Riskant: burgemeesters die ‘ophitsende content’ gaan verwijderen.

Queeny
VVD-Tweede Kamerlid Queeny Rajkowski.

Op 14 september 2022 sprak Queeny Rajkowski, Tweede Kamerlid voor de VVD, in de Vaste Commissie voor Digitale Zaken van de Tweede Kamer over haar wens tot ‘een verbod op het herhaaldelijk plaatsen en/of delen van berichten in de digitale wereld, waarin wordt opgeroepen tot rellen’.

Later werd het door het VVD-Kamerlid benoemde gevaar uitgebreid tot ‘ophitserij’. Criminoloog Bart Collard betoogt dat haar oproep weliswaar begrijpelijk is, maar de nodige risico’s voor de democratische rechtsstaat met zich meebrengt.

Offline regels gelden ook online

Rajkowski sprak in het debat de volgende wens uit: ‘De VVD wil dat regels die in de openbare ruimte gelden ook in de digitale wereld gaan gelden.’ Nu is dat trouwens al het geval, en daar wees de aanwezige minister van Justitie Dilan Yesilgöz-Zegerius haar ook op.

Later in een tweet stelt Rajkowski wederom:

‘De wet zit op dit moment zodanig in elkaar dat burgemeesters wel kunnen ingrijpen als iemand op straat oproept tot rellen, maar of het online kan is maar de vraag.’ Stel dat iemand een flyer in de Albert Heijn, of op een andere publieke locatie, ophangt: ‘Kom vanmiddag om 14.00 uur allemaal naar het Malieveld. Neem je honkbalknuppel mee. We gaan lekker rellen!’

Dan wordt zo’n folder verwijderd. Waarschijnlijk doelt Rajkowski erop dat het lastig kan zijn om een social-mediaplatform te bewegen om een dergelijk online-bericht snel te verwijderen. De juridische grond zou echter dezelfde moeten zijn.

Handhaven van de openbare orde

Terecht benoemt Rajkowski dat als er online wordt opgeroepen tot rellen, dat dit gevolgen kan hebben voor de fysieke wereld. Ze heeft een punt wanneer ze wijst op het grote bereik dat mensen online kunnen hebben in vergelijking met de offlinewereld. Ze stelt ‘dat je online veel zichtbaarder bent en meer invloed hebt om iets teweeg te brengen’. Rajkowski wijst er op dat burgemeesters de verantwoordelijkheid hebben om de openbare orde te handhaven.

In het debat wijst ze erop dat sommige burgemeesters lef hebben getoond door te proberen om online oproepen tot rellen aan te pakken door middel van ‘last onder dwangsom’. Met dat middel kan de burgemeester iemand verplichten zijn bericht offline te halen. Doet de persoon dat niet dan riskeert hij de dwangsom te moeten betalen. Binnenkort zal een rechter in Utrecht een uitspraak doen in een zaak waarin zo’n last onder dwangsom is toegepast.

Drie mogelijkheden

Als de minister de vraag van Rajkowski samenvat voor ze tot de beantwoording ervan over gaat, parafraseert ze ‘oproepen tot rellen’ als volgt: ‘Ze had helemaal gelijk. Ze zegt: burgemeesters die zoeken toch wat meer duidelijkheid van ‘hoe kunnen we handelen als je ziet dat er aan de voorkant ingegrepen zou kunnen worden als er online wordt … – nou ja, laat ik even met mijn woorden weinig diplomatiek zeggen – … opgehitst, om vervolgens ook echt te gaan rellen en ellende te gaan veroorzaken?’ De minister rekt ‘rellen’ dus op naar ‘ophitsen’.

Minister Yesilgöz-Zegerius zegt dat er al twee mogelijkheden zijn om online content te laten verwijderen. Dat is mogelijk via (1) de officier van justitie en de rechter-commissaris en (2) de civiele rechter. De minister wijst op een naderende derde mogelijkheid via het bestuursrecht, aan de hand van een wetsvoorstel voor (3) een Autoriteit Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal. De minister reageert op Rajkowski dat ze ‘graag zou willen zeggen: ‘gaan we regelen, dat is zo gefixt’. Maar dat is ingewikkelder. De urgentie deel ik volledig, dus mijn idee is om dit verder te onderzoeken.’ De minister belooft er dit najaar op terug te komen.

