Veel problemen verdwijnen als sneeuw voor de zon met een kleinere en minder bemoeizuchtige overheid

vervloed
Motto van de Libertaire Partij, een van de weinige partijen die pleiten voor minder overheid. Beeld: stemlp.nl.

In Nederland kennen wij het Rijnlandmodel, ook wel ‘kapitalisme met een menselijk gezicht’ genoemd. Het staat voor een overlegcultuur, voor solidariteit, voor waardering van vakmanschap en voor andere waarden dan alleen geld, zoals kwaliteit van leven en geluk. Het bijzondere van het Rijnlandmodel is dat overheid en bedrijfsleven zich actief bezighouden met zaken als milieu (een gezond leefmilieu, niet de CO2-reductie van Milieudefensie), ruimtelijke ordening, onderwijs en sociale vraagstukken. Anders dan in het Amerikaanse model zijn werknemers meer dan een kostenpost.

Er is een vrije markt, maar alle belanghebbenden voelen de verantwoordelijkheid voor een sociaal rechtvaardige samenleving. Niet alleen de overheid, ook het bedrijfsleven, de vakbonden en allerlei instituties hebben sociale rechtvaardigheid hoog in het vaandel en handelen daar ook naar. Zo houdt de ondernemer in het Rijnlandmodel zich niet alleen bezig met winst maken, maar neemt ook zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid. Klassieke voorbeelden zijn Anton Philips en Freddy Heineken.

Vicieuze cirkel

Niets op aan te merken, hoor ik u denken. Dat is ook zo, ware het niet dat het Rijnlandmodel de laatste jaren in onbalans is geraakt. Het evenwicht dat er was tussen aan de ene kant de overheid, de instituties en de vakbonden en aan de andere kant het bedrijfsleven is zoekgeraakt. De overheid is uit haar krachten gegroeid, zowel letterlijk als figuurlijk. Het aantal ambtenaren is sinds Rutte I met 30 procent toegenomen en de bemoeienis van de overheid met de economie, maar eigenlijk met van alles en nog wat, kent geen grenzen.

Het gevolg is een vicieuze cirkel waar moeilijk uit te komen is. Door een veelheid aan regelgeving ontstaat een veelheid aan problemen, die in de visie van de huidige overheid alleen maar kunnen worden opgelost met nog meer overheid. Die nog meer regels maakt, met als gevolg weer meer problemen. En het proces herhaalt zich, maar steeds op een hoger niveau.

De overheid blijft daarmee groeien. Dat gaat ten koste van het bedrijfsleven, dat aan de steeds toenemende regel- en belastingdruk – het laatste om alle overheidsbemoeienis te bekostigen – te gronde gaat. Het bedrijfsleven krimpt in bijna dezelfde mate als de overheid groeit. Het blijken communicerende vaten.

Op de een of andere manier lukt het niet om de overheid te verkleinen. Ondanks het plan van het huidige kabinet-Schoof om het aantal rijksambtenaren met 22 procent te verminderen, is er in het eerste halfjaar van 2025 juist een toename van bijna 4000 fte’s opgetreden. Deze groei komt doordat de beleidskolom weliswaar stabiel is gebleven, maar de uitvoerende, inspectie- en ondersteunende functies met bijna 6 procent zijn toegenomen.

Stikstofbeleid

Enkele concrete voorbeelden kunnen verduidelijken waarom het maar niet lukt om de overheid te verkleinen. Laten we beginnen met de stikstoffuik. Met de Nitraat- en Habitatrichtlijnen van de Europese Unie in de hand vond de Nederlandse overheid het nodig de strengste interpretatie te hanteren van alle EU-lidstaten. Een uiterst strenge norm voor stikstofdepositie. In buurland Duitsland is die 7 tot 21 mol per hectare, in Nederland 0,005 mol per hectare. Gevolg? De helft van de boeren moest verdwijnen. Met een uitkoopregeling die miljarden kost (nog afgezien van het menselijk leed). En diverse projecten konden niet doorgaan, omdat er geen ‘stikstofruimte’ voor was. Een voorstel om de norm te verruimen tot 1 mol per hectare verlicht hopelijk de impact, maar het kwaad is grotendeels al geschied.

Als de overheid zich niet had bemoeid met de zaak, niet een veelheid aan kleine Natura2000-gebieden had gedefinieerd en niet een strengere norm had vastgesteld dan nodig, hadden we alle boeren nog gehad, hadden we miljarden aan uitkoop bespaard en waren er vastgoedprojecten doorgegaan, die de woningnood hadden kunnen verlichten.

