Ralf Schuler: Alleen door vrolijk uit de pas te lopen kunnen we ontsnappen aan de linksgroene angstcultuur

Wat weten wij eigenlijk van onze Duitse buren? Nauwelijks iets, lijkt het. In ons land gaat de blik steevast richting Amerika: Trump, woke, de presidentsverkiezingen. Duitsland – ons machtigste buurland, economisch en cultureel nauw verweven met ons bestaan – komt er bekaaid af. Terwijl de problemen waarmee Duitsland worstelt opvallend veel gelijkenis vertonen met de onze: migratie, identiteitspolitiek, een ideologisch gekleurde mediawereld, een verschuivende verhouding tussen staat en burger.
Wie Duitse schrijvers en journalisten leest, weet dat in ons buurland al jaren een strijd woedt over de vrijheid van meningsuiting, de rol van de journalistiek en de overal voelbare druk van een heersende moraal. In Wynia’s Week zijn Alexander Wendt, Hamed Abdel-Samad, Fritz Söllner en Henryk M. Broder aan het woord geweest. Ook is het boek van Robert Habeck, de groene politicus en voormalige minister, hier besproken. En nu is het de beurt aan Ralf Schuler. Zijn boek Generation Gleichschritt. Wie das Mitlaufen zum Volkssport wurde (2023) legt een pijnlijke vinger op de zere plek: de conformiteitsdwang in de Duitse samenleving.
Het verraad van Springer
Hoe komt iemand ertoe een boek te schrijven? Vaak uit betrokkenheid bij een thema. Soms uit persoonlijke frustratie. In het geval van Ralf Schuler, jarenlang parlementair correspondent van Bild, was het vooral dat laatste. Elf jaar werkte hij bij Duitslands grootste krant, met een oplage boven het miljoen. Bild mag dan een boulevardblad zijn, het was vaak ook de enige krant die taboes durfde te doorbreken. Zo berichtte het als enige medium over de juridische procedure tegen Frans Timmermans in verband met het NGO-schandaal.
Toch is de koers van uitgever Axel Springer de laatste jaren veranderd. Diversiteitsbeleid, regenboogvlaggen en kritiekloze steun aan de LGBTQ-agenda werden heilig verklaard. Het breekpunt voor Schuler was de omgang met een brief van wetenschappers die kritiek uitten op de bewering dat er meer dan twee geslachten bestaan. De transbeweging, gesteund door staatssecretaris Sven Lehmann van de Groenen, protesteerde fel. En Springer boog mee. Voor Schuler, die het concern altijd had gezien als een baken tegen linkse dogma’s, voelde dit als verraad.
Hij schreef een intern manifest, kreeg massale steun van collega’s – via sms, e-mail, fluisterend op de gang – maar openlijk sprak niemand zich uit. Economische en strategische belangen gingen voor. Voor Schuler betekende dit het einde van de onafhankelijke journalistiek. Zijn vertrek leverde hem publieke lof op, maar tegelijk ook het besef dat de angst regeert.
Schuler’s scherpste observaties komen voort uit zijn DDR-jeugd. Hij weet hoe meelopen werkt. Destijds marcheerde iedereen braaf mee tijdens socialistische parades. Vandaag gaat het subtieler, maar de essentie is dezelfde: jezelf verliezen in een ‘hoger idee’, de illusie dat je aan de juiste kant van de geschiedenis staat.
Uit enquêtes blijkt dat uitspraken als ‘Duitsland moet geen vluchtelingen meer opnemen’ nauwelijks hardop gedaan durven worden. Niet omdat er een Stasi is, maar omdat er een sociale stigmatisering op volgt. Kritiek op immigratie of genderideologie betekent het risico gelabeld te worden als ‘rechts’, ‘racistisch’ of erger. Boekhandels weigeren Schulers werk in te kopen omdat het ‘rechts’ zou zijn. De overheid biedt online meldpunten aan voor ‘discriminatie’ en ‘queerfobie’. Het resultaat is een sluipende angstcultuur.
Doet dit niet sterk denken aan Nederland? Ook hier is er geen formeel verbod, maar wie buiten de lijntjes kleurt, riskeert reputatieschade of professionele uitsluiting. Denk aan het lot van wetenschappers die vraagtekens zetten bij klimaatbeleid of migratiecijfers of aan columnisten die ineens verdwijnen omdat hun toon niet meer ‘past’.
Het pathologiseren van de kritische burger
Schuler geeft voorbeelden van wat hij de ‘harmonisering van meningen’ noemt. Neem het onderzoek van het Deutsches Zentrum für Integrations- und Migrationsforschung (DeZim). In opdracht van de Bondsdag stelde dit instituut een monitor op over racisme en discriminatie. Uitkomst: de helft van de bevolking vertoont ‘reflexen van afweer’ tegen immigratie. Tegelijk zegt 90 procent racisme af te wijzen. De boodschap is duidelijk: wie migratie kritisch benadert, krijgt het stempel verdacht.
De parallellen met Nederland zijn opvallend. Ook hier krijgen NGO’s en gesubsidieerde instellingen miljoenen om ‘haat’, ‘discriminatie’ en ‘extreemrechts’ te bestrijden. Maar in de praktijk betekent dit: de kritische burger pathologiseren. Niet toevallig slokt een programma als Demokratie leben! inmiddels honderden miljoenen per jaar op. Het is de Duitse variant van ons eigen woud aan antidiscriminatiebureaus en subsidieclubs die zich in stand houden door steeds nieuwe vormen van slachtofferschap te benoemen.
