Er bestaat geen mensenrecht op huisvesting en dat is maar goed ook

huizen-in-nieuw-zeeland
Huizen in Nieuw-Zeeland

Als het concept van de mensenrechten wordt verbonden met materiële voordelen heeft dat een zeer beschadigend effect op de menselijke persoonlijkheid. Het overtuigt veel mensen ervan, dat hun iets wordt onthouden waar ze recht op hebben, louter en alleen omdat ze leven. En het beperkt of verdooft de menselijke verbeeldingskracht.

Als je krijgt waar je denkt recht op te hebben, ben je ondankbaar, omdat je er tenslotte gewoon recht op had; als je het niet krijgt ben je wrokkig omdat je je bedrogen voelt.

Ondankbaarheid is misschien minder schadelijk dan wrok, maar het is toch een ongelukkige houding tegenover de wereld.

Toekenning van een recht maakt de staat machtiger

Als een bepaald materieel voordeel eenmaal als recht wordt toegekend denken mensen er niet meer over na, waarom het om andere redenen begerenswaardig zou kunnen zijn of hoe je het het beste kunt krijgen op een andere manier dan door middel van een overheidsbeschikking.

Bovendien versterkt de toekenning van een recht op een tastbaar materieel voordeel noodzakelijkerwijs de macht van de staat tegenover de individuele burger, en verleent de staat in feite impliciet een grenzeloze macht.

Alexander de Grote

De Mensenrechtencommissie van Nieuw-Zeeland, een waarlijke Alexander de Grote, altijd op zoek naar nieuwe landen om te veroveren, is een onderzoek gestart naar wat ze noemt ‘een enorme inbreuk op de mensenrechten’.

Is de regering van Nieuw-Zeeland dan overgegaan tot het willekeurig arresteren en martelen van haar critici en de instelling van volksgerichten, en is dat tot dusver verborgen gebleven voor de rest van de wereld?

Woningcrisis

Nee. De ‘enorme inbreuk op de mensenrechten’ is de vermeende woningcrisis van het land. De speciale rapporteur van de Verenigde Naties op het gebied van gepaste huisvesting deed er nog een schepje bovenop en noemde de situatie ‘een mensenrechtencrisis’.

De huizenprijs in Nieuw-Zeeland is de laatste jaren bijzonder sterk gestegen. Ook de huren zijn gestegen, en er staan minder huizen te koop dan in de voorgaande 15 jaar. Het aantal daklozen is toegenomen. De lage rente in combinatie met het scheppen van geld vormt in elk geval een deel van de verklaring. Wie zou beweren dat de inflatie de afgelopen jaren laag is geweest?

Totalitaire dictator

De VN-rapporteur zegt: ‘De wooncondities (in Nieuw-Zeeland) – de grote aantallen daklozen, de ontoegankelijke woningvoorraad, de onbetaalbaarheid, de uit de hand lopende huren, de wantoestanden zoals teveel mensen in één huis, een gebrek aan sociale, betaalbare huisvesting voor de behoeftigen, in combinatie met een overvloed aan onbetaalbare gezinswoningen – zijn onverenigbaar met het recht op huisvesting.’

Deze korte passage is de droom van een totalitaire dictator. Ze zou hem het recht geven om in te grijpen in bijna elk aspect van het leven van burgers om ervoor te zorgen dat de vermeende mensenrechten worden nageleefd, vooral als die laatste ook het recht behelzen op gezondheidszorg, onderwijs, vrije tijd, kleding, voeding enzovoort.

Waarom nog kopen of huren?

Kan er een recht bestaan op huisvesting of, zoals de regering van Nieuw-Zeeland het formuleert, op fatsoenlijke huisvesting? Als zo’n recht inderdaad bestond, en het werd nageleefd, waarom zou iemand dan nog de moeite nemen om een huis te kopen of te huren?

Mijn recht op fatsoenlijke huisvesting is immers niet afhankelijk van mijn gedrag, want als het zou afhangen van trivialiteiten als betaling zou het geen recht zijn.

Privébezit niet langer beschermd

Als ik weiger huur te betalen dan heeft u – de rest van de samenleving – de onontkoombare plicht om mij fatsoenlijke huisvesting te verschaffen. Niets wat ik doe of nalaat kan mijn recht op fatsoenlijke huisvesting teniet doen, net zoals een beroepscrimineel evenmin willekeurig kan worden aangehouden en evenveel recht heeft op een eerlijk proces als de meest eerlijke en respectabele burger.

In feite ondermijnt het recht op huisvesting volledig de bescherming van het privébezit. Geconfronteerd met de huizencrisis kan de overheid, die de plicht heeft om te garanderen dat de bevolking fatsoenlijk gehuisvest wordt (omdat ze anders inbreuk maakt op de mensenrechten), besluiten dat mijn huis groter is dan ik nodig heb, en daarin een persoon die dat wel nodig heeft fatsoenlijk huisvesten.

Meeste mensen zijn nog steeds fatsoenlijk gehuisvest

Al heel gauw zouden we zijn beland in het Sovjet-systeem van gemeenschappelijke flats, ingesteld als noodmaatregel om een ‘crisis’ te lijf te gaan, maar met een duur van minstens een halve eeuw.

Natuurlijk zouden westerse regeringen niet zo ver gaan, in elk geval niet zolang er nog verkiezingen zijn. Want de meeste mensen zijn nog steeds fatsoenlijk gehuisvest, althans volgens de standaarden van alle voorgaande samenlevingen, ondanks de woningcrisis.

Een baan voor de eeuwigheid

Toch moeten de woorden van de VN-rapporteur als muziek hebben geklonken in de oren van de bureaucraten. Want ze impliceerden in elk geval maatregelen als huur- en prijsbeheersing, evenals smakelijke contracten voor de bouw van ‘sociale’ huisvesting – wat in de moderne wereld vaak antisociale huisvesting betekent.

Verder zou het werk van de bureaucraten nooit af zijn, want wat wordt beschouwd als ‘fatsoenlijke’ huisvesting, verandert naarmate de levensstandaard, of in elk geval het aantal bezittingen en voorzieningen dat essentieel wordt geacht, toeneemt. Het waarborgen dat voldaan wordt aan het recht op fatsoenlijke huisvesting is geen baan voor het leven maar voor de eeuwigheid.

‘Dus u zou mensen op straat laten sterven’

Dus, hoor ik mensen bezwaar maken, u bent voor de inflatie van onroerend goed-prijzen, hoge huren, overbevolking en dakloosheid? Natuurlijk ben ik dat niet. Maar niet omdat ik geloof dat deze zaken inbreuk maken op iemands rechten, maar omdat ze oorzaak zijn van ongeluk en ellende.

Ik herinner me de tijd dat ik enkele verbijsterde studenten geneeskunde vertelde dat ik niet geloofde dat iemand een mensenrecht had op gezondheidszorg. ‘Dus u zou mensen op straat laten sterven?’, was hun reactie. En toen ik vroeg of zij enige andere reden konden geven waarom je mensen niet op straat zou moeten laten sterven, behalve omdat ze een recht op gezondheidszorg hebben, konden ze er geen bedenken.

Dol op mensenrechten

Vriendelijkheid, fatsoen, mededogen, zelfs eigenbelang, kwamen niet voor in hun morele universum. Mensenrechten op tastbare voordelen waren de koekoek in hun mentale nest van deugden.

Bureaucraten en politici zijn dol op mensenrechten op tastbare zaken, en op de betiteling van een situatie als crisis (meer dan als, laten we zeggen, een probleem), omdat daarmee als vanzelfsprekend de noodzaak van onmiddellijke en radicale actie wordt aangegeven. Zulke mensenrechten en vermeende crises geven hun de rechtvaardiging om de controle naar zich toe te trekken.

Knoet de Grote

De VN-rapporteur over het vermeende mensenrecht op huisvesting heeft een bijzonder grove opvatting over het probleem en zijn oorzaken. Ze suggereert dat het, net als alle problemen, eenvoudig weggedecreteerd kan worden.

Haar visie lijkt op die van de vleiers van Knoet de Grote, die zeiden dat de koning zo machtig was dat hij uitsluitend door zijn bevelen alles kon bewerkstelligen, ook het terugrollen van de golven. Ik ben geen onkritische bewonderaar van premier Jacinda Adren van Nieuw Zeeland, maar ze had zeker gelijk (en wellicht was ze ook dapper) toen ze zei dat er geen wondermiddel bestond om de woningcrisis op te lossen.

Dit artikel verscheen op 3 augustus in The Epoch Times.

Vertaling: Chris Rutenfrans