Klimaatbeleid

Een tweede sprekend voorbeeld is het klimaatbeleid. Wat heeft dat niet een ellende veroorzaakt. Met het uitfaseren van fossiele energie en de invoering van dure, onrendabele en onbetrouwbare wiebelstroom (zonne- en windenergie) is de energieprijs voor huishoudens en de industrie tot ongekende hoogte gestegen. Doordat de energieprijs hier vier keer zo hoog is als in de VS zijn veel industriële bedrijven niet meer concurrerend, gaan failliet of verlaten Nederland. De haven in Rotterdam verliest haar wereldwijde positie en maar liefst 14.000 bedrijven kunnen geen netaansluiting krijgen. Want vanwege de wiebelstroom moet het hoogspanningsnet worden verbouwd, wat miljarden kost en nog jaren gaat duren.

Zo onnodig allemaal. Als de overheid zich niet had bemoeid met de energievoorziening, was dit alles niet gebeurd. Hadden we nog een gezonde economie gehad met een verdienmodel dat onze verzorgingsstaat in stand kan houden. Het Groningse gas had als overgangsbrandstof in de energietransitie kunnen dienen en als er bijtijds toestemming was gegeven om kerncentrales te bouwen, was de energierekening betaalbaar gebleven en waren er geen aansluitingsproblemen geweest.

De woningbouw mag als derde voorbeeld dienen. Door alle knellende regelgeving, die de overheid zo nodig los moest laten op de woningbouw: vergunningenstelsel, bouwvoorschriften, waaronder energielabels, verhuurnormen en andere restrictieve maatregelen, is bouwen in Nederland niet meer rendabel. Met als gevolg dat er sinds enkele jaren niet meer of in ieder geval veel minder dan nodig wordt gebouwd.

Als de overheid zich niet had bemoeid met de woningbouw, was er geen woningnood geweest. Kijk bijvoorbeeld naar België, daar is geen woningnood, want de overheid bemoeit zich niet met de woningbouw.

Om het woningprobleem in Nederland op te lossen stellen diverse politieke partijen voor om een miljardenfonds (36,6 miljard, roept Timmermans) te creëren om de woningbouw te stimuleren. Onnodig. Stop de overheidsbemoeienis en het probleem lost zich vanzelf op.

Het toeslagenstelsel

Niet alleen het bedrijfsleven en daarmee het verdienmodel van Nederland is de dupe van de uit z’n krachten gegroeide overheid. Ook de burger ondervindt schade van de toegenomen overheidsbemoeienis. Met goede bedoelingen werd een toeslagstelsel opgetuigd. Maar op een wijze die het tegendeel bereikte van wat werd beoogd. En dan heb ik het nog niet eens over de uitwassen van het stelsel, lees: de toeslagenaffaire. Het stelsel zelf werkt niet. Het heeft ervoor gezorgd dat werken niet meer loont.

Een miljoen mensen zit thuis met bijstand en allerlei toeslagen. Als zij zouden werken verhoogt dat hun inkomen niet. Dus waarom zouden ze. De overheid bemoeit zich ook hier te veel. Het is ten eerste een onnodig rondpompen van belastinggeld en ten tweede creëert het allerlei uitvoeringsorganisaties met veel ambtenaren. Zoals de Dienst Toeslagen van het ministerie van Financiën (en inmiddels de uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen!), voor huurtoeslag, zorgtoeslag en kinderopvangtoeslag. Daarnaast het UWV, dat behalve voor de bijstand ook aanvullingen geeft op de (bijstands)uitkeringen in het kader van de WW, WIA en Ziektewet.

Terug naar kerntaken

De oplossing voor burger en bedrijfsleven is simpel. Vervang het toeslagenstelsel door een negatieve inkomstenbelasting voor de laagstbetaalden (met behoud van een bijstandsregeling voor degenen die buiten hun schuld niet kunnen werken), verlaag de regel- en belastingdruk voor het bedrijfsleven en los de energiecrisis, woningcrisis en stikstofcrisis op door je er als overheid niet langer mee te bemoeien. En ga zeker niet nog meer overheidsbemoeienis genereren, met daarvoor benodigde extra ambtenaren en miljarden belastinggeld.

De overheid moet terug naar haar kerntaken. Zorgen voor veiligheid, extern (defensie) en intern (blauw op straat), optreden als marktmeester, opdat er een gelijk speelveld is voor het bedrijfsleven en taken uitvoeren die niet (goed) aan de markt kunnen worden overgelaten. Terug naar het Rijnlandmodel. Dat heeft goed gewerkt en verdient een tweede kans.

Het is echter aan de kiezer om het Rijnlandmodel een tweede kans te geven. Alle grote partijen in de Tweede Kamer pleiten in hun verkiezingsprogramma’s voor meer overheid. De linkse partijen meer dan de middenpartijen, maar toch. Alleen de kleine rechtse partijen en de twee libertaire partijen LP en Vrij Verbond pleiten voor minder overheid.

Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!