Dat afwijkende meningen moeilijk doordringen in de media is geen toeval. Een enquête onder 150 medewerkers van de publieke omroep in Duitsland liet zien dat 60 procent op de Groenen stemt en 25 procent op Die Linke of SPD. Bijna niemand stemt rechts of conservatief. Communicatiewetenschapper Christian Hoffmann bevestigt dit beeld: 70 tot 80 procent van de journalisten is links georiënteerd.
Diversiteit prediken, maar zelf in een ideologische bubbel opereren: ook dat herkennen we in Nederland. Hoeveel redacties van de NPO zouden een conservatief als gelijkwaardige collega verwelkomen? Het antwoord laat zich raden. Een rechtse journalist wordt hooguit gedoogd als exotisch uithangbord.
Guerrillamethodes tegen andersdenkenden
Wie zich toch uitspreekt, wordt aangepakt. Henryk M. Broder, bekend van de Achse des Guten (‘As van het Goede’, zie Achgut.com), verloor sponsors nadat activisten bedrijven als Coca-Cola bestookten met klachten dat hij klimaatverandering niet serieus nam. Weg waren tienduizenden euro’s aan inkomsten. Niet omdat hij ongelijk had, maar omdat een fanatieke minderheid een humorloze kruistocht voert.
Jan Karon, een andere Duitse journalist, noemde Somalië na een zoveelste steekpartij een ‘shithole country’. Binnen seconden werd hij op sociale media afgefakkeld. De schrijfster Jasmina Kuhnke stuurde de publieke omroep ARD een klacht met verwijzing naar paragraaf 130 van het wetboek van strafrecht: ophitsing. Het resultaat? Karon werd op het matje geroepen. De boodschap is helder: wie buiten het toegestane narratief treedt, wordt publiekelijk geslachtofferd.
Ook dit lijkt verdacht veel op Nederland. Denk aan hoe columnisten of opiniemakers hier worden aangepakt door online campagnes, vaak gesteund door ‘factcheckers’ die zelf onderdeel zijn van het probleem.
Het belang van individualiteit
Schuler ziet twee mogelijke uitwegen. Ten eerste institutionele bescherming van vrijheid, zoals bij Die Welt, waar Anna Schneider is aangesteld als ‘Chefreporterin Freiheit’. Haar taak is het bewaken van de vrijheid van meningsuiting binnen de krant. Op het eerste gezicht klinkt dat absurd – vrijheid als redactionele functie – maar juist in deze tijd is het een briljante zet.
Belangrijker nog is Schulers tweede punt: het belang van individualiteit. Hij verwijst naar Markus Günther, die onderzocht hoe het meelopen in Nazi-Duitsland functioneerde. Opleiding en intelligentie bleken geen garantie tegen ideologisch meelopen: Nobelprijswinnaars lieten zich voor het karretje spannen, kerken hielden dankdiensten voor Hitler. Steeds beriep men zich op het geweten – maar een geweten dat versmolten was met de groep.
De oplossing ligt volgens Schuler in een ‘heilzame individualiteit’, in de geest van Søren Kierkegaard: vrolijk uit de pas lopen, ook als de massa in gelid marcheert. Niet je laten meesleuren door collectieve illusies, maar je eigenstandigheid bewaren.
Wie Schulers analyse leest, kan niet anders dan de spiegel naar Nederland draaien. Alles wat hij beschrijft, speelt ook hier. De dominantie van linksgroene frames in de media, de subsidies voor NGO’s, het verdacht maken van andersdenkenden, de morele druk om ‘aan de goede kant van de geschiedenis’ te staan.
Toch is er een verschil. Schuler’s boek verscheen vlak voor de aanval van Hamas op Israël in oktober 2023. De gevolgen daarvan voor de westerse maatschappij – de pro-Hamas-demonstraties, de lafheid van universiteiten, de verlamming van politiek en pers – komen bij hem niet meer aan bod. In Nederland heeft die oorlog het publieke debat volledig ontwricht. Hamas heeft de informatieoorlog in het Westen vrijwel gewonnen: een combinatie van angst, bureaucratie en meelopen.
Daarmee lijkt Nederland zelfs verder te zijn afgegleden dan Duitsland. Waar Schuler nog spreekt van bezorgdheid en sluipende conformiteit, zien wij hier een vrije pers die is verworden tot activistische voorlichterij en een debatcultuur waarin afwijkende stemmen systematisch worden gemarginaliseerd.
Wij hebben ons in stilte al geschikt
Ralf Schuler legt in Generation Gleichschritt bloot hoe Duitsland van DDR-parades is geëvolueerd naar regenboogparades – andere vlag, zelfde dwang. Het meelopen is opnieuw volkssport geworden, ditmaal niet onder de vlag van socialisme of nationaalsocialisme, maar onder die van diversiteit en inclusie.
Voor ons Nederlanders is het boek een waarschuwing én een spiegel. Want alles wat Schuler beschrijft, herkennen we hier. Alleen zijn wij mogelijk al een stap verder. Waar Duitsers nog fluisteren dat ze bang zijn, hebben wij ons in stilte al geschikt. Het gevaar van meelopen is dat het niet abrupt zichtbaar wordt, maar sluipend. Tot het te laat is.
Wie de vrijheid wil redden, zal moeten leren wat Schuler van Kierkegaard leerde: vrolijk uit de pas lopen. En dat is misschien wel de meest radicale daad die vandaag nog mogelijk is.
Ralf Schuler, Generation Gleichschritt. Wie das Mitlaufen zum Volkssport wurde, Fontis Verlag, 2023, 240 pp.
Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!