Wat is er in hemelsnaam extreemrechts aan ‘remigratie’?

schukkink
Spaanse gastarbeiders in de kousenfabriek van Jansen De Wit in Schijndel, halverwege de jaren ’60. De Stichting Remigratie Spanjaarden hielp Spaanse gastarbeiders vanaf 1980 te remigreren. Beeld: brabantinbeelden.nl.

Zowel politici, media, wetenschappers als overheidsinstanties vinden het plotseling ‘extreemrechts’ om de terugkeer van immigranten naar hun herkomstlanden mogelijk te maken. Maar waar komt dat akelige etiket vandaan? Remigratie is immers van alle tijden en zowel links als rechts. We hadden zelfs vele jaren een Remigratiewet. En dat was een populaire wet.

Deporteren

Dit beweerde de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) in het in juni van dit jaar verschenen rapport Dreigingsbeeld Terrorisme: ‘De steeds verdergaande omarming door politici en grote groepen in de samenleving van termen als “remigratie”, die door rechts-extremisten gebruikt worden als omschrijving van hun deportatieplannen, baart zorgen. In uiterste gevallen kan de normalisering van rechts-extremistisch gedachtegoed leiden tot rechts-extremistisch gemotiveerd geweld.’

Dat remigratie extremistisch zou zijn, of extremisme zou uitlokken, wordt ook geschetst in de media. In een Volkskrant-artikel van 10 oktober van dit jaar nemen ‘experts’ de stelling in dat ‘remigratie’ een term is met een ‘extreemrechtse lading’. In het stuk komt hoogleraar rechtsextremisme-onderzoek Léonie de Jonge aan het woord. Zij meent dat ‘remigratie staat voor het massaal deporteren van asielzoekers en mensen met een migratieachtergrond’.

Vlak voor de Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober zaten columnist Özkan Akyol en GL-PvdA’er Jesse Klaver aan tafel bij Eva Jinek. Daar vertelde Akyol dat hij de term ‘doodeng’ vindt, vooral gezien het feit dat remigratie in vijf partijprogramma’s te lezen viel. ‘Het komt uit een heel duistere tijd, en ik denk dan: moet niet iemand stelling tegen dit soort zaken nemen?’ Daarop reageerde Jesse Klaver instemmend. Er moest inderdaad stelling tegen worden genomen. Het gebruik van de term zou ‘alle perken te buiten gaan’.

D66-leider en (waarschijnlijk) toekomstig premier Rob Jetten werd door Nieuwsuur, ook vlak voor de verkiezingen, gevraagd of zijn partij zou meewerken aan remigratie. ‘Nee, zeker niet’, zei Jetten. Ook tijdens de kabinetsformatie bleef Jetten tot dusver bij zijn standpunt: meewerken aan (vrijwillige) remigratie is ‘geen optie’ voor D66.

Het betekent gewoon ‘terugkeren’

De term remigratie wordt in de Van Dale gedefinieerd als het ‘terugkeren naar het vaderland na emigratie’. Van dwang of geweld is geen sprake. Remigratie impliceert vrijwilligheid. Zou het uitzetten van iemand onder dwang gebeuren, dan zou het geen remigratie, maar deportatie zijn, dat in de Van Dale wordt beschreven als ‘wegvoeren’, ‘het land uitzetten’.

In een artikel in het Bataviaasch Handelsblad uit april 1882 werd de term al gebruikt voor de in het toenmalig Nederlands-Indië gevestigde Europeanen: ‘[…] de tijd nadert dat vele in Indië gevestigde Europeanen nu en dan slechts aan een tijdelijke remigratie denken en zij Indië als hun nieuw vaderland beschouwen en waardeeren zullen.’

Vanaf de jaren vijftig wordt de term remigratie vaak gebruikt door de overheid. In de jaren zeventig werd in de Nederlandse politiek veel nagedacht en overleg gevoerd over remigratie van Surinamers, met name vlak voor en na de onafhankelijkheid van Suriname op 25 november 1975. Toen ontstonden de eerste projecten en regelingen die gericht waren op vrijwillige terugkeer van Surinamers. In 1972 werd in Amsterdam de Stichting ter Bevordering van de Remigratie van Surinamers opgericht. In hetzelfde jaar de stichting TENASU (Terug naar Suriname).

‘Surinamers horen  in Suriname’

In de Vrije Stem: het onafhankelijk weekblad voor Suriname werd de term in een krantenbericht van september 1973 zelfs beschouwd als een ‘deftig’ woord: ‘Wie de laatste twee tot drie jaar het oor zo links en rechts om zich heen te luisteren heeft gelegd, hoort in Surinaamse en Antilliaanse kring veelvuldig over terugkeer naar het vaderland praten. Om een deftig woord te gebruiken: remigratie.’

In Nederland en in Suriname was de wil om Surinamers terug naar Suriname te krijgen dusdanig groot, dat in 1974 de Surinaamse premier Henck Arron alle Surinamers in Nederland opriep om te remigreren: ‘Surinamers horen in Suriname’, was zijn uitspraak. In de Surinaamse krant werd opgeroepen tot het instellen van een ministerie voor Remigratie. Nederlandse kranten (Het Parool, de Volkskrant, Trouw) plaatsten advertenties voor remigratie.

Een halve eeuw remigratie

Waar in de Nederlandse politiek en media in de jaren zeventig vooral werd nagedacht over remigratie van Surinamers, ging het in de jaren tachtig meer over remigratie van de arbeidsmigranten die in de naoorlogse jaren in Nederland kwamen werken. In het bijzonder de Spanjaarden (die de Stichting Remigratie Spanjaarden sinds 1980 hielp te remigreren), Joegoslaven, Turken en Marokkanen.

In 1976 al startte de Nederlandse overheid met het zogeheten Terugkeerprogramma. Er was een breed gedragen wens om de gastarbeiders terug te laten keren naar hun herkomstlanden. Het Parool schreef erover in 1982: ‘In de jaren zestig en zeventig heeft de Nederlandse samenleving economisch gezien geprofiteerd van de gastarbeiders; nu heeft die samenleving er belang bij dat buitenlanders naar hun land terugkeren. Remigratie maakt een huis vrij, een arbeidsplaats, een uitkering.’

Links voorstander versoepeling remigratie

Ook de linkse partijen die remigratie tegenwoordig als ‘extreemrechts’ beschouwen waren toen voor remigratie. De partij DS’70, een afsplitsing van de PvdA, vond in 1980 dat immigratie moest worden stopgezet en remigratie bevorderd. D66 moedigde remigratie zelfs aan, en pleitte in 1984 in de Tweede Kamer voor versoepeling van de voorwaarden voor remigratie. De Volkskrant deed er verslag van op 7 juni 1984: ‘Werkloze buitenlanders die willen remigreren, moeten volgens D’66 een uitkering ineens krijgen, waarmee ze in het land van herkomst een nieuw bestaan kunnen opbouwen.’

De SP bracht in 1983 de roemruchte brochure Gastarbeid en Kapitaal uit, en wees er vooral op dat de gastarbeiders voor een keuze stonden: ‘[…] óf na verloop van een aantal jaren – wij denken aan twee jaar – de Nederlandse nationaliteit aannemen, óf na verloop van de bovengenoemde tijd terugkeren naar het vaderland’. De partij had er grote bedragen voor over om de gastarbeiders naar hun landen terug te laten keren.

De Centrumpartij van Hans Janmaat werd in die tijd alom geboycot en had het etiket ‘extreemrechts’ opgeplakt gekregen, maar de afkeer tegen de partij was nu juist niet gericht op hun standpunt over remigratie. De NRC berichtte op 29 oktober 1983: ‘[…] Dat is dan ook precies de paragraaf waar de partij haar aanhang aan heeft te danken: remigratie met behulp van de ontwikkelingsgelden. In tegenstelling tot de NSB heeft de Centrumpartij hier een concreet programmapunt waarvan iedereen erkent dat het inderdaad een probleem is en waarvoor integere oplossingen niet eenvoudig uitvoerbaar zijn.’

Vanaf 1985: Remigratiewet!

Sinds 1985 heeft Nederland zelfs de Remigratiewet. Toen die wet nog maar kort in werking was getreden, diende de PvdA (Kamerlid Flip Buurmeijer) een motie in waarin de regering werd verzocht om de leeftijdsgrens van de remigratie-uitkering te verlagen van 55 naar 45 jaar. Een verruiming dus.

Sindsdien hebben veel mensen gebruikt gemaakt van de wet om terug te keren naar het land van herkomst. Een voorbeeld is Hennah Draaibaar, een Surinaamse journaliste en presentatrice, die geboren is in Rotterdam en in 1988 is ‘teruggekeerd’ naar Suriname. Ze vertelde erover in het AD in 1988: ‘Vol spanning wacht ik op de nieuwe remigratiewet. Deze wet biedt ook remigranten met de Nederlandse nationaliteit de mogelijkheid een beroep te doen op een tegemoetkoming in de enorme kosten die bij een terugkeer komen kijken. Een emigrant houdt altijd heimwee naar zijn geboorteland.’

Populaire remigratie-uitkering loopt af

De wet bestaat nog steeds, en volgens de meest recente cijfers van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) maakten in 2024 ongeveer 12 duizend remigranten gebruik van een remigratie-uitkering: een uitkering die remigranten van 55 jaar of ouder ontvangen om in het land van herkomst van te leven. Deze uitkering is afhankelijk van het woonland, de gezinssituatie en andere uitkeringen. De meeste gebruikers van de remigratie-uitkering zijn volgens het sinds 2025 permanent gesloten Nederlands Migratie Instituut (NMI) Marokkanen, Turken, Surinamers en Tunesiërs.

De remigratie-uitkering hield op te bestaan sinds 1 januari van dit jaar, waardoor het voor nieuwe remigranten niet meer mogelijk is een remigratie-uitkering te krijgen. Dat was overigens een bewuste keuze. In het in 2018 verschenen rapport Remigratie in perspectief: Evaluatie wijziging Remigratiewet 2014 dat werd geschreven in opdracht van het ministerie van SZW werd de wens uitgesproken voor het ‘uitfaseren’ van de Remigratiewet: ‘de beleidstheorie is dat een te lang voortgezet remigratiebeleid contraproductief kan werken en de motivatie kan verminderen om zich hier blijvend te vestigen en in de Nederlandse samenleving te integreren’.

Alleen personen die voor de inwerkingtreding van de wetswijziging (1 juli 2014) naar Nederland zijn gekomen, komen nog in aanmerking voor remigratievoorzieningen. De Remigratiewet is nu sowieso irrelevant voor 55-minners, behalve voor 55-minners die met een remigrerende ouder of partner meeverhuizen.

Besmet verklaard

Wie de term ‘remigratie’ tegenwoordig als een wenselijk, nuttig of zelfs als een sociaal instrument gebruikt, maakt zich volgens verschillende politici schuldig aan rechts-extremisme – ook als de partijen van deze politici dit eerder toejuichten. Wie het over remigratie heeft, zet misschien zelfs aan tot geweld, als we het NCTV-rapport van dit jaar moeten geloven. Politici nemen er afstand van, want remigratie zou nu een racistische en radicale ondertoon hebben.

Het is wonderlijk, hoe een gangbaar en breed aangehangen en door de overheid gesponsord fenomeen in korte tijd besmet werd verklaard, kennelijk omdat men in Den Haag, op het Mediapark en aan universiteiten vindt dat het nu door ‘verkeerde’ politici wordt omarmd. Maar remigratie is, zo blijkt, van alle tijden. Niet lang geleden vonden zowel linkse als rechtse politieke partijen remigratie noodzakelijk, en was het remigratiedebat niet een kwestie van of maar van hoe.

Wynia’s Week verschijnt 156 keer per jaar en wordt volledig mogelijk gemaakt door de donateurs. Doet u mee, ook straks in het nieuwe jaar? Doneren kan zo. Hartelijk dank!

Donateurs kunnen ook reageren op recente artikelen, video’s en podcasts en ter publicatie in Wynia’s Week aanbieden. Stuur uw reacties aan reacties@wyniasweek.nl. Vergeet niet uw naam en woonplaats te vermelden (en, alleen voor de redactie: telefoonnummer en adres). Niet korter dan 50 woorden, niet langer dan 150 woorden. Welkom!