Zijn Nederlandse mannen écht stiekeme smeerlappen die massaal kinderen misbruiken op vakantie?

Twee weken geleden behandelde ik in deze column de kwestie van de hoge oververtegenwoordiging van sommige etnische minderheden – zoals Somaliërs en Afghanen – bij zedenmisdrijven. Uiteraard loop je dan op sociale media tegen een cordon van wegkijkers op, die dat onder aanvoering van Femke Halsema gegoochel met cijfers noemen.
De echte goochelaar bleek Halsema zelf, want om aan te tonen dat autochtonen het leeuwendeel van alle zedenmisdrijven plegen, had ze in haar grafiek iedereen met een Nederlands paspoort, maar met herkomst uit Somalië, Afghanistan en andere veelplegerslanden, op één hoop geveegd met de autochtonen.
Migratie-expert Jan van de Beek moest er weer aan te pas komen om de relevante cijfers zonder valse framing neer te zetten.

Het is dus gewoon een feit dat niet-autochtonen zwaar oververtegenwoordigd zijn bij zedendelicten, en zelfs in absolute aantallen de meerderheid van zulke delicten plegen. Niettemin is het enige acceptabele verhaal in woke-kring nog steeds dat ‘mannen’ het probleem zijn, alle mannen. Allemaal potentiële verkrachters, die dus allemaal kritisch naar hun eigen toxische mentaliteit en gedrag moeten kijken.
Dat is alleen al hoogst merkwaardig omdat zelfs onder Somaliërs – kampioen veelplegers met hun twintigvoudige oververtegenwoordiging – 99 procent van de mannen géén zedendelinquent is; ernstige zedendelicten als verkrachting zijn gelukkig heel zeldzaam in Nederland.
Ander beeld
Ziehier de cijfers van het CBS over hoe vaak dit voorkomt:

Deze cijfers geven een iets ander beeld dan de grafiek van Van de Beek, omdat de meetperiode en de precieze definities verschillen. Maar hou in ieder geval in gedachten dat het totaal aantal (verdachten van) zedenmisdrijven enige duizenden is, terwijl er circa 7 miljoen mannen ouder dan 18 in Nederland zijn.
In die discussie op sociale media werd ook een recent onderzoek van het NSCR (Nederlands Studiecentrum voor Criminaliteit en Rechtshandhaving) opgevoerd, dat zou aantonen dat elk jaar ‘minstens’ 20.000 Nederlandse mannen op vakantie in het buitenland kinderen seksueel misbruiken (TSK plegen, Transnationaal Seksueel Kindermisbruik).
Omdat ze niet allemaal elk jaar op vakantie gaan naar de Filipijnen of Marokko, zouden hier in totaal ruim 150.000 TSK-daders rondlopen, met andere woorden: 1 op de 45 mannen is een kindersekstoerist.
Gezien het cliché-beeld van de TSK-dader – een enge blanke man van middelbare leeftijd – was de implicatie duidelijk: autochtone mannen moeten hun mond houden over de oververtegenwoordiging van etnische minderheden bij zedendelicten in eigen land, want moet je eens kijken hoeveel van jullie smeerlappen er zijn die zich in het buitenland aan kinderen vergrijpen.
Dit zijn inderdaad opzienbarende cijfers: dit betekent namelijk, dat alle Nederlandse mannen gezamenlijk ongeveer tachtig keer vaker kindermisbruik in het buitenland plegen dan zedendelicten in Nederland (inclusief kindermisbruik).
Deze cijfers komen uit een ‘representatieve’ steekproef van bijna 10.000 mannen die een online-enquete invulden. 214 van de 9384 respondenten gaven aan dat ze ooit in het buitenland seks met een minderjarige hadden, waarvan tweederde dat in de afgelopen vijf jaar nog gedaan had. Door simpele extrapolatie naar de totale mannelijke bevolking van Nederland komt het NSCR uit op die 20.000 per jaar en in totaal 150.000.
Commercieel bureau
Die steekproef werd aangeleverd door een commercieel bureau dat internetpanels met respondenten heeft, die om de haverklap worden gerecruteerd om online-enquêtes in te vullen, voor een kleine beloning. Het bureau weigerde om cijfers over de non-respons te geven.
De onderzoekers hebben geen enkele garantie, of mogelijkheid om te checken, of die steekproef representatief was. Sterker nog, de gegevens waar ze wel over beschikken, geven de nekslag aan die vermeende representativiteit.
De respondenten werd namelijk ook gevraagd of ze bij de politie geregistreerd stonden als verdachte voor een eerder zedendelict, en 6,3 procent (594 respondenten) zei dat dit het geval was. Dat is gigantisch hoog: kijk nog even terug naar de cijfers van het CBS: daar zijn slechts 2950 mannen verdachte van een zedendelict, minder dan 0,05 procent van in totaal 7 miljoen mannen.
Er kan best enige speelruimte in die cijfers zitten, afhankelijk van leeftijdsgrenzen en de definitie van ‘seksueel delict’, maar het is zonneklaar dat deze steekproef niet representatief voor de hele mannelijke bevolking kan zijn. Immers, als we dezelfde extrapolatie toepassen als de onderzoekers, is de implicatie dat in Nederland circa 450.000 door de politie geregistreerde verdachten van een zedendelict moeten rondlopen (ik heb de onderzoekers aangeschreven over die 6,3 procent en wat dat betekent voor de representativiteit van hun steekproef, maar nog geen reactie gekregen).
Vreemd is ook welke bestemmingslanden door de daders in deze steekproef wel en niet genoemd worden. De Filipijnen, waar dit een berucht probleem is, wordt inderdaad vrij vaak genoemd, maar Noorwegen net zo vaak! Ik wil eventueel geloven dat ieder jaar 360 Nederlanders naar de Filipijnen afreizen die aldaar dader van TSK worden, maar naar Noorwegen? Daarentegen wordt een vergelijkbaar land als Zweden nul keer genoemd.
Cambodja niet genoemd
Nog vreemder is dat ook Cambodja niet wordt genoemd door de respondenten, terwijl kinderprostitutie daar straffeloos mag worden uitgevent. De laatste keer dat ik in dat land was, een jaar of vijf geleden, liepen jochies van tien daar de terrassen vol toeristen langs en probeerden bij je op schoot te kruipen. Bordelen in het centrum van Phnom Penh, vlak naast mijn keurige toeristenhotel, hadden meisjes van zo te zien 13 of 14 jaar oud buiten zitten om klanten te lokken. Dat is in een van de meeste genoemde bestemmingslanden, Thailand, ondenkbaar. Ik ga niet beweren dat dit soort kindermisbruik in Thailand niet voorkomt, maar als je er niet naar op zoek gaat, kom je het nooit tegen.
Seks met minderjarigen is uiteraard strafbaar in Thailand, al ligt de grens daar (onder voorwaarden) bij 15 jaar. Buitenlanders die zich hieraan schuldig maken, worden met enige regelmaat gearresteerd en tot lange gevangenisstraffen veroordeeld. Omdat hier een beetje anders wordt gedacht over het sacrosancte recht op privacy van misdadigers, staat zo iemand dan met foto en volledige naam in Engelstalige Thaise nieuwsmedia, en een enkele keer is dat dus een Nederlander. Maar als echt jaar in jaar uit bijna zeshonderd Nederlanders (2,9 procent van 20.000) naar Thailand afreizen en daar kinderen seksueel misbruiken, verwacht je toch dat er meer dan een per jaar tegen de lamp loopt.
Is het überhaupt geloofwaardig dat mensen die zulke enquêtes invullen werkelijk gepleegde misdrijven bekennen waar jarenlange gevangenisstraf en tbs op staat? En echte daders weten dat zulke misdrijven in Nederland vervolgd zullen worden, ook als ze in het buitenland gepleegd zijn. Natuurlijk bezweren het bedrijf en de onderzoekers dat alle gegevens anoniem verwerkt zullen worden. Als u een zware misdaad op uw kerfstok had, zou u dan daarop vertrouwen om een paar euro of een cadeautje te verdienen?
De meest plausibele conclusie over die steekproef is dat bijna tienduizend verveelde mannen – of een heleboel aliassen van veel minder mannen – die als bijverdienste online-enquetes invullen, grotendeels onzin-antwoorden in hebben zitten vullen. De check waarmee het onderzoeksbureau dat wil uitfilteren is pathetisch: enquêtes die te snel – dus verondersteld niet serieus – ingevuld waren, werden niet aangeleverd aan de onderzoekers.
Maar ze willen niet zeggen hoeveel respondenten daardoor afvielen. De onderzoekers zelf hadden ook nog een check of de respondenten wel serieus waren: dat was namelijk de laatste vraag van de enquête, of ze die wel serieus ingevuld hadden. Ruim driehonderd respondenten waren zo eerlijk om ‘nee’ te antwoorden, en die vielen ook af. Misschien hadden de onderzoekers dit moeten dubbelchecken, door alle respondenten te vragen of ze de laatste vraag eerlijk ingevuld hebben (enzovoort, enzovoort).
In de beklaagdenbank
Uit zo’n steekproef valt geen betrouwbare schatting te maken hoeveel TSK-daders er werkelijk zijn, maar dat het er veel minder dan 150.000 zijn staat wel vast. Dergelijk onderzoek is vooral handig om de Nederlandse man weer eens collectief in de beklaagdenbank te zetten: stiekeme smeerlappen zijn het, die massaal kinderen misbruiken op vakantie.
De boodschap is uiteraard níet dat TSK en kindermisbruik in eigen land geen ernstig probleem is dat niet bestreden zou moeten worden. Echte daders behoren langdurig opgeborgen te worden, de onverbeterlijken levenslang. Maar het NSCR beoogt met dit rapport daderkarakteristieken te identificeren, en risicofactoren voor recidive, zodat daders effectiever opgespoord kunnen worden. Beleid dat wordt gebaseerd op zulk flutonderzoek, wat zou daar nu mis mee kunnen gaan? En toch is dit nu de geaccepteerde wijsheid bij het meest gezaghebbende overheidsinstituut op dit gebied.
Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!