de komende jaren met de economie, koopkracht en overheidsfinanciën zal gaan op basis van bestaand beleid, en over hoe alle voorgestelde maatregelen die ontwikkeling zullen beïnvloeden. Het staat buiten kijf dat die eerste laag al behoorlijk zompig is, want zulke macro-economische verkenningen komen eigenlijk nooit uit, althans niet jaren vooruit in een bruikbare mate van nauwkeurigheid. En dat staat nog los van grote externe schokken als de covid-pandemie of de oorlog in Oekraïne, die uiteraard onvoorspelbaar zijn.
Een vaag, bewegend doel
Om de metafoor van het popconcert nog even vast te houden: in die band levert het buitenland de lead singer, de eerste viool en de drummer, en is voor Nederland zelf de rol van achtergrondkoortje weggelegd. En als plotseling de band op het podium vervangen wordt door een andere, kan de geluidsman schuiven aan die knoppen tot hij een ons weegt, maar de oorspronkelijke sound krijgt hij nooit meer terug.
Volgens het basispad leven in 2030 450.000 mensen in ‘armoede’. De definitie van armoede is relatief: de armoedegrens groeit mee met de groei van het minimumloon en de inflatie. Of hij krimpt mee met een teruggang in onze welvaart, wat volgens het basispad ondenkbaar is, maar wat gezien de al in gang gezette de-industrialisatie en vergrijzing niet eens zo onwaarschijnlijk is. Ten opzichte van dat vage, bewegende doel wordt dan het geschuif aan de knoppen van GL-PvdA en VVD doorgerekend.
Een theaterstuk met het CPB als regisseur
GL-PvdA slaat de VVD met die doorrekening op dit punt om de oren alsof een welbepaalde groep van 150.000 mensen – alle eenoudergezinnen in de bijstand, of zoiets – nu al gedoemd is om in 2030 aan de bedelstaf te geraken als de VVD straks in de regering komt. Terwijl het voor een statistisch diffuse groep mensen zal gaan om hoogstens een paar procent in inkomen achterop raken bij de algemene welvaartsontwikkeling. Het is in principe dus mogelijk, dat die 150.000 mensen in 2030 onder de VVD in absolute zin ietsje welvarender zijn dan nu, terwijl die 170.000 mensen extra uit de ‘armoede’ onder GL-PvdA juist slechter af zijn dan nu, afhankelijk van de algemene economische ontwikkeling. Maar als de band op het internationale podium in 2026 een heel ander deuntje gaat zingen, kunnen in 2030 net zo makkelijk een miljoen Nederlanders in ‘armoede’ leven, ongeacht of VVD of GL-PvdA aan de knoppen zit.
Het is maar één voorbeeld hoe alle tien die politieke partijen meedoen aan dit theaterstuk met het CPB als regisseur. Elke partij kan in de uitvoerige lijsten met rapportcijfers wel iets vinden waarin ze beter scoren dan alle andere. Iedereen de beste, afgestempeld door het Centraal Planbureau, wat wil je nog meer als partijpoliticus.
Alleen beperkte aanpassingen
Het CPB zelf is niet eens de ergste: dat geeft tenminste nog duidelijk de beperkingen aan van zulke verkenningen, die volgens hen ook geen ramingen of voorspellingen mogen heten. Een niet onbelangrijke kanttekening bij al die fraaie plannen is bijvoorbeeld: ‘De standaardaanname in de analyse is dat maatregelen kunnen worden ingevoerd in de komende kabinetsperiode. Gegeven de urgente uitvoeringsproblematiek op veel terreinen is dat geen realistische aanname.’ Of deze: ‘De meeste modellen zijn gekalibreerd op data uit het verleden en vooral geschikt voor beperkte aanpassingen van het huidige beleid. In het algemeen geldt dat hoe meer een maatregel of pakket hiervan afwijkt, hoe groter de onzekerheid wordt.’
De modellen kunnen dus alleen bijstellingen van het basispad op de vierkante centimeter aan. Een procentje inkomstenbelasting in de tweede schijf erbij of eraf; het eigen risico in de zorg een paar tientjes per jaar omhoog of omlaag, dat werk.
Dat komt neer op straf voor werkelijke vernieuwing. Radicale maatregelen zijn niet door te rekenen, scoren niet bij het CPB, en leveren dus ook geen munitie op in de verkiezingsdebatten. En partijen die hun programma’s hebben laten doorrekenen, vormen een cordon sanitaire tegen de partijen die dat niet doen: die zouden immers niet serieus te nemen zijn.
Ondertussen negeren de rekenexercities van het CPB meerdere olifanten in de kamer. Zo is het effect van de congestie op het elektriciteitsnet niet meegenomen. Duizenden bedrijven kunnen zeker tot 2030 niet worden aangesloten op het net, maar het economisch effect daarvan zit niet in de modellen. Nu al vertrekt het ene na het andere bedrijf wegens de torenhoge energieprijzen naar het buitenland. Wat doet dat met het vertrouwen van ondernemers en hun bereidheid om te investeren, en hoe verschilt dat per partij die in Nederland in de regering zit? Zit niet in de modellen.
Schade aan landbouw en economie
Hoeveel schade het modellenfetisjisme aanricht zien we ook al jaren op het onderwerp ‘stikstof’. Het RIVM rekent met het computermodel Aerius door waar uitgestoten stikstof neerslaat in de meer dan honderd Natura2000-gebieden in Nederland. Zo wordt vanachter een bureau bepaald of het goed of slecht gaat met de natuur aldaar. En iedereen die nog iets wil ondernemen in de wijde omtrek van zo’n Natura2000-gebied, moet dat weer laten doorrekenen door Aerius, tot op de geheel fictieve gram stikstofdepositie nauwkeurig. De schade die dat al aan de landbouw en de economie heeft aangericht zit – u raadt het al – ook niet in de CPB-modellen.
Zo blijft de politieke en bestuurlijke kaste zich verbeelden dat ze aan de knoppen zitten, terwijl het land naar de knoppen gaat.
Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!