Willem Drees zou in 2025 niet bang zijn geweest om stevig het mes te zetten in de AOW

RoelofBouwman 19-8-25
De legendarische staatsman Willem Drees was premier van 1948 tot 1958 en gold als een toonbeeld van fatsoen, zelfbeheersing en daadkracht. Beeld: YouTube

Er zijn goede argumenten om zo weinig mogelijk te veranderen aan de bijna zeventig jaar oude Algemene Ouderdomswet. Maar juist de ‘vader van de AOW’ Willem Drees zou op dat punt niet terughoudend zijn geweest.

Behalve televisieprogramma’s, grammofoonplaten en boeken produceerden Kees van Kooten en Wim de Bie tussen 1973 en 1986 ook een jaarlijkse Bescheurkalender. In menig studentenhuis hing destijds een exemplaar, meestal op het toilet.

In 1984 werden een aantal kalenderblaadjes bij wijze van running gag gebruikt voor het lanceren van ‘nieuwe theorieën’. Zonder uitzondering ging het daarbij om spectaculaire hypotheses. Een kleine greep:

‘La Gioconda glimlacht omdat zij wist dat zij Da Vinci zojuist een druiper had bezorgd.’

‘Hitler beschikte al in 1944 over de atoombom, maar kon het niet over zijn hart verkrijgen deze te gebruiken.’

‘Luns heeft in 1958 getracht Nieuw-Guinea aan Walt Disney te verkopen.’

‘Schmelzer deed het om een alibi tegenover zijn vrouw te hebben, omdat hij die nacht nog langs zijn vriendin moest.’

‘Drees heeft destijds de AOW erdoor gedrukt omdat hij toen al wist hoe lang hij er zelf van zou genieten.’

Toen Van Kooten en De Bie zich dit grapje veroorloofden, leefde Willem Drees nog. De legendarische staatsman, premier van 1948 tot 1958 en toonbeeld van fatsoen, zelfbeheersing en daadkracht, overleed in 1988, op 101-jarige leeftijd.

Wet van Suurhoff

Dat zijn naam voorgoed verbonden was geraakt aan de AOW, vond Drees niet terecht. Hij werd niet moe te benadrukken dat het vaderschap van de in 1956 ingevoerde Algemene Ouderdomswet toekwam aan de toenmalige minister van Sociale Zaken, de vakbondsman Ko Suurhoff. ‘Bejaarden zeggen: we trekken van Drees. Maar ik waarschuw altijd: denk er wel om, het is de wet van Suurhoff,’ zei hij in 1984 in een interview. ‘Hij komt iets te veel achterop, je hoort zijn naam haast niet. Dus zeg ik altijd: Ik trek van Suurhoff.’

Minder bekend is dat Drees niet over alle aspecten van de wet van Suurhoff even enthousiast was. Zijn biografen Hans Daalder en Jelle Gaemers wezen daar in 2014 nog eens op. Zeker, de Algemene Ouderdomswet kende een simpele opzet en was weinig fraudegevoelig, dat waren grote voordelen. Maar er waren ook nadelen. Drees vond het bijvoorbeeld volstrekt onnodig AOW-gelden voor een deel ook aan gepensioneerde ambtenaren toe te kennen. De overheidspensioenen voldeden immers al ruimschoots als oudedagsvoorziening. Dus waarom ambtenaren dan toch in de AOW laten meedelen?

Dat was niet zomaar een bezwaar – er zat een heus wereldbeeld achter. Drees, zo benadrukten Daalder en Gaemers, verwierp de gedachte van de verzorgingsstaat. ‘De eerste verantwoordelijkheid lag bij de burger zelf. Drees geloofde niet in een samenleving waar uitkeringen de plaats in konden nemen van zelf werken, tenzij het om werkelijke getroffenen zou gaan.’ Niet een verzorgingsstaat maar een ‘waarborgstaat’ diende daarom bestaanszekerheid te verschaffen. En dan, zo meende Drees, alleen in geval van ‘wezenlijke onmacht’ door ouderdom, invaliditeit, ziekte of onontkoombare werkloosheid.

Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bleek onlangs dat de helft van de AOW-uitkeringen in 2024 is betaald met belastinggeld. Dat komt doordat premie-inkomsten de uitkeringen steeds minder kunnen dekken. Tot het jaar 2000 was dat geen probleem, maar dankzij de vergrijzing stijgen de inkomsten sindsdien veel langzamer dan de uitgaven.

‘We zien dat de AOW-kosten een steeds groter beslag leggen op de overheidsuitgaven,’ zei Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom bij het CBS, in een toelichting. ‘Inmiddels maken die bijna 6 procent van alle kosten van de overheid uit. Daar komt natuurlijk een keer een einde aan. Dan zou je de AOW-premies verder kunnen verhogen of iemand pas op hogere leeftijd recht op AOW kunnen geven.’

Voorzichtig met overheidsgeld

Daar zou Drees niet principieel tegen zijn geweest, maar hij zou vermoedelijk ook nog een andere oplossing hebben gesuggereerd. Want het euvel dat burgers met een goede pensioenvoorziening – en daarvan zijn er in 2025 nog aanzienlijk meer dan in de sobere jaren vijftig – meedelen in de AOW is nog steeds niet verholpen.  

‘Met overheidsgeld was mijn grootvader wel heel voorzichtig,’ zie kleinzoon Wim Drees in 2009 tegen Trouw. ‘Daarom zou hij er zeker voorstander van zijn geweest dat de AOW nu wordt versoberd. Het ging hem er vooral om dat ouderen niet meer afhankelijk zouden zijn van hun kinderen. En dat ouderen niet onder een armoedegrens zouden zakken die onaanvaardbaar is. Daarvoor diende het minimuminkomen uit AOW. Maar hij zou altijd hebben willen voorkomen dat er door een te royale AOW geen geld zou overblijven voor andere noodzakelijke uitgaven die een staat moet doen.’

Wapen tegen bezuinigingen

Achterkleinzoon Johannes Drees viel hem bij: ‘Ik denk eigenlijk niet dat ik nog AOW zal krijgen op het moment dat ik 67 ben. Ik weet ook niet of dat zo erg is. Je zou je oudedagsvoorziening ook zelf moeten kunnen regelen. Het belangrijkste is dat mensen die het echt nodig hebben een minimum krijgen om van te leven. Dat is voor mij het uitgangspunt, net als overigens voor mijn overgrootvader.’

‘De naam van Drees,’ zo schreven zijn biografen Daalder en Gaemers, ‘werd en wordt constant genoemd als wapen tegen bezuinigingsmaatregelen door latere regeringen: wie raakte aan de sociale voorzieningen brak af wat Drees als schepper van de verzorgingsstaat had opgebouwd. Dat was niet zoals Drees dat zag, en ook niet in overeenstemming met zijn visie op de sociale ontwikkelingen.’

Kort en goed: er zijn best argumenten om in AOW-land zoveel mogelijk bij het oude te laten. Maar wie in dat kader met Willem Drees schermt, heeft van de ‘vader van de AOW’ weinig begrepen.  

Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!