Vaarwel PvdA. Hoe radicale intellectuelen een machtige arbeiderspartij naar de bliksem hielpen

bouwman (1)
Affiche van de PvdA ter gelegenheid van de gemeenteraadsverkiezingen van 31 mei 1978. Bron: Wikipedia.

In een online referendum spreken de leden van de PvdA zich deze week waarschijnlijk in grote meerderheid uit voor een fusie met GroenLinks. Het is een logisch uitvloeisel van een proces dat zestig jaar geleden begon, toen de PvdA nog een arbeiderspartij was.

‘Ik ben er van overtuigd dat het jaar negentien honderd zes en zestig in belangrijke mate een rampjaar was,’ schreef Gerard Reve in 1995. Het was, memoreerde de grote volksschrijver, ‘het jaar dat mijn roman Nader Tot U verscheen, die in één klap aan alle twijfel aan eind maakte: Gerard Reve was wel degelijk van de herenliefde. Genoemde tegennatuurlijke geaardheid was toen nog allerminst chic, doch een lelijk stigma. In datzelfde jaar werd ik rooms-katholiek, wat in Nederland net zo erg was en nog steeds is. Men kan dus spreken van een dubbele vernedering, die ik door mijn eigenaardige karakter zelf gezocht heb.’

Hoewel hij er niet over uitweidde, gebeurden in 1966 ook in de politieke arena dingen die de nogal rechts georiënteerde Reve rampzalig moet hebben gevonden. Met de nieuwe politieke partij D’66 (toen nog met apostrof), die zich op 15 september 1966 in het Haagse perscentrum Nieuwspoort voor het eerst aan de buitenwereld presenteerde, kon hij vermoedelijk nog wel leven. Maar drie weken later verscheen ook Tien over rood, ondertitel: Uitdaging van Nieuw Links aan de PvdA.

‘De domme massa’

Volgens het tachtig pagina’s tellende manifest diende de PvdA bezield te worden met ‘nieuw socialistisch elan’. Meest in het oog springende voorstellen: ‘onvoorwaardelijke erkenning’ van het DDR-regime en de eveneens communistische verzetsbeweging Vietcong in Zuid-Vietnam, meer geld naar ontwikkelingshulp en Nederlandse uittreding uit de NAVO ‘wanneer Spanje lid wordt of wanneer Portugal als lid wordt gehandhaafd’.

De meeste voormannen van Nieuw Links waren jonge intellectuelen met een typische voorkeur voor postmaterialistische thema’s: de Derde Wereld, milieubehoud, emancipatie, internationale verhoudingen. Met het gros van de traditionele PvdA-kiezers hadden ze weinig affiniteit. Dat waren immers arbeiders die de partij primair zagen als belangenbehartiger voor mensen met een smalle beurs. En die (dus) verwachtten dat de PvdA zich sterk maakte voor leefbare woonwijken, betaalbare huren, schappelijke ziekenfondspremies en een fatsoenlijke uitkering bij werkloosheid, ziekte of arbeidsongeschiktheid.

Wat moest je met zulke mensen? ‘Klootjesvolk’ heetten ze bij de Provo’s. Maar ook bij de met Nieuw Links sympathiserende PvdA-intellectuelen lag het dedain voor Jan Modaal hoog opgestapeld. ‘We zijn gisteren naar het Dolfinarium geweest, daar zag ik ze weer sjokken, het volk, de domme massa,’ liet Hedy d’Ancona zich in 1973 ontvallen in een interview met NRC Handelsblad.

Met gebruikmaking van dikwijls onheuse methoden slaagde het ‘spijkerpakkenproletariaat’ van Nieuw Links erin veel sleutelposities in de PvdA in handen te krijgen. Vooral op lokaal niveau ging het er soms hard aan toe. ‘De als regentesk en zelfgenoegzaam bestempelde bestuurders van weleer werden gewipt door een bonte verzameling bijeengescharrelde volgelingen van twee handenvol plaatselijke nieuwlichters,’ schreef de Groningse PvdA-prominent Bert Middel in 2016 in een terugblik. ‘Het leek niet alleen op een coup, het was er ook eentje. De coupplegers waren al lid van de partij of werden dit om deze daarna van binnenuit over te nemen.’

Nieuw Linkser André van der Louw slaagde er in 1971 zelfs in om partijvoorzitter te worden – zijn besnorde hoofd mocht naast dat van lijsttrekker Joop den Uyl op de verkiezingsaffiches.

Het leverde de PvdA per saldo weinig op. In 1970 was er een scheuring: uit onvrede over het optreden van Nieuw Links richtten traditionele sociaaldemocraten een nieuwe partij op, onder de naam Democratisch Socialisten ’70 (DS’70). Om dezelfde reden hing een jaar later zelfs partijboegbeeld Willem Drees zijn lidmaatschap aan de wilgen. Erger nog: de door Nieuw Links getransformeerde PvdA, onder Drees continu regeringspartij, zat tussen 1966 en 1989 bijna voortdurend in de oppositiebanken – om precies te zijn 18 van de 23 jaar. Nieuw Links, zo werd in die dagen gefluisterd in antisocialistische kring, was misschien wel het mooiste cadeau dat rechts Nederland ooit had gekregen.

Doctorandussenpartij

Maar daar bleef het niet bij. In het kielzog van Nieuw Links werd de PvdA een typische ‘doctorandussenpartij’. Volkse sociaal-democraten van het type Jan Schaefer, Frans de Moor en Piet de Visser verlieten een voor een het politieke toneel en kregen nooit opvolgers. Telkens als er een kandidatenlijst voor Tweede Kamerverkiezingen moest worden vastgesteld, lette de PvdA er nauwgezet op dat er voldoende allochtonen, vrouwen en jongeren op verkiesbare plaatsen stonden. Maar naar kandidaten die weleens een overall hadden gedragen werd niet eens gezocht, laat staan dat ze een plekje kregen in de voorste gelederen.

Hoger opgeleiden hebben zich het complete openbaar bestuur toegeëigend, concludeerden de bestuurskundigen Mark Bovens en Anchrit Wille in 2011 in hun boek Diplomademocratie. Alle formele en informele politieke instituties en arena’s worden in Nederland gedomineerd door academici. De PvdA hoorde op dit terrein tot de pioniers en heeft zich nooit gerealiseerd dat juist een sociaaldemocratische partij het zich niet kan veroorloven om het contact met de wereld en de cultuur van praktisch opgeleide kiezers te verliezen.

Blinde vlek

Bij de laatste zelfstandige verkiezingsdeelname, in 2021, kwam de PvdA niet verder dan 5,7 procent van de stemmen. Niet verwonderlijk voor een partij waar gymnasiumlinkse thema’s als het klimaat, diversiteit, open grenzen, genderpolitiek en de Europese Unie bovenaan de agenda staan en waar de ongerustheid van modale burgers over het woningtekort, zorg en koopkrachtverlies geldt als minder dringend. Of  – wanneer het gaat over migratie, asiel en criminaliteit – wordt beschouwd als ‘populistisch’ en dus verdacht.

Op 21 juni neemt het congres van de PvdA naar alle waarschijnlijkheid het besluit om te gaan fuseren met GroenLinks, eveneens een partij van radicale intellectuelen met een blinde vlek voor ‘het volk, de domme massa’. Het is een logisch uitvloeisel van een proces waarvan Nieuw Links ooit de katalysator was.

En inderdaad: het begon dus allemaal in het rampjaar 1966.  

Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!

elen.