Progressief wetsvoorstel wil bedrijven laten betalen voor een betere wereld

twaty
Bestuursvoorzitter Peter Berdowski van Boskalis vertolkte de zorgen in de directiekamers. Bron: gcaptain.com

Honderden, nee duizenden Nederlandse topmanagers kunnen straks op cursus. Geen leergang leiderschap of digitalisering. Nee, ze moeten leren hoe zij een bekwame klokkenluider worden die misstanden in het buitenland rapporteert. Vervolgens doet een nieuwe manager zijn intrede: de hoofdonderzoeker. De chief detective officer. In de wandelgangen van het hoofdkantoor al snel bekend als inspecteur Clouseau.

Een grap? Het kan zomaar realiteit worden als een initiatief wetsontwerp met de afkorting  Wvdio van zes Tweede Kamerleden een meerderheid krijgt. De afkorting staat voor Wet verantwoord en duurzaam internationaal ondernemen. Het is een initiatief van zes Kamerfracties: ChristenUnie, PvdA, SP, GroenLinks, Volt en D66.

Berdowski en Thijssen

Het wetsvoorstel eist, kort gezegd, dat internationaal werkende Nederlandse bedrijven elk jaar rapporteren over misstanden bij hun toeleveranciers en de leveranciers van hun leveranciers. Op die manier wordt de hele productie- en leveringsketen onder de loep genomen. De Nederlandse onderneming moet ook zijn best doen de misstanden weg te nemen. Wie niet aan zijn rapportageplicht voldoet, loopt het risico van strafrechtelijke vervolging, met gevangenisstraf als uiterste sanctie.

Bestuursvoorzitter Peter Berdowski van het internationale sleep- en baggerbedrijf Boskalis, een symbool van Hollands Glorie, vertolkte drie weken in Het Financieele Dagblad de angst in de directiekamers. Hij dreigde, overigens niet voor het eerst, het Boskalis-hoofdkantoor in Papendrecht te ontruimen en naar het buitenland te verplaatsen. Vorige week verwoordde hij zijn ongenoegen nogmaals, toen de Tweede Kamer een hoorzitting hield over het wetsontwerp. Daar nam hij wat gas terug, het woord gevangenisstraf viel niet, maar hij houdt, evenals voorzitter Ingrid Thijssen van werkgeversvereniging VNO-NCW, zwaarwegende bezwaren. Dat is alleszins begrijpelijk, gezien de tekst van de toelichting van de indieners van het wetsvoorstel en de verwachtingen die daarin worden gewekt.

Prijskaartje: 773 miljoen euro

De toelichting op het wetsontwerp maakt duidelijk hoe ingrijpend dit voorstel is. Om te beginnen zullen álle Nederlandse bedrijven, groot én klein, zich natuurlijk aan de wet moeten houden. De specifieke rapportageverplichtingen gelden alleen voor grote ondernemingen. Dat zijn er, op basis van drie criteria, naar schatting 2.000, of misschien wel 3.275. Gevolg: aanzienlijke extra regeldruk voor ondernemingen plus een jaarlijkse kostenpost van zeker 773 miljoen euro plus 77 miljoen euro ‘opstartkosten’.

Staat deze permanente kostenverhoging in verhouding tot de opbrengsten van wetgeving? De indieners vinden van wel. Zij zien de wet als effectief instrument voor een eerlijker wereld: pro mensen- en werknemersrechten, tegen milieuvervuiling. Concrete doelen ontbreken echter.

Nederland-gidsland-actie

De belangrijkste aanleiding voor het wetsontwerp is een onderzoek waaruit blijkt dat ‘maar’ een derde van de grote Nederlandse ondernemingen internationale richtlijnen voor verantwoord buitenlands ondernemen onderschrijft. Gezien de kosten van dit wetsontwerp zou je zeggen: als het daarom gaat, kun je, voor 77 miljoen euro ‘opstartkosten’, ook onderzoek doen waaróm bedrijven huiverig en nalatig zijn. En dan geen enquête per e-mail, maar zelf langs gaan en de bovenbaas bevragen.

Of gaat het niet om de huiverige bedrijven te overtuigen, maar is dit wetsontwerp een poging om Nederland een rol te geven als gidsland voor een betere wereld? De indieners schermen met andere landen (Duitsland, België) met vergelijkbare wetgeving. Maar de criteria in deze landen voor ondernemingen blijken aanzienlijk lichter, blijkt uit de toelichting. Daardoor zullen regel- en kostendruk navenant lager uitvallen. Maar nog duidelijker dat hier een Nederland-gidsland-actie wordt gevoerd is het feit dat er ook Europese regelgeving ophanden is. Maar daar willen de zes partijen niet op wachten. Dat is een verbazingwekkende houding van doorgaans pro-Europese partijen als Volt, D66, GroenLinks en PvdA.

Wie betaalt de betere wereld?

Afgezien van de niet te onderschatten praktische en financiële consequenties zit er ook een principiële kant aan het wetsontwerp. De overheid eist dat het bedrijfsleven op eigen kosten controle- en oplossingstaken op zich neemt die moeten leiden tot een betere wereld. Je zou zeggen: dat laatste is bij uitstek het domein van de overheid.

Ministers van Buitenlandse Zaken, van Buitenlandse Handel en van Sociale Zaken hebben daar bemoeienis mee. Als het zo belangrijk is, waarom zeggen de indieners niet: het bedrijfsleven doet het, maar de overheid compenseert de uitgaven op basis van gemaakte kosten. Anders gezegd: de indieners moeten voor dekking zorgen in de rijksbegroting.

Het debat is door de uitlatingen van Berdowski en later ook van Thijssen verengd tot mogelijke gevangenisstraf voor nalatige topmanagers. Door de hoge tonen is het wetsontwerp ook een testcase geworden voor de invloed van de werkgeverslobby in Den Haag.

Er is voor topmanagers en grote ondernemingen een veel concretere dreiging dan gevangenisstraf. Dat is de rapportage zelf. Duizenden grote ondernemingen moeten tijdig correcte informatie verschaffen over misstanden bij leveranciers en bij bedrijven nog dieper in hun productieketen.

Elke non-governmental organization (ngo) en belangengroep zal daar zijn voordeel mee doen. Ze hoeven alleen maar de werkwijze te kopiëren van het onafhankelijk Kamerlid Pieter Omtzigt. Hij vraagt bij zijn onderzoeken naar misstanden bij overheidsregels en -uitvoering altijd om een tijdlijn en een feitenrelaas. Ogenschijnlijk onschuldige vragen. Maar de antwoorden zijn een machtig wapen. In één klap zie je: wie wist wat wanneer en wie heeft (wanneer en hoe) ingegrepen of niet?

Zo kan de rapportage in het wetsvoorstel maatschappelijk internationaal ondernemen een machtig wapen worden voor pressiegroepen. Meer acties tegen bedrijven, meer druk, mogelijk meer rechtszaken. Het schrijnende is: bedrijven leveren de informatie dan zelf aan. Ze zijn de ‘verdachte’ die zelf het bewijsmateriaal aandraagt voor zijn veroordeling en het nog zelf betaalt ook.

Menno Tamminga is een van de tientallen prominente auteurs van Wynia’s Week. Hij was tientallen jaren redacteur en columnist economie, eerst van het Financieele Dagblad, vervolgens van NRC Handelsblad.

De lezers maken Wynia’s Week mogelijk, ook in 2023. Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!