Straffen moet, omwille van de gerechtigheid

op-een-veldje-op-mallorca-zijn-bloemen-gelegd-voor-carlo-heuvelman
Op een veldje op Mallorca zijn bloemen gelegd voor Carlo Heuvelman.

We zijn de afgelopen weken opgeschrikt door ernstige vormen van groepsgeweld. Jonge mannen op Mallorca, aan het Gardameer, maar ook in eigen land, in Renesse en Burgh-Haamstede, maakten zich schuldig aan het in elkaar trappen van andere jonge mannen, op Mallorca met de dood, op de andere plaatsen met zware verwondingen tot gevolg.

In het geval van Mallorca was het opvallend dat justitie uitermate traag reageerde. Op 14 juli werd Carlo Heuvelman doodgetrapt. De volgende dag is de groep jongeren die daarbij betrokken was vervroegd naar Nederland teruggekeerd.

Daarmee gaven ze al blijk van schuld. Iedereen weet dat het strafklimaat in ons land milder is dan in de meeste buitenlanden. De Nederlandse broers Armin N. en Arash N.die in 2018 in Praag een ober mishandelden met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg zijn in Tsjechië in hoger beroep veroordeeld tot 5 en 5,5 jaar gevangenisstraf. Daarnaast moeten zij de ober bijna 70.000 euro schadevergoeding betalen en mogen ze tien jaar Tsjechië niet meer in.  

Vervroegde terugkeer van Mallorca

Daar tegenover staat dat de vijf jongens die in Arnhem een als pedoseksueel bekendstaande 73-jarige man doodschopten slechts gestraft werden met een half jaar jeugddetentie (voor twee van hen, van wie er een meerderjarig was) en de maximale taakstraf voor minderjarigen van 200 uur (voor drie van hen). Ook moesten ze een schadevergoeding betalen van in totaal 63.500 euro.

Het vervroegd naar Nederland terugkeren van de ‘kopschoppers van Mallorca’ was voor het OM echter geen aanleiding om tot arrestatie over te gaan. Er bestond een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit ten aanzien van de hele groep, en daarom had de hele groep kunnen (en moeten) worden opgepakt.

Mocht blijken dat sommige groepsleden bewezen onschuldig waren aan de schoppartij dan hadden die na verhoor weer op vrije voeten kunnen worden gesteld.

Lachertje

Dat gebeurde echter niet. Carlo Heuvelman is omgebracht op 14 juli en pas op 4 augustus, drie weken later, werd de eerste verdachte gearresteerd. Drie weken lang heeft hij met de andere leden van de groep kunnen overleggen om verklaringen op elkaar af te stemmen.

Dat deze verdachte nu in beperking zit, wat betekent dat hij alleen met zijn advocaat mag overleggen, is, gezien de lange tijd dat hij van justitie op vrije voeten heeft mogen zijn, een lachertje.

Vragen

De vraag die opkomt na de verschillende vormen van vakantiegeweld is: waarom doen die jongens dat? Als ze onder invloed waren van alcohol en drugs is dat dan geen verzachtende omstandigheid? En is het niet de schuld van de ouders? Hebben die niet gefaald? En ligt hier niet een taak voor het onderwijs? En is het geen gevolg van de normvervaging die de hele samenleving teistert?

Het onder invloed zijn van drank en drugs wordt juist níet gezien als een verzachtende, maar als een verzwarende omstandigheid. Zou dat niet zo zijn dan zou iemand zich eerst vol kunnen gieten en een paar pilletjes slikken om vervolgens straffeloos los te kunnen gaan op onschuldige omstanders.

Ouders, onderwijs, normvervaging?

Ouders en opvoeding spelen wel een rol spelen in het gedrag van kinderen, maar van strafrechtelijke verantwoordelijkheid is geen sprake. Dat geldt ook voor het onderwijs. Bovendien is het voor het onderwijs al lastig genoeg om kinderen een acceptabel niveau van taal, rekenen, aardrijkskunde en geschiedenis aan te leren. Laten we het niet ook nog belasten met de preventie van criminaliteit.

Wat de normvervaging betreft, dat is een lastig meetbaar begrip. Hoe zou je moeten bepalen dat de normen tien jaar geleden minder vervaagd waren dan tegenwoordig?

Begrijpen leidde tot begrip

Het belangrijkste bezwaar tegen bovengenoemde vragen is echter dat zij er bedoeld of onbedoeld toe leiden dat de verantwoordelijkheid van de daders wordt afgewenteld op de omgeving. Onder invloed van de sociale wetenschappen is het bijna een automatisme geworden om bij crimineel gedrag te kijken naar allerlei factoren die het kunnen verklaren. Niet de dader wordt gezien als oorzaak van het misdrijf, maar zijn omstandigheden.

Het ‘begrijpen’ van crimineel gedrag leidt tot begrip voor de dader, die geen vrije wil heeft, maar wordt geregeerd door factoren buiten zijn wil. Waar geen vrije wil bestaat, kan geen schuld bestaan, en waar geen schuld is, kan moeilijk een straf worden opgelegd.

‘De staat is geen pedagoog’

Hierdoor is straffen in een kwade reuk komen te staan. Vergelding is een vies woord geworden, iets voor heel primitieve mensen. Toch is vergelding nog steeds een van de vele doelen van de strafrechtelijke straf.

Volgens Verlichtingsfilosoof Immanuel Kant moet de straf niet worden opgelegd als middel om een buiten het misdrijf gelegen goed doel te bewerkstelligen, hetzij voor de dader, hetzij voor de samenleving: ‘De staat is geen pedagoog.’ De straf moet dus niet worden opgelegd omdat zij nuttig is, maar alleen omdat de dader een misdaad heeft begaan, omwille van de gerechtigheid.

Kant zette zijn opvatting kracht bij met de uitspraak ‘Al zou morgen de wereld vergaan, dan nog moet vandaag de laatste moordenaar worden opgehangen’.

‘Het doen verkeren van het smartgevoel in bevrediging’

Volgens de befaamde juriste Hazewinkel-Suringa gaat het er in de absolute strafleer van Kant ‘niet alleen om de misdadiger hetzelfde te doen lijden, wat hij te lijden gaf. Het doel is soms meer ideëel, bijvoorbeeld de gelding van het recht te demonstreren tegenover hem die zich ertegen verhief of het herstellen van het verstoorde evenwicht der krachten in het sociale leven of het doen verkeren van het smartgevoel van de getroffene en zijn volksgenoten in bevrediging’.

Tegenover die absolute strafleer staan de relatieve strafleren die de straf wél als middel zien om een buiten het misdrijf gelegen doel te bereiken. Dat andere doel is meestal het voorkomen van criminaliteit.

Moet de straf van de dader een beter mens maken?

De straf moet bijvoorbeeld de dader onschadelijk maken zodat hij niet nog meer misdaden kan begaan. Of de straf moet anderen afschrikken om de dader na te volgen. Of de straf moet voorkomen dat de dader, na zijn straf, opnieuw misdaden begaat. De straf moet de dader zodanig veranderen dat hij het nooit weer zal doen.

Dit laatste strafdoel is in onze tijd erg populair geworden. Zo populair dat veel mensen helemaal niet weten dat straffen ook nog andere doelen kan hebben.

Als op de radio of de tv of in de krant voor de zoveelste keer iemand zegt dat straffen niet helpt of dat strenger straffen niet helpt, dan bedoelt hij dat straffen de dáder niet helpt. Iedereen vindt dat de straf van de dader een beter mens moet maken.

De staat werd pedagoog, maar geen beste

Degenen die zo ongelukkig waren geweest tot crimineel gedrag te vervallen, moeten we niet straffen, maar behandelen en helpen. De straf moet dienstbaar worden gemaakt aan de resocialisatie van de dader.

Wat Kant niet wilde, gebeurde: de staat werd pedagoog. Maar geen al te beste. Welke straffen en maatregelen ook werden bedacht, helpen deden ze niet. Het percentage gestraften dat na de straf opnieuw de fout in gaat, is onverminderd hoog gebleven. 

Kijk niet naar de dader, maar naar het delict

Hoog tijd om die resocialisatie wat meer naar de achtergrond te plaatsen, en de andere strafdoelen naar de voorgrond. Allereerst moeten we niet meer al onze aandacht richten op de dader en zijn omstandigheden. Laten we niet vergeten dat de meeste mensen die leven in soortgelijke omstandigheden níet overgaan tot zwaar crimineel gedrag.

We moeten onze blik afwenden van de dader en richten op het delict. In het geval van Mallorca is er iemand doodgeschopt. Een jongen van 27 jaar die nooit meer terugkomt. Ook wie een vergelding van oog-om-oog, tand-om-tand verwerpt, beseft dat dit delict zo ernstig is dat niet volstaan kan worden met een taakstraf.

Lichte straf voor de dader is extra straf voor het slachtoffer

De wetgever is zich hiervan ook bewust. Op doodslag staat een maximum gevangenisstraf van 15 jaar. Er ligt zelfs een wetsvoorstel om die te verhogen tot 25 jaar. Het lijkt dan ook alleszins redelijk dat het OM met een flinke strafeis komt.  

Daarbij moeten we goed beseffen dat het niet of te licht straffen van de dader een extra zware straf betekent voor het slachtoffer en zijn nabestaanden, die toch al, vaak levenslang, gestraft zijn door het misdrijf zelf.

Wie niet straft, straft ook. Humaan tegenover de dader is wreed tegenover het slachtoffer.