Risico van oprekking van verboden content

De volgende dag publiceert Rajkowski een filmpje over haar idee: ‘We zien steeds vaker dat rellen op straat veroorzaakt worden door ophitserij online. Een daarom wil de VVD een digitaal gebiedsverbod.’ Daardoor moeten ‘burgemeesters online kunnen ingrijpen en [het] oproepen de kop in kunnen drukken, zodat dit soort ophitserij er niet voor zorgt dat er onrust en rellen ontstaan op straat’.

In de begeleidende tekst stelt Rajkowski: ‘Daarom wil de VVD dat burgemeesters mensen kunnen dwingen om opruiende berichten te verwijderen door hen een ‘online gebiedsverbod’ opleggen.’ Rajkowski heeft hier de term ‘oproepen tot rellen’, zoals ze die in het debat gebruikte, opgerekt naar de bredere term ‘ophitserij’ die de minister een dag eerder noemde.

Lammert van Raan van de Partij voor de Dieren merkte in het Commissiedebat – waarin Rajkowski nog slechts sprak van een oproep tot rellen – terecht op: ‘Er is een dunne lijn tussen het recht om te protesteren en daartoe op te roepen, en wat achteraf dan uit de hand loopt.’ Van Raan wijst erop dat sommige gevallen wellicht heel duidelijk zijn, maar vaak zijn zulke oproepen niet zo stellig en concreet. Hij vreest voor een oprekking van de bevoegdheid door de burgemeester – een oprekking die uiteindelijk al door de minister en Rajkowski lijkt te worden gedaan door ineens te spreken van ‘ophitsen’.

In het debat stelt Rajkowski echter dat zij ervan uitgaat dat de bevoegdheid door de burgemeester ‘per definitie niet overmatig ingezet gaat worden (…) Ik denk dat de burgemeester dit alleen in zal zetten als er echt daadwerkelijk zorgen zijn tot rellen die je dan ook daadwerkelijk kan voorkomen met dit instrument.’ Het is te hopen dat zij gelijk heeft, maar daarop mag niet blind vertrouwd worden.

Ophitsen is te breed voor overheidsaanpak

Wat is ophitsen? Van Dale spreekt van mensen ‘aanzetten tot iets slechts’. Een andere definitie is ‘kwaad en opgewonden maken’ of ‘opstoken, driftiger maken’. Je zou kunnen zeggen dat het organiseren van een cartoonwedstrijd een grote groep moslims ophitst; dat het pleiten voor een samenleving zonder vee de vleeseters ophitst; dat gelovigen worden opgehitst wanneer het bestaan van god wordt ontkend; dat feministen worden opgehitst wanneer transgenders ontkennen dat mensen vrouw kunnen zijn; of dat mensen die denken dat er geen klimaatcrisis gaande is worden opgehitst door klimaatactivisten.

Zulke potentieel ophitsende online berichten van de organisator van de cartoonwedstrijd, de dierenrechtenactivist, de atheïst, de transgenderactivist en de klimaatactivist vallen onder de vrijheid van meningsuiting. Ze mogen daarom niet worden verwijderd, ook niet onder dwang.

Het idee van Queeny Rajkowski om online berichten die oproepen tot rellen te verwijderen is te begrijpen. Dergelijke berichten kunnen schadelijk zijn voor anderen, omdat ze direct zullen leiden tot geweld tegen mensen en zaken. In gevallen van duidelijke oproepen tot geweld kan – en moet – worden opgetreden door de overheid. Ze heeft gelijk dat er dubieuze gevallen zijn waarin wellicht een intentie tot zo’n oproep schuilt, maar zulke oproepen zijn dermate ambigu van aard dat het de vraag is of de overheid ze moet doen verwijderen.

Ophitserij is in elk geval een veel te breed criterium dat eenvoudig misbruikt kan worden door een kwaadwillende overheid. Het idee van Rajkowski is begrijpelijk, maar Lammert van Raans kritiek dat zo’n voorstel een sterk glijdende schaal impliceert is terecht. Het bestuursrechtelijk verwijderen van ophitsende berichten is riskant en daarom onwenselijk.

Criminoloog en terrorismedeskundige Bart Collard schrijft enkele keren per maand voor Wynia’s Week over zijn werkterreinen.

Wynia’s Week is er 104 keer per jaar. U maakt dat als donateur van Wynia’s Week mogelijk. Doet u al mee? Hartelijk dank!