Vrijheid maakt gelukkig. Maar onze rijksambtenaren zijn gespecialiseerd in steeds meer dwingelandij

WW Bomhoff 13 april 2024 DEF
D66- en GroenLinks-ambtenaren denken bij Lady Liberty eerder aan een dragqueen dan aan vrijheid. Foto: Wikipedia

De grote kloof in onze binnenlandse politiek is duidelijk. Een meerderheid van de kiezers wil op een intelligente en kostenbewuste manier doorgaan met beleid voor CO2, mest en natuur, maar wil tegelijk beslist 300.000 nieuwe huizen. Dat laatste heeft voor hen de hoogste prioriteit. Daartegenover staat een duidelijke meerderheid van de rijksambtenaren die absolute prioriteit eisen voor klimaat- en natuurdoelen en daarvoor de woningbouw wil opofferen.

Die tweedeling is heel urgent geworden sinds het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) de penvoerder is geworden voor de nieuwe instructies bij het opstellen van de rijksbegroting. De tekst van het in 2022 samen met het SCP en het CPB opgestelde rapport over de begrotingssystematiek begint nog onschuldig met de oproep om niet meer alleen te kijken naar financiële cijfers voor tekort, staatsschuld en dergelijke, maar veel ruimer naar ‘brede welvaart’. Dat is heel sympathiek, en in de lijn van de bekende waarschuwing dat het bruto binnenlands product (bbp) een optelling is van alle zogenaamde ‘toegevoegde waarde’ in de economie, maar dat we dan ook meetellen wat helemaal níet waardevol is. Bovendien zijn we soms blind voor schadelijke effecten van de economische groei.

We kennen allemaal de voorbeelden. Als op 31 december meer jongeren gevaarlijk vuurwerk afsteken en halfblind naar het ziekenhuis moeten, neemt het bbp toe (dat is de definitie van economische groei) door de overuren van de oogchirurgen. Als in Uganda alle tilapia uit het Victoriameer wordt gevist, is dat eenmalig een toename in het bbp, maar zijn daarna de vissers werkloos.

Geen aandacht voor vrijheid

Een goed idee dus om te kijken naar ‘brede welvaart’, maar de ambtenaren van het PBL hebben dat op een D66-GroenLinks-achtige manier ingevuld. Dit is hun lijst van de acht ‘ankers’ voor de begroting voor 2025 en volgende jaren: ‘1) Subjectief welzijn, 2) Gezondheid, 3) Consumptie en inkomen, 4) Onderwijs en opleiding, 5) Ruimtelijke samenhang en kwaliteit, 6) Economisch kapitaal, 7) Natuurlijk kapitaal, en 8) Sociaal kapitaal.’

Ziet u, lezer van Wynia’s Week, wat ontbreekt? Hint: denk aan het eerste woord in de oproep tot de Franse Revolutie in 1789 door de toenmalige BoerBurgerBeweging tegen de elite en tegen de hoge belastingen. Nog een hint: denk aan het grote beeld in de haven van New York van Lady Liberty met de opgeheven toorts.

De D66- en GroenLinks-ambtenaren denken bij Lady Liberty eerder aan een dragqueen dan aan vrijheid, toch een bekend oud-Nederlands begrip van vóór de kabinetten-Rutte III en IV. In het hele rapport over de nieuwe ankers voor onze begroting komt ‘vrijheid’ drie keer voor: één keer in de context dat we leven in een democratie, en twee referenties dat we bij een hoger inkomen meer geld hebben om vrij te besteden. Dat is het.

Dat een hoger inkomen meer vrijheid geeft is zeker waar, maar wat is het fout om vrijheid daartoe te beperken. Dat is typisch voor de dictators in Orwells Nineteen Eighty-Four en nu dus helaas ook voor de PBL-ambtenaren. Nergens in het rapport gaat over andere dimensies van vrijheid. De vrijheid bijvoorbeeld om zelf te kiezen hoe je met een eigen zaak je inkomen wil proberen te verdienen. Ook niets over vrijheid voor boeren, vissers en tuinders, en over de vrijheid om een eigen bedrijf door te geven aan de volgende generatie.

Er is in Nederland vrijheid om te consumeren, al wordt dat er niet makkelijker op met de dure energie, de hetze tegen vlees en vis en de dwang om auto’s uit te faseren. Maar er is in Nederland na Rutte III en IV evident steeds minder vrijheid om te produceren. Wel vrijheid voor wolven en bevers, maar voor ondernemers steeds meer verboden, bureaucratie en kosten.

Griezelige eenzijdigheid 

De twee belangrijkste auteurs van het rapport over de begrotingssystematiek zijn Melchert Reudink en Olav-Jan van Gerwen, beiden van het PBL. Over eerstgenoemde schreef Volkskrant-columnist Toine Heijmans vorig jaar bewonderend: ‘…een interessant gesprek met Melchert Reudink van het PBL, die helder uitlegt waarom activisten elke dag de Utrechtsebaan bezetten… We hebben een Klimaatakkoord en een Klimaatwet, en toch vinden we telkens geitenpaadjes om in fossiele auto’s te blijven rijden… “We houden nu eenmaal graag vast aan comfortabele maatregelen, die onze dagelijkse leefwijze niet te veel veranderen”’.

Olav-Jan van Gerwen, de co-auteur van Reudink, zei in 2022 in de Tweede Kamer: ‘Of het kabinet een opgave wel of niet omarmt, is voor ons niet een teken om te zeggen dan bouwen we het af. Daar zijn we onafhankelijk in. Die agendering die pakken we zelf op. Voor de leefomgeving hebben we de circulaire economie, we hebben de klimaat- en energietransitie, dat is niet iets waarvan we zeggen we zien in het kabinet minder aandacht… Integendeel dat zou er ook toe kunnen leiden dat we harder op de trommel gaan roffelen. Die grote maatschappelijke opgaven die zijn voor ons echt leidinggevend’.  

Ik ben bang dat bij het PBL nu alleen nog economen, natuurkundigen, landbouwwetenschappers of geografen kunnen werken die al bij voorbaat instemmen met deze harde ideologie en dwingende toon. Een enorme managementfout om het zo ver te laten komen. Stel je voor dat bij het CPB alleen nog overtuigde monetaristen zouden mogen werken of bij het SCP uitsluitend marxistische sociologen. Als een nieuw kabinet die griezelige eenzijdigheid bij de 250 medewerkers van het PBL niet direct aanpakt, gaat Nederland nog veel meer lijden.

Slechts in één zin in het rapport komt de socioloog en emeritus hoogleraar Ruut Veenhoven aan het woord, mijn vroegere collega aan de Erasmus Universiteit, oprichter van het Journal of Happiness Studies en een mondiale autoriteit: ‘Levenstevredenheid in Nederland [hangt] samen met “landkenmerken”, waaronder de vrijheden die mensen genieten, institutionele kwaliteit, vertrouwen en tolerantie.’ Zo is het. In een interview noemde Veenhoven in 2018 zeven factoren voor geluk en ook toen zette hij vrijheid op de eerste plaats. Hij voegde eraan toe dat de ‘lage kwaliteit van de ambtenaren’ een belangrijke factor is die mensen in rijke landen als Nederland minder gelukkig dreigt te maken.

Misleidend en onbegrijpelijk

Dat is een inzicht dat het PBL zich mag aantrekken nu hun idiote, zelfverzonnen begrip ‘nationale kosten’ (een excuus om veel van de echte kosten van milieubeleid te verdoezelen) zelfs de Miljoenennota dreigt te gaan bederven. Zo vindt het PBL blijkens het nieuwste rapport van de Studiegroep Begrotingsruimte (SBR) van het ministerie van Financiën dat de Nederlandse boeren moeten worden gedwongen om de uitstoot van CO2 tot nul terug te brengen, maar dat de kosten daarvan niet hoeven mee te tellen in de afweging van het kabinet. Misleidend – en onbegrijpelijk dat de hoge ambtenaren van andere ministeries niet de moed hebben gehad om hier in te grijpen.

De D66- en GroenLinks-ambtenaren hebben onder Rutte III en IV hun voorkeuren al kunnen verankeren in eenzijdig samengestelde ‘klimaattafels’, in een woekering van nieuwe ‘raden’ met behulpzame parttime professoren, en nu ook in de procedure voor Prinsjesdag. PVV en BBB hebben nog één andere partij nodig om deze ramp te blokkeren. Maar gelukkig is er naast de PVV nog een andere grote politieke formatie met het woord ‘vrijheid’ in haar naam.

Eduard Bomhoff is oud-hoogleraar economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, Nyenrode en Monash University. In 2002 was hij vicepremier in het eerste kabinet-Balkenende.   

Het zijn de donateurs die Wynia’s Week mogelijk maken. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER . Hartelijk